↓
 

Louise Cornelis

Tekst & Communicatie

  • Home |
  • Lezergericht schrijven |
  • Over Louise Cornelis |
  • Contact |
  • Weblog Tekst & Communicatie

Categorie archieven: Leestips

Interessante boeken, artikelen en websites.

Bericht navigatie

← Oudere berichten
Nieuwere berichten →

Ten strijde!

Louise Cornelis Geplaatst op 19 oktober 2011 door LHcornelis19 oktober 2011 1

Ik ontdekte vorige week het bestaan van een opmerkelijk boek: Rapportbestrijding! Tegen de papieren plaag, van Michiel Boswinkel. Het is al ruim een jaar op de markt, en het is zo recht in de roos van wat mij interesseert dat er iets misgegaan moet zijn met de marketing, want als ik eerder van het bestaan had geweten, had ik het eerder gekocht en het er eerder op dit blog over gehad. Ik houd via diverse papieren en online media de verschijnende vakliteratuur bij, vreemd dat het daar niet in heeft gestaan (wel in NRC Next, maar dat lees ik dan weer niet).

Want dit boek verdient aandacht. Veel schrijfadviesboeken schrijven elkaar over, er is weinig nieuws onder de zon. Dit boek is wel echt anders, en de boodschap die het verkondigt is zinvol. Waar het om gaat, is dat er in organisaties simpelweg te veel geschreven wordt: zinloze rapporten, te omvangrijke rapporten, ontoegankelijke rapporten die nooit gelezen zullen worden. Boswinkel haalt een fraai voorbeeld aan waarin hij een aantal keren opnieuw vraagt voor wie een rapport bedoeld is, en als enige antwoord steeds krijgt: ‘gewoon, dit is een eindrapport, doen we altijd zo’.

Waarom eigenlijk? En wat een verspilling van tijd en energie! In het boek zit een stickervel met stickers met ‘Slechte tekst! Retour auteur’ erop, om dit soort zinloze en ongerichte schrijverij de kop in te drukken.

Helemaal mee eens, en ik moest natuurlijk meteen denken aan wat er ook al uit de interviews met zakelijke lezers naar voren was gekomen: het moet korter! In mijn blogpost erover noem ik twee dingen die volgens mij leidden tot lange rapporten; Boswinkel noemt tussen de hoofdstukken door ook enkele ‘misverstanden’ die daarop lijken en die minder schrijven in de weg staan. Hij weerlegt ze, bijvoorbeeld door tegen het misverstand ‘mijn lezer wil graag een traditionele, lange tekst’ in te brengen wat lezers écht willen: een overzichtelijk rapport, wat wil zeggen: na een korte inleiding meteen de boodschap, en daarna de onderbouwing. Hé, dat klinkt piramidaal, en dat is het ook, nouja, een soort piramideprincipe ‘light’.

Daarnaast een boel behartigenswaardige adviezen voor meer focus in de tekst, overleggen over de toon, goede opdrachtgeving en begeleiding door de leidinggevende, doorschrijven in het schrijfproces, enzovoort. Maar wacht eens even, dan zitten we wel midden in de ‘gewone’ adviesboeken, die zeggen ‘hoe het moet’. Wilde Boswinkel niet iets bestrijden?

Dat is wat mij betreft het enige echte manco van het boek: het lijkt op twee gedachten te hinken. Enerzijds gaat het om rapportbestrijding, minder schrijven, en anderzijds om rapportverbetering: betere rapporten schrijven. Gedachte daarachter in ongetwijfeld dat betere rapporten korter zijn (wat ook klopt), maar dat blijft wat mij betreft te impliciet.

Het wordt zelfs ronduit verwarrend wanneer Boswinkel ervoor pleit om in een politieke context niet één beleidsnota te schrijven, maar drie, voor de drie verschillende soorten lezers: de portefeuillehouder, de gemeenteraad en het publiek. Ik snap wel wat hij bedoelt, want inderdaad kun je het beste voor verschillende groepen en verschillende doelen aparte teksten schrijven, maar van het idee van rapportbestrijding blijft zo weinig meer over. Wat mij betreft had het boek nog stelliger voor de bestrijding moeten pleiten, met duidelijker daarvan gescheiden een reflectie op ‘hoe moet het dan wel?’ of ‘wat kan er dan wel?’

