↓
 

Louise Cornelis

Tekst & Communicatie

  • Home |
  • Lezergericht schrijven |
  • Over Louise Cornelis |
  • Contact |
  • Weblog Tekst & Communicatie

Categorie archieven: Leestips

Interessante boeken, artikelen en websites.

Bericht navigatie

← Oudere berichten
Nieuwere berichten →

En nog wat

Louise Cornelis Geplaatst op 8 augustus 2024 door LHcornelis8 augustus 2024  

Schreef ik vorige week over een vrij karige oogst aan links, verschijnen er prompt in een week nog vier leuke dingen, dus ik doe er nog maar wat links achteraan:

  • Van die interessante studiemiddag in Gent over AI en schrijven verscheen eerder al wat online, en nu zijn er nog drie lezingen te bekijken, namelijk over creativiteit, over het hoger onderwijs en de ontwikkelingen in het Nederlands en in de EU.
  • Gisteren trok een artikel in NRC mijn aandacht, over dat diep nadenken niet leuk is. Dat we het wel als leuk ervaren en zelfs voor ons plezier doen, komt doordat er een beloning tegenover staat: het levert wat op, al is het maar dat je er beter in wordt of dat het complimenten oplevert. Goed schrijven en werken met het piramideprincipe vragen allebei ook om diep nadenken. Dat dat niet zomaar leuk is, merk ik wel aan de mensen met wie ik werk. Ik ga er wat scherper op letten of het wel voldoende voor ze oplevert. Daar ligt een rol voor managers!

 

Geplaatst in Leestips, Opvallend, schrijftips | Geef een reactie

Jaarlijkse links

Louise Cornelis Geplaatst op 1 augustus 2024 door LHcornelis25 juli 2024  

Sinds Twitter X geworden is, heb ik minder vaak blogposts te schrijven met m’n oogst aan interessante links. Dat was vorig jaar ook al zo, en er komt nog bij dat SlideMagic bijna is stilgevallen sinds de oorlog in Gaza, wat ik wel begrijp.

Af en toe post ik tussendoor wat, bijvoorbeeld over schrijven en AI. Hier allereerst nog een paar daarover die ik daarover ‘opviste’: over wat AI kan betekenen voor tekstschrijvers en de problemen ervan voor het beoordelen van schrijfvaardigheid (niet het meten van kwaliteit zoals in de kop staat, dat is iets anders) en voor wetenschappelijke peer review.

En dan de andere lezenswaardige dingen op internet van een jaar verzamelen:

  • Leuk om m’n eigen naam weer eens tegen te komen, in een redelijk genuanceerd schrijfadvies voor de lijdende vorm. 
  • Over onderzoek dat je kunt zien als pleidooi voor meer op creativiteit gericht schrijfonderwijs las ik natuurlijk heel graag.
  • Leuk om te lezen dat Apple het nut van dagelijks schrijven heeft ontdekt, alleen zou ik zelf nooit een toepassing gebruiken waarvan ik niet zeker weet of mijn zo persoonlijke tekst helemaal veilig is. Ik denk dus dat dagboekschrijven op papier beter is. Sowieso met de hand schrijven. Maar goed dat dit er is voor mensen die niet zonder telefoon kunnen. 
  • Van collega Willy: een goed stuk over vaagtaal. Misschien hadden ze er in Zwolle wat aan gehad bij het protest tegen wollige taal?
Geplaatst in Leestips, schrijftips | Geef een reactie

Stukje Gent online en meer AI

Louise Cornelis Geplaatst op 18 juli 2024 door LHcornelis18 juli 2024  

Ik schreef hier laatst over de interessante studiemiddag in Gent over AI en schrijven die ik bezocht. Een stukje daarvan staat nu online: de openingsspeech van Walter Daelemans met als titel ‘Moeten we bang zijn voor filosofische zombies?’ De moeite waard! Het is eigenlijk een kijktip en geen leestip, maar daarvoor heb ik geen aparte categorie op dit blog. Wel een echte leestip: op diezelfde site neerlandistiek.nl stond in de tussentijd ook nog een goed stuk van Marc van Oostendorp over hetzelfde onderwerp: ‘Chatbots als kletskoekmachines’.