Maar goed, verder vind ik het boek dus wel leuk, ik heb op een paar kleinere dingen nog wel eens een iets andere visie natuurlijk, maar dat is geen punt (hooguit mis ik de sliduments, wat volgens mij een nog kwalijker papieren plaag is dan veel geschreven rapporten), en ik vind sommige andere details juist opvallend leuk, zoals bijvoorbeeld een kort pleidooi vóór het maken van spelfouten (het is geüpdate volgens de regels, maar welke lezer help je daarmee?).

Maar het is vooral echt zo’n beetje het enige boek dat ik ken waarvan ik denk: deze auteur weet hoe er in organisaties echt geschreven en gelezen wordt – ik herken het helemaal. Of het boek daarmee bereikt wat het beoogt, weet ik niet. Mij hoeft het niet meer te overtuigen. En veel anderen blijven toch hardnekkig als schrijver iets heel anders doen dan wat ze als lezer willen. Het verkleinen van die kloof, dat zou het doel van de strijd moeten zijn. Want schrijven doe je voor een lezer.

Geplaatst in Leestips, schrijftips | 1 reactie

Virtuoze roman-met-Powerpoint

Louise Cornelis Geplaatst op 10 oktober 2011 door LHcornelis10 oktober 2011  

Ik kondigde hem eerder al aan; nu heb ik hem gelezen: Bezoek van de knokploeg, de roman met daarin dik 70 pagina’s (één hoofdstuk) Powerpointpresentatie. Een heel bijzonder boek. Op de achterflap staat het woord virtuositeit, en toen mijn oog daar na lezing op viel, dacht ik: ja, dat is het goede woord. En dat is dan wat mij betreft niet alleen maar positief: ik vind het een razendknap geschreven boek dat me ook zeer heeft geboeid, maar waarvan de complexe vorm me afleidde en soms zelfs hinderde.

Ik vond het dus óók moeilijkdoenerij: elk hoofdstuk heeft een ander perspectief, zowel qua vorm (1e, 2e en 3e persoon) en qua personage met wie je meekijkt, en het ligt in een andere tijd, met een bereik van ongeveer jaren 1960 tot eind jaren 2020 – in de toekomst dus. In elk hoofdstuk wordt het raakvlak met de andere hoofdstukken en daarmee ook de rode draad wel duidelijk, maar soms vergt dat zoekwerk.

Na een paar hoofdstukken ging ik dus denken: sohee, wat is hier voor een moeilijke vorm gekozen. Als ik dat tijdens het lezen denk, vind ik dat eigenlijk net te ver gaan. Ook al is het nog zo origineel en literair verantwoord – want dat is het wel, dat zie ik ook wel.

Voor het Powerpoint-hoofdstuk geldt het eigenlijk ook. Dat is een bijzondere vondst. Ook dit hoofdstuk speelt in de toekomst, en het is een stukje dagboek van een kind (kind-van een eerder voorgekomen personage). De gedachte daarachter is dat kinderen tegen die tijd niet in tekst, maar in Powerpoint hun dagboek zullen schrijven – net zoals in die tijd de woestijn van Californië vol zal staan met zonne-collectoren. Dat vind ik een geweldige vondst, en ik heb de slides met open mond bekeken – wat een stunt, in een roman! Maar de kwantitatieve (ja, die zitten er ook tussen) zijn ingewikkeld, en ook hier ging dus veel van mijn aandacht naar de vorm en niet naar het verhaal.

In wat meer literaire termen: ik kwam af en toe uit de fictieve wereld; de vorm trok mijn aandacht eruit, en verstoorde zo de fictionele illusie. Misschien was dat in dit hoofdstuk een beetje beroepsdeformatie van mijn kant, dat kan.

Maar goed, wel heel leuk om te weten dat je Powerpoint dus literair kan gebruiken, en alleen al daarom zou ik dit boek aanraden aan iedereen die met Powerpoint werkt en die graag romans leest. Het is alleen al daarom e moeite waard – en die moeite is het sowieso waard, want het is dus wel een unieke leeservaring. Die uiteindelijk ook loont, want de puzzelstukjes vallen op hun plaats en vanwege het harde werken daarvoor voel je je als lezer dan toch wel heel tevreden: heb ik toch maar geklaard, het begrijpen van dit boek!

Geplaatst in Leestips, Presentatietips | Geef een reactie

Peuteren aan een zin

Louise Cornelis Geplaatst op 3 oktober 2011 door LHcornelis3 oktober 2011 3

Het boek waar ik het vrijdag over had, moet nog even wachten, want ik ben nog steeds verdiept in Tussen het tuig, een naar vorm en inhoud fascinerend boek over het Engelse voetbalgeweld van de jaren ’80 en ’90. Het is dus van oorsprong Engels, en voor zover ik kan beoordelen goed vertaald. Op een enkel slippertje na, en het is eentje daarvan dat me vandaag even deed puzzelen.

Toen ik de zin las, ging er een lampje branden, het voor mij in mijn werk zo belangrijke gevoel van een waarschuwing ‘hier is iets aan de hand’. Dat ging, zoals altijd, intuïtief, en vervolgens moet ik, ook zoals altijd, analytisch gaan kijken wat de oorzaak van het waarschuwingssignaal was. Welnu, daar moest ik voor ontleden, en dat is zeker niet altijd het geval. Dit was de zin:

Ze liepen terug naar Charing Cross Station, waar Gary Greaves (…) een klap verkocht aan een onbekende jongeman die daar in zijn eentje stond en hem tegen de grond sloeg.

Wie sloeg wie tegen de grond? Puur op basis van de structuur van deze zin zou dat volgens mij moeten zijn dat de jongeman sloeg en Greaves tegen de grond ging. Dan lees ik de zin dus als volgt:

Ze liepen terug naar Charing Cross Station, waar Gary Greaves een klap verkocht aan een onbekende jongeman die daar in zijn eentje stond en DIE hem tegen de grond sloeg.

Volgens mij is dat de enige mogelijke lezing: in de zin ontbreekt een onderwerp voor ‘sloeg’ en dan ga je terugzoeken en is ‘die’ de enige oplossing. Maar de tekst gaat als volgt verder:

Greaves schopte de jongen vervolgens tegen zijn hoofd en de rest deed mee.

Daaruit blijkt, en dat is ook het meest logische gezien de inhoud van de ‘probleemzin’, dat Greaves sloeg en de jongeman tegen de grond ging. Maar dat kan niet zo:

Ze liepen terug naar Charing Cross Station, waar Gary Greaves een klap verkocht aan een onbekende jongeman die daar in zijn eentje stond en Greaves hem tegen de grond sloeg.

Waarom precies weet ik overigens niet, het moet ermee te maken hebben dat er bij ‘die’ een bijzin begint en dat je niet het onderwerp van de hoofdzin (Gary Greaves) kan invullen in de bijzin (van iemand die het wel precies weet, hoor ik graag). Het kan volgens mij alleen bijvoorbeeld zo:

Ze liepen terug naar Charing Cross Station, waar Gary Greaves een klap verkocht aan een onbekende jongeman die daar in zijn eentje stond. Greaves sloeg hem tegen de grond.

Of:

Ze liepen terug naar Charing Cross Station, waar Gary Greaves een klap verkocht aan een onbekende jongeman die daar in zijn eentje stond, en die van de klap tegen de grond sloeg.

Zoiets. En soms vind ik dat gewoon leuk, peuteren aan een zin. Zelfs (of vooral) bij een goed boek!

Geplaatst in Leestips | 3 reacties

Powerpoint in roman

Louise Cornelis Geplaatst op 30 september 2011 door LHcornelis30 september 2011 2

In Opzij las ik in een recensie dat een roman een Powerpointpresentatie bevatte. Dat boek moest ik hebben, natuurlijk, en ik heb het net gekocht: Bezoek van de knokploeg, van Jennifer Egan (die daar de Pullitzer Prize mee won). En inderdaad: ik bladerde er in de boekhandel even doorheen en ik zag het meteen: 75 pagina’s met slides (één per pagina)! Het boek bevat in totaal ruim 300 pagina’s, dus de meerderheid is ‘gewone’ tekst, maar toch: heel opmerkelijk, en ik ben erg benieuwd. Over een tijdje mijn leeservaring!