 

Geplaatst in Leestips | Geef een reactie

Inlevingsvermogen groeit gaandeweg

Louise Cornelis Geplaatst op 12 juli 2024 door LHcornelis12 juli 2024  

Soms lijkt er in mijn werk ineens één thema dominant. De laatste weken was dat inlevingsvermogen. Ik coach twee schrijvers en ik kwam bij allebei uit op dat begrip en in een training ging het er ineens ook uitvoerig over: je inleven in de lezer.

Het piramideprincipe is daar een instrument voor, omdat het je vraagt waarom- en hoe vragen te stellen vanuit het perspectief van je lezer, en zodoende je gegevens te interpreteren in datzelfde licht. Zo kom je tot een lezergericht verhaal.

Maar dat gaat niet altijd zomaar goed. In één van die gevallen van de laatste weken had een document een duidelijke hoofdboodschap en een hoe-gerichte onderbouwing, maar de lezer kon er niks mee. Ik snapte dat meteen wel: de hoofdboodschap bevatte de conclusie van het het (interessante!) onderzoek dat de schrijver had gedaan, met als vraag ‘hoe dan?’ – maar dan slaat het ook op de stappen van dat onderzoek. Dan gaat de tekst dus over de belevenissen van de schrijver. Zo praatte die er ook over: ‘ik heb zus-en-zo bedacht’. Ja, maar wat moet de lezer daarmee? Dat vroeg ik: wie is dat eigenlijk, die lezer, en wat wil je hem of haar nou eigenlijk precies vertellen?

Wie is je lezer eigenlijk – die vraag heb ik meermalen gesteld de afgelopen tijd. Wat wil die, wat zijn de belangen, de zorgen? Hoe beter je dat voor ogen hebt, des te beter ga je schrijven. Ik heb daarom als ‘huiswerk’ de laatste tijd de opdracht gegeven de lezer eens beter in kaart te brengen, zo mogelijk door met hem/haar zelf in gesprek te gaan.

In één van die gevallen had ik zelf vooraf een lezer gesproken. Die had een helder verhaal: het ging om beslisstukken, en dus gaat het erom dat de lezer een goede afweging kan maken, in het licht van de strategische belangen van het bedrijf, en inclusief mogelijke ernstig risico’s. Helder, althans, als uitgangspunt – dat moet dan natuurlijk per geval concreet worden, en je moet als schrijver bijvoorbeeld ook nog weten wanneer een risico in de ogen van zo’n beslisser ‘ernstig’ is. Daar krijg je (hopelijk) gaandeweg steeds meer zicht op. Zien of horen wat lezers met je tekst doen is, daarbij noodzakelijke input.

Dat ‘gaandeweg steeds meer zicht krijgen’, dat geldt voor je lezers in het algemeen. Het is precies dit punt dat zich over decennia ontwikkelt: je bij je schrijven steeds beter kunnen voorstellen hoe je lezer je tekst leest (‘knowledge crafting’). Een training of coaching is daar maar een klein stapje in, dat tot bewustwording leidt. Daar begint het mee. Vervolgens is feedback essentieel. Ik kan daar een rol in spelen, maar uiteindelijk is de beoogde lezer de belangrijkste persoon om die te geven. Ook ik ben immers afhankelijk van mijn inlevingsvermogen in de beoogde lezer. Ik heb dat professioneel aangekweekt natuurlijk, maar toch is het beperkt.