Geplaatst in Leestips, Presentatietips | 2 reacties

Een kritische blik op consultacy

Louise Cornelis Geplaatst op 30 augustus 2011 door LHcornelis30 augustus 2011  

Deze zomer heb ik Het consultancy rapport. Over falende managers en inhalige adviseurs gelezen, een boek van Jörg Staute. Nee, geen linkje naar Bol dit keer, het boek is daar nog wel te koop, maar alleen tweedehands, want het stamt al uit 1998; de oorspronkelijke Duitse versie zelfs al uit 1996.

Staute analyseert en bekritiseert de consultancy-branche, die volgens hem sterk in opmars is omdat managers en politiek in gebreke blijven. Desalniettemin lijken consultants voor Staute wel de bron van alle kwaad: zijn betoog is nogal ronkend anti-consultancy. Dat schiet wat mij betreft behoorlijk door, al kraakt hij wel een aantal behartigenswaardige noten, bijvoorbeeld over de fraaie woorden waarin consultants nare adviezen verpakken: ‘bezuinigen’ en ‘ontslaan’ zul je in de meeste rapporten niet aantreffen. Maar hij gaat wel erg ver in zijn verdenking van allerlei belangenverstrengelingen, van alleen maar bezig zijn met hun eigen gewin, en zelfs van inmenging in de branche van Scientology.

Voor mij zijn consultants ook bepaald niet heilig. Ik heb me bijvoorbeeld in de loop der jaren wel verbaasd over het gemak waarmee conclusies getrokken worden (‘beat the data until they confess’) en er over het levenswerk van mensen beslist wordt (‘ontslag is een uitdaging’), en over de modegevoeligheid van de adviezen. De neiging tot verfraaien en verhullen van pijnlijke boodschappen is iets wat in mijn vakgebied, het schrijven, ook een rol speelt, en waar ik nog wel eens tegen protesteer (‘eerlijk duurt het langst’). Enzovoort. Maar ik kon me bij het lezen van dit boek niet aan de indruk onttrekken dat Staute wraak wilde nemen ofzoiets. In de inleiding vertelt hij over zijn ervaringen met afwijzing op sollicitaties door consulting-firma’s, zit dat erachter?

Twee andere bezwaren zijn dat het boek relatief oud is, al is het heel makkelijk het naar de huidige tijd te vertalen en dan nog steeds actueel, en dat het nogal Duits is: de uitgever heeft geen moeite gedaan de voorbeelden de vernederlandsen. Dat is af en toe wat vervreemdend. Daar staat tegenover dat Staute wel meeslepend schrijft en dat het boek dus lekker leest. (zie verder ook deze recensie)

Ik heb het boek natuurlijk uitgepluisd over teksten en presentaties van consultants. Anders dan de titel doet vermoeden, staat daar niet zo veel over in. Een paar raakvlakken:

  • Consultants spreken volgens Staute hoogdravend, wat past bij hun serene, onaantastbare positie. Ideeën heten concepten en met behulp van talrijke anglicismen worden platte begrippen moderner en ingewikkelder gemaakt. Zo kom je op iets wat ik ‘management speak‘ zou noemen: inderdaad ergerlijk. De taal lijkt veelzeggender dan hij is.
  • Bij presentaties gaat het er vooral om competentie en zelfverzekerdheid uit te stralen – dat is volgens Staute belangrijker dan de inhoud. Mijn indruk is dat veel consultants zelfverzekerdheid ontlenen aan de inhoud, vandaar de neiging te veel en te volle sheets over het publiek uit te storten.
  • Ook Staute signaleert dat een pijl van alles kan betekenen (hier doe ik dat), of meer in het algemeen: dat de visuele frameworks in presentaties (bijvoorbeeld de drie horizonnen van McKinsey) zonder toelichting en uitleg onbegrijpelijk en nietszeggend zijn.
  • Staute maakt korte metten met het idee dat consultants neutraal zijn. Dat doet me denken aan de discussies die ik vaak heb over ‘objectiviteit’, dat een adviesrapport ‘objectief’ zou moeten zijn. Daar geloof ik niet in: adviseren is gekleurd omdat een adviseur de belangen van de opdrachtgever dient. Volgens Staute is het eerder zo dat een adviseur z’n eigen belangen dient, maar dat is dan weer zijn cynische kijk natuurlijk.
  • Volgens Staute is er bij veel workshops (en aanverwanten) sprake van schijn-inspraak, en ook dat herken ik wel: inspraak ‘moet’ en dus zijn sommige adviseurs geneigd om iets interactiefs te organiseren terwijl de uitkomst al vaststaat. Dat vind ik de boel bedonderen. Meestal is het een kwestie van heel goed helder maken waarover deelnemers wel en niet kunnen meedenken, en hoe (passende werkvorm), zodat de speelruimte niet groter lijkt dan hij is.

Wel aardig, dus, een keer zo’n kritisch blik. Maar voor inside information over het reilen en zeilen van het bedrjifsleven vond ik De Prooi talloze malen beter.

Geplaatst in Leestips | Geef een reactie

Nieuw woord: schrijftomatisme

Louise Cornelis Geplaatst op 23 mei 2011 door LHcornelis23 mei 2011  

Het is maandagochtend en ik heb al een nieuw woord geleerd deze week: schrijftomatisme. Van dit nieuwsbericht: http://www.schrijvenonline.org/nieuws/schrijvende-professional-lijdt-aan-schrijftomatisme Herkenbaar fenomeen, ja, ik moet dan altijd meteen denken aan die deelnemer aan een training van me die spontaan eruit flapte: ‘goh, ik heb me nooit gerealiseerd dat je bij schrijven rekening zou moeten houden met een lezer’. Ik ga het boekje maar eens bestellen dus!

Geplaatst in Leestips | Geef een reactie

De kracht van net niet het piramideprincipe?

Louise Cornelis Geplaatst op 4 mei 2011 door LHcornelis1 december 2014 2

Natuurlijk wil ik op dit weblog aandacht besteden aan het verschijnen van een Nederlandstalig boek over het piramideprincipe. Maar De kracht van het piramideprincipe is een directe concurrent van mijn eigen Adviseren met perspectief. Dat brengt me in een lastig parket, want het is nogal wiedes natuurlijk dat voor mij geldt, analoog aan de beroemde WC-eend-slogan: ik van Adviseren met perspectief adviseer Adviseren met perspectief.

Oftewel: alles wat ik erover zeg en schrijf zal in het licht van mijn belang gezien en begrepen worden. Dus houd ik het kort, maar wel fundamenteel.

De methode voor ‘helder schrijven en denken’ die in De kracht van het piramideprincipe uiteengezet wordt, is niet HET piramidepricipe à la Barbara Minto, maar een verbrede en verdunde variant erop. Verbreed naar onder andere instructieve en informatieve teksten (waar Minto zich tot adviserende teksten beperkt); verdund door véél minder hoge eisen aan logica, argumentatie, synthese en formulering te stellen dan Minto.

Het duidelijkst wordt voor mij het verschil aan de hand van de voorbeeldteksten achterin het boek. Dat de kopjes van een ‘piramidenotitie’ (p. 93) en adviesrapport (p. 96) geformuleerd zijn als vragen in plaats van als boodschappen (ter vergelijking: dat is alsof een krantenkop zou luiden ‘wat is er gebeurd vandaag?’) en dat een ‘onderzoeksrapport’ bestaat uit de onderdelen ‘conclusie – aanbevelingen – onderzoeksresultaten – methode van onderzoek’ (p. 98) (= methodologische opbouw, maar dan omgekeerd) … pfoe, die twee dingen alleen al wijken wel heel sterk af van Minto.

Nou mag wat mij betreft iedereen met het piramideprincipe doen wat hij of zij goed acht, en er is volgens mij zeker behoefte aan een ‘light’ versie van het piramideprincipe; ik pleitte daar al eens voor en voor zo’n boek als dit is dus zeker ruimte op de markt.

Maar auteurs Eline Janssen en Marita van Hassel-van Rijssen doen het voorkomen alsof zij HET piramideprincipe brengen, en leggen nergens verantwoording af voor de verschillen met Minto. En dat vind ik simpelweg niet netjes, of, preciezer geformuleerd: dat overschrijdt mijn professionele normen voor omgang met bronnen.

Maarja, ik stel kennelijk in het algemeen wat hogere eisen. En adviseer ik daarom… enfin, dat spreekt voor zich!