Het thema ‘beperkt inlevingsvermogen’ lijkt breder te spelen: ik las een paar weken geleden met veel interesse deze column van Floor Rusman, over een herkenbaar soort botsing. Ze legt daarmee – denk ik – de vinger op een van de zere plekken in de maatschappij op dit moment: dat we ons onvoldoende inleven in anderen. Als schrijven een rol kan spelen in het oefenen daarin, is het van een veel groter belang dan alleen het produceren van die ene tekst.

 

Geplaatst in Leestips, Opvallend, schrijftips | Geef een reactie

Welke rol kan communicatie spelen voor de grote veranderingen die nodig zijn?

Louise Cornelis Geplaatst op 4 juli 2024 door LHcornelis4 juli 2024  

Het houdt mij al een tijdje bezig: de vraag hoe we de grote maatschappelijke veranderingen die nodig zijn voor elkaar gaan krijgen. Ik denk daarbij bijvoorbeeld aan minder energie gaan gebruiken, minder dierlijke producten eten, beter voor onszelf en elkaar gaan zorgen, om maar de naderende crisissen op het gebied van klimaat en gezondheidszorg te adresseren. Vandaar dat ik meteen geïnteresseerd was toen ik de titel zag van het artikel van Hans Hoeken in het  meest recente nummer (2/3 van 2023) van Tijdschrift voor Taalbeheersing: ‘Welke rol kan communicatie spelen bij het oplossen van grote maatschappelijke problemen?’

Hoeken doet zelf onderzoek naar gedragsbeïnvloedende communicatie, maar dit is meer een essay. Dat snap ik wel: hij heeft al eerder laten zien dat er eigenlijk met tekst helemaal niet zo veel kan op dat gebied (zie hier). Dus een verslag van onderzoek waaruit blijkt: zó moet het, dat kun je niet verwachten. Het is sowieso geen erg optimistisch verhaal en het is zeker geen recept. Ik heb er zelf wel wat tips uitgehaald. Die volgen hieronder, met als kanttekening dat het gaat om mijn interpretatie van het artikel – het wordt nergens zo praktisch en ik betwijfel of Hoeken zelf zou meegaan in de maakbaarheid die mijn tips suggereren, maar dat risico neem ik voor mijn rekening:

  • Weet waar je moet zijn voor kennis. We hebben allemaal de neiging te overschatten wat we weten, en draaien ons daarom makkelijk vast in discussies met andersdenkenden. Ga dan liever die discussie niet zelf aan. Ik vond dit een interessant gedeelte in het artikel: het laat zien hoe veel van onze kennis in onze omgeving zit en in anderen, niet in ons eigen hoofd. Als je mensen vraagt of ze weten hoe een fiets eruit ziet, zeggen ze ‘ja’. Maar als ze dan een fiets moeten tekenen, bakken ze er niks van. Want als ze die kennis nodig hebben, lopen ze even naar de schuur.
  • Versterk het vertrouwen in betrouwbare bronnen, zoals de wetenschap en de overheid. Met z’n tegenhanger: bestrijd ‘epistemische vervuiling’: ogenschijnlijk correcte informatie die incorrect is en het vertrouwen in correcte informatie ondermijnt (bijvoorbeeld onderzoek gefinancierd door belanghebbenden zoals de fossiele of farmaceutische industrie). ‘Correct’ wil dan zeggen: waar brede wetenschappelijke consensus over is, zoals dat klimaatverandering door menselijk handelen komt. Vertrouwen is cruciaal in communicatie, in het algemeen, en al helemaal als het gaat om van standpunt te willen en kunnen veranderen. Vanuit evolutionair oogpunt zijn we daar de hele tijd mee bezig: wie en wat kan ik vertrouwen? Alleen als iemand eerlijk is, levert communicatie namelijk voor beide partijen winst op – zelfs bij tegengesteld belang. (Ik lees daar ook nog in: ‘wees eerlijk’. Dat staat niet zo in het artikel, misschien omdat het vanzelf zou moeten spreken – maar dat doet het niet.)
  • Wees je bewust van twee grote valkuilen in ons denken:
    • Allemaal zijn we geneigd om aan ‘myside bias‘ te doen: als we standpunten, argumenten en hypotheses evalueren, zijn we geneigd dat zo te doen dat het aansluit bij onze eigen overtuigingen. Ja, ook, of misschien zelfs juist, hoog-opgeleide, kritische denkers. Of omgekeerd: op het moment dat een standpunt bij iemand negatieve gevoelens oproept (‘ik mag niet meer op vliegreis/barbecuën’) staat diens hele kritische vermogen op scherp, of de argumenten worden al verworpen nog voor ze goed en wel doordringen. Daar is lastig omheen te redeneren.
    • We zijn ook nog eens geneigd dat evalueren zo te doen dat ons sociale verband in stand blijft. Het hebben van een standpunt is immers niet alleen een persoonlijke kwestie: het maakt je ook deel van een groep van gelijkgestemden. In iets geloven wat incorrect is, is irrationeel vanuit een puur epistemisch standpunt, maar onze ratio is daarnaast ook instrumenteel geöriënteerd: de sociale winst van een incorrect standpunt kan groter zijn dan het hebben van een accuraat wereldbeeld. Hoeken citeert daar een ‘wappie’ (mijn woord) die het letterlijk zo zei: hij had nooit eerder zo veel liefde ervaren als tussen de andere demonstranten tegen de corona-maatregelen.
  • Práát. Schriftelijke massacommunicatie is niet goed in het bewerkstelligen van verandering, gesprekken met vertrouwde mensen zijn dat wel. Om mensen ervan te overtuigen dat belangen wel degelijk parallel lopen en om vertrouwen te kweken, is praten hét middel.
  • Als je dan toch schrijft: maak het zo simpel mogelijk. Verwerkingsgemak speelt een rol bij het accepteren van argumenten. Dus als iets makkelijk leest, zijn we eerder geneigd de inhoud aan te namen. Daar is dan dus wel echt een rol voor schrijvende mensen. Waarbij een complicatie is dat de grote maatschappelijke uitdagingen hartstikke complex zijn. Al te zeer simplificeren doet ze geen recht.
  •  Wees optimistisch over de lange termijn. In de geschiedenis zijn voorbeelden van hoe in de publieke discussie de rede overwint, zoals bij de afschaffing van slavernij en de introductie van de roetveegpieten. Ik sluit graag optimistisch af, maar ik moet er toch wel even bij zetten dat Hoeken zelf dit optimisme relativeert door te wijzen op de grote epistemische vervuiling van de tweede bullet hierboven – die ziet hij als groot gevaar.

Ik vond het een licht deprimerend maar toch zeer nuttig, interessant, leerzaam artikel. Met een paar stevige, confronterende eye-openers: ja, ook ik heb last van de myside bias. Ja, ook ik overschat mijn kennis (herkenbaar, hoor: dat je je vastpraat in een discussie). Ook ik worstel met mijn vertrouwen in de overheid – ik heb daarover geschreven op dit blog.

En laat ik vooral zelf ook niet doen alsof het allemaal wel makkelijk of maakbaar is. Want dan zou ik me schuldig maken aan epistemische vervuiling.

 

Geplaatst in Leestips, Opvallend | Geef een reactie

Nog een zure ervaring met overheidscommunicatie

Louise Cornelis Geplaatst op 14 mei 2024 door LHcornelis14 mei 2024  

Eind februari schreef ik hier twee keer over slechte overheidscommunicatie, wat samen neerkwam op een rare spagaat: wat manlief en ik ontvingen, was te veel en complex, óf kinderachtig en onvolledig. Ik las daarom met belangstelling het artikel over het ‘monitoren’ van overheidscommunicatie van Mischa Corsius, Els van der Pool en Wouter Sluis-Thiescheffer in Tijdschrift voor Taalbeheersing (nummer 1 van 2023, pas onlangs in de brievenbus gekomen, en helaas met onleesbaar kleine afbeeldingen).