Geplaatst in Leestips, Piramideprincipe-onderzoek | 2 reacties

Schrijversnachtmerrie

Louise Cornelis Geplaatst op 3 mei 2011 door LHcornelis3 mei 2011  

Ik ben sinds een paar dagen bezig in Het feest van list en bedrog van Herman Chevrolet. Centrale idee van dat boek is dat wielrennen zo fascinerend is omdat het dezelfde structuur heeft als mythen en klassieke verhalen. Dat is voor mij als wieler- en literatuurliefhebber natuurlijk een gedachte om van te smullen, en ik lees het boek dan ook met veel interesse. De uitwerking is een tikje moeizaam, vind ik, omdat het boek óók een geschiedenis van de wielersport wil zijn, en die twee structuurprincipes (geschiedschrijving versus betoog rond dat centrale idee) botsen. Maar het is wel de moeite waard.

Meteen de allereerste pagina (p. 7, ‘Ter verantwoording’) vond ik opzienbarend. Daar beschrijft Chevrolet namelijk de nachtmerrie van elke schrijver. Hij had het idee om de wielersport te koppelen aan de 36 dramatische situaties van Georges Polti, sterker nog, hij had dat al besproken met zijn uitgever. En toen verscheen er een nieuw nummer van het literaire wielertijdschrift De Muur, met daarin een artikel van Bert Wagendorp waarin die precies diezelfde gedachte uitwerkt: de 36 dramatische situaties geïllustreerd aan de hand van wielrennen, daarmee verklarend waarom dat zo’n mooie sport is.

Chevrolet en Wagenaar hadden allebei hetzelfde idee gehad, Wagenaar was eerder met de publicatie, Chevrolets plan viel in duigen. Ieks. Elke schrijver is er bang voor, volgens mij, dat je met iets bezig bent en dat dan net eerder iets verschijnt wat het gras voor je voeten wegmaait. Het leidt bij Chevrolet tot ‘wat binnensmonds gevloek’ – dat zal wel een understatement zijn, neem ik aan.

Het huidige boek is plan B, zal ik maar zeggen. Misschien verklaart dat ook wel waarom het net niet lekker loopt.

Geplaatst in Leestips, Opvallend | Geef een reactie

Haantje

Louise Cornelis Geplaatst op 15 februari 2011 door LHcornelis15 februari 2011  

Gister kreeg ik van een vriendin Haantjes te leen, het nieuwste boek van Kluun. Ik heb het vandaag, in de trein en tussendoor, in één ruk uitgelezen. Ik was wel weer toe aan zo’n hapklare brok, na De ontdekking van de hemel, en wat ik me niet had gerealiseerd van dat boek, was dat het de advies- en consultingwereld zo op de korrel neemt. Die is voor mij natuurlijk heel vertrouwd, vandaar dat ik moest lachen, zeker als het ging over imponeertactieken met presentaties, een voorgekookt verloop van de gesprekken, en de talloze rapporten, vol met door de secretaresse bij elkaar gesprokkelde gegevens, die bij de cliënt in de bureaula verdwijnen… Heerlijk.

Voor elke marketeer en consultant met een beetje vermogen tot zelfrelativering is het boek een aanrader. Ik had het zelf niet zo gauw gekocht – met mijn allergie voor hypes hoef ik zo nodig geen Kluun, en Komt een vrouw bij de dokter heb ik met zéér gemengde gevoelens gelezen. Vandaar dat ik maar zijdelings had geregistreerd dat er een nieuw boek van hem uit was, en niet had begrepen dat het over een wereld gaat die ik ken. En dat maakt het de moeite waard, ook al is het natuurlijk, net als in Komt een vrouw bij de dokter, een overdreven beeld dat soms ook ergernis opwekt. Maar ik kan eerlijk gezegd makkelijker lachen om gekke marketing- en consultantneigingen dan om kanker en overspel.

Een wereld die ik (her)ken – of kende: het boek speelt in 1998, en het is nu toch wel een beetje anders. Al belanden er nog steeds adviesrapporten in de bureaula.