Het artikel gaat vooral over dat monitoren: het meten van tekstkwaliteit. Drie onderzochte methoden daarvoor zijn complementair: automatische begrijpelijkheidsanalyse, ‘check-gesprekken’ met de schrijvende ambtenaren en lezersonderzoek. Het eindigt echter met enkele algemene aanbevelingen voor de praktijk van schrijven bij de overheid (p. 59):

  1. Maak teksten helder en kort
  2. Gebruik een vriendelijke toon
  3. Geef lezers meer mogelijkheden om een (web-)tekst te vinden
  4. Personaliseer informatie waar mogelijk
  5. Test met lezers of de communicatie afdoende is.

Met die recente twee ervaringen onderschrijf ik dit van harte. Ik bedoel: ik herken ze alle vijf. Er is daar nog een wereld te winnen.

Er kwam gister nog een ervaring bij, zij het door mijn verhuizing op afstand: de vergunning waar ik het in februari over had, werd onlangs verleend. In de ‘zienswijzennota’ zijn alle 25 ingediende zienswijzen ongegrond verklaard, op één na: een positieve. Daarvoor is een elf pagina’s lange (punt 1), vaak slecht beargumenteerde tekst nodig, met de bittere hoofdboodschap aan het eind. De toon ervaar ik als niet-empathisch en op cruciale punten ronduit lomp (punt 2). Dat zit ‘m in formuleringen als ‘men beweert dat’  en ‘men eist’, maar ook gaat het over een aantal door ons ingebrachte zaken niet, wat als genegeerd worden voelt. De tekst is sowieso algemeen en onpersoonlijk (punt 4) en er volgt niets meer op, nouja, formeel gezien bezwaar maken, maar de communicatie stopt hier (punt 5). Ik heb ‘m bovendien zelf ergens uit overheid.nl moeten opdiepen (punt 3).

In de specifieke aanbevelingen van het artikel van Corsius e.a. staat ook nog dat het goed is om een contactpersoon te vermelden (p. 60). Dat is wel heel treffend: de naam onder die zienswijzennota (geen brief – het ‘Met vriendelijke groet’ vind ik ook al gek) is zwartgelakt:

Ik ben blij met onze verhuizing, maar ik hield er toch een zuur gevoel aan over. En de volgende deuk in mijn vertrouwen in de overheid.

 

Geplaatst in Leestips, Opvallend, schrijftips | Geef een reactie

Ik geef dit boek 5 sterren

Louise Cornelis Geplaatst op 2 april 2024 door LHcornelis11 maart 2024  

Ik las het bijna in één ruk uit: Het best verkochte boek ooit – met deze titel. Hoe cijfers ons leiden, verleiden en misleiden van Sanne Blauw. Ik heb er niet eens zo heel veel nieuws uit geleerd, behalve dan een heleboel nieuwe voorbeelden en anekdotes, maar ik heb er wel veel bevestiging in gevonden en ik heb volgens mij nog nooit eerder iets gelezen dat zo toegankelijk uitlegt wat er allemaal niet deugt aan die zogenaamd ‘objectieve’ cijfers – van dat ‘meten is weten’, weet je wel?

Ik vond het meteen vanaf de eerste pagina’s een feest van herkenning hoe zeer Blauw bepleit dat objectiviteit niet bestaat. Het staat er letterlijk, op p. 11 al: cijfers zijn nóóit objectief. Dat gaat niet eens om doelbewuste manipulatie of andere trucs, maar gewoon omdat er aan cijfers altijd keuzes vooraf gaan. Blauw illustreert dat met een ervaring tijdens eigen veldonderzoek in Bolivia, toen ze zich realiseerde dat zij zelf het was die een groot aandeel had in  hoe de cijfers van dat onderzoek eruit kwamen te zien. Zíj had bepaald dat ‘geluk’ een belangrijke variabele was, en dat je die kunt meten. Die getallen scheppen orde, maar die is bedrieglijk.