Geplaatst in Leestips | Geef een reactie

Overtuigend presenteren

Louise Cornelis Geplaatst op 14 februari 2011 door LHcornelis14 februari 2011 3

Net uit: Overtuigend Presenteren, van Mark Pluymaekers. Een leuk boek, net een beetje anders dan de meeste presentatie-adviesboeken. Goed eraan vind ik de sterke nadruk op het effect dat een presentatie moet hebben op het publiek. Dat moet bijvoorbeeld iets onthouden of iets gaan doen. Hoe krijg je dat voor elkaar? Niet alleen door een verhaal erin te gieten of gelikte sheets te maken. Je kunt bijvoorbeeld denken aan het publiek aan het werk zetten, nadrukkelijk emotioneel te betrekken bij de presentatie, geheugensteuntjes gebruiken – maar ook aan het concretiseren van de informatie en de adviezen. Het boek laat zien hoe je dat aanpakt.

Dit soort tips zijn afgeleid van moderne inzichten uit de psychologie en communicatiewetenschap, waaruit wel gebleken is dat alleen informatie in mensen gieten geen garantie geeft voor daadwerkelijk effect. Aandacht voor hoe je dat effect wel krijgt, is dus zeer de moeite waard.

Geheel in lijn met de mode in de menswetenschappen wordt in het eerste hoofdstuk zelfs even uitgelegd in welk onderdeel van onze hersenen ons vermogen tot inleving huist – zo broodnodig voor een goede presentatie. Dat schiet wat mij betreft wat door, maar goed, het ziet er wel wetenschappelijk doortimmerd uit.

Op een paar onderwerpen waar ik zelf goed ‘in’ zit, vind ik het boek echter wel wat oppervlakkig. Bij structuren komt het niet verder dan de inmiddels al dertig jaar oude en al talloze malen in tientallen handboeken overgeschreven vaste structuren. Voor het ontwerp van slides staat er wel in hoe het niet moet (met ‘foute’ voorbeelden van onder andere grafieken) op p. 53, maar niet hoe die dan wel zouden moeten. De voorbeelden van presentaties, op bladzijde 83 en 84, vind ik dan ook bloedeloos. Dat is precies het type presentatie dat ik mensen afleer, gebaseerd op de vaste structuren en met nietzeggende titels op de slides  (Aanleiding, Maatregel X, Conclusies).

Bij die voorbeelden staat het advies om per dia 2 tot 3 minuten te rekenen. Als je dan te veel dia’s hebt voor je spreektijd, moet je er samenvoegen. Ik geloof sowieso niet in een vaste of gemiddelde tijd per dia, en al helemaal niet dat samenvoegen van slides het probleem van te veel informatie oplost: dan krijg je een complexere sheet, waar je dan dus prompt langer over praat – zeg 5 minuten. Daar win je niets mee – integendeel.

Een laatste voorbeeld: de redenatie over visualiseren (p. 91), ter onderbouwing van het belang van oefenen, gaat mank. De visualisatie van je eigen proces en van het door anderen bekrachtigde resultaat worden daar door elkaar gehaald. Voor zover ik weet uit de sportpsychologie, werkt het eerste wel en het tweede niet. Pluymakers gebruikt het tweede om het nut van het eerste te betwijfelen, en daarom oefenen te bepleiten. Ik ben het wel eens met het advies te oefenen – maar dat mag van mij zonder zo’n quasi-wetenschappelijke onderbouwing gegeven worden.

Al met al overheerst bij mij de indruk dat het een leuk, origineel boek is, met een boel nuttige tips, maar dat de wetenschappelijk er hier en daar met de haren bijgesleept is. En daardoor word ik dus ook kritischer – want dan moet het ook echt kloppen allemaal – en dat doet het dus net niet. Dat is jammer eraan. Maar goed, voor een minder kritische lezer en een beginnende presenteerder biedt het wel leuke ideeën. Gematigd positief ben ik dus.

Geplaatst in Leestips | 3 reacties

Bericht navigatie

← Oudere berichten
Nieuwere berichten →

Recente berichten

  • Een middag bij de bond
  • Burger slaat op de vorm
  • Nood aan input
  • Schrijven vraagt om precisie
  • John Searle RIP

Categorieën

  • Geen rubriek (10)
  • Gesprek & debat (30)
  • Gezocht (9)
  • Leestips (320)
  • Opvallend (551)
  • Piramideprincipe-onderzoek (98)
  • Presentatietips (154)
  • schrijftips (895)
  • Uncategorized (46)
  • Veranderen (39)
  • verschenen (205)
  • Zomercolumns fietsvrouw (6)

Archieven

  • oktober 2025
  • september 2025
  • augustus 2025
  • juli 2025
  • juni 2025
  • mei 2025
  • april 2025
  • maart 2025
  • februari 2025
  • januari 2025
  • december 2024
  • november 2024
  • oktober 2024
  • september 2024
  • augustus 2024
  • juli 2024
  • juni 2024
  • mei 2024
  • april 2024
  • maart 2024
  • februari 2024
  • januari 2024
  • december 2023
  • november 2023
  • oktober 2023
  • september 2023
  • augustus 2023
  • juli 2023
  • juni 2023
  • mei 2023
  • april 2023
  • maart 2023
  • februari 2023
  • januari 2023
  • december 2022
  • november 2022
  • oktober 2022
  • september 2022
  • augustus 2022
  • juli 2022
  • juni 2022
  • mei 2022
  • april 2022
  • maart 2022
  • februari 2022
  • januari 2022
  • december 2021
  • november 2021
  • oktober 2021
  • september 2021
  • augustus 2021
  • juli 2021
  • juni 2021
  • mei 2021
  • april 2021
  • maart 2021
  • februari 2021
  • januari 2021
  • december 2020
  • november 2020
  • oktober 2020
  • september 2020
  • augustus 2020
  • juli 2020
  • juni 2020
  • mei 2020
  • april 2020
  • maart 2020
  • februari 2020
  • januari 2020
  • december 2019
  • november 2019
  • oktober 2019
  • september 2019
  • augustus 2019
  • juli 2019
  • juni 2019
  • mei 2019
  • april 2019
  • maart 2019
  • februari 2019
  • januari 2019
  • december 2018
  • november 2018
  • oktober 2018
  • september 2018
  • augustus 2018
  • juli 2018
  • juni 2018
  • mei 2018
  • april 2018
  • maart 2018
  • januari 2018
  • december 2017
  • november 2017
  • oktober 2017
  • september 2017
  • augustus 2017
  • juli 2017
  • juni 2017
  • mei 2017
  • april 2017
  • maart 2017
  • februari 2017
  • januari 2017
  • december 2016
  • november 2016
  • oktober 2016
  • september 2016
  • augustus 2016
  • juli 2016
  • juni 2016
  • mei 2016
  • april 2016
  • maart 2016
  • februari 2016
  • januari 2016
  • december 2015
  • november 2015
  • oktober 2015
  • september 2015
  • augustus 2015
  • juli 2015
  • juni 2015
  • mei 2015
  • april 2015
  • maart 2015
  • februari 2015
  • januari 2015
  • december 2014
  • november 2014
  • oktober 2014
  • september 2014
  • augustus 2014
  • juli 2014
  • juni 2014
  • mei 2014
  • april 2014
  • maart 2014
  • februari 2014
  • januari 2014
  • december 2013
  • november 2013
  • oktober 2013
  • september 2013
  • augustus 2013
  • juli 2013
  • juni 2013
  • mei 2013
  • april 2013
  • maart 2013
  • februari 2013
  • januari 2013
  • december 2012
  • november 2012
  • oktober 2012
  • september 2012
  • augustus 2012
  • juli 2012
  • juni 2012
  • mei 2012
  • april 2012
  • maart 2012
  • februari 2012
  • januari 2012
  • december 2011
  • november 2011
  • oktober 2011
  • september 2011
  • augustus 2011
  • juli 2011
  • juni 2011
  • mei 2011
  • april 2011
  • maart 2011
  • februari 2011
  • januari 2011
  • december 2010
  • november 2010
  • oktober 2010
  • september 2010
  • augustus 2010
  • juli 2010
  • juni 2010
  • mei 2010
  • april 2010
  • maart 2010
  • februari 2010
  • januari 2010
  • december 2009
  • november 2009
  • oktober 2009
  • september 2009
  • augustus 2009
  • juli 2009
  • juni 2009
  • mei 2009
  • april 2009
  • maart 2009
  • februari 2009
  • januari 2009
  • december 2008
  • november 2008
  • oktober 2008
  • september 2008
  • augustus 2008
  • juli 2008

©2025 - Louise Cornelis
↑