Desalniettemin zijn zulke getallen belangrijk. Ons leven wordt voor een groot deel bepaald door getallen, en mogelijk zelfs steeds meer: van de smartwatches tot de algoritmes van ‘big data’. Daar zitten goede kanten aan: getallen redden levens door bijvoorbeeld patronen in ziektes zichtbaar te maken en daarmee de oorzaak bloot te leggen.

Maar er zitten ook minder verkwikkelijke kanten aan. Een groot voorbeeld van Blauw is het meten van IQ, en hoe daarmee ‘bewezen’ werd dat zwarte mensen ‘dommer’ zouden zijn. Maar wat meet zo’n test nou eigenlijk? In elk geval is intelligentie een lastig te kwantificeren concept, zeker als het zou gaan om iets aangeborens. En wat is ‘zwart’ en ‘wit’ eigenlijk – dat zijn ook geen simpele categorieën. Dat kende ik al wel zo’n beetje, maar de analyse van de meetfouten in het beroemde sex-onderzoek van Kinsey (1948) was nieuw voor mij en dat is natuurlijk een sappig onderwerp om bijvoorbeeld te laten zien hoe makkelijk een steekproef, zelfs een grote, niet representatief is. Of wat te denken van peilingen voor verkiezingen? Zitten allerlei haken en ogen aan, en toch kan één zetel verschil maken dat een lijsttrekker niet bij een talkshowtafel aanschuift.

Dat zijn voorbeelden die ik ken uit de methodologie, maar waar dus meestal wetenschappelijk en dus ‘moeilijk’ over geschreven wordt. Dit boek is echter hartstikke toegankelijk. Het is goed en meeslepend geschreven, met een boel aansprekende voorbeelden en eigen ervaringen. Ook recente: de coronacrisis met al z’n getallen en grafieken heeft er een plek in gekregen.

En je hebt er ook wat aan: aan het eind staat een checklist voor hoe om te gaan met getallen. Met daarin ook ‘Wat voel ik?’ Want als je zelf ergens sterk bij betrokken bent, positief of negatief, ben je meer geneigd je onderbuikgevoel de interpretatie van de getallen te laten bepalen. Die neem ik mee. En ik zeg het al wel eens tegen mijn schrijvende professionals, maar ga het nog vaker zeggen: noem iets niet objectief alleen maar als er data aan te pas komen.

 

Geplaatst in Leestips | Geef een reactie

De cirkels van schrijven in het publieke domein

Louise Cornelis Geplaatst op 7 maart 2024 door LHcornelis3 maart 2024  

In mijn verslag van de VIOT-conferentie schreef ik dat Geerke van der Bruggen in haar presentatie een  mooi cirkelmodel liet zien van de lezersgroepen van rechterlijke uitspraken. Ik heb haar daarnaar gevraagd, en het blijkt te staan in een boek van haar (en twee andere auteurs): Spreekt het recht tot iedereen? Hoe de functionaliteit van het strafvonnis kan worden vergroot. Ik kende dat nog niet, ik heb het inmiddels gelezen. Ik vond het zeer de moeite waard.

De auteurs laten op basis van een analyse van lezersbehoeften en grondig tekstonderzoek zien dat de conventionele manier van opstellen van een strafvonnis de lezers ervan niet bepaald tegemoet komt, ook of zelfs andere juristen niet. Ze doen voorstellen om de tekst te verbeteren, maar hebben daarbij als kanttekening dat het veranderen van zulke conventies niet makkelijk is – iets waar ik onlangs ook al over schreef. Ik las met instemming dat conventies ook het gevolg zijn van het opleidings- en socialisatietraject van professionals (rechters in dit geval). Je moet wel ‘in de maat lopen’ (p. 85).

Maar ik was natuurlijk ook op zoek naar dat cirkelmodel, welnu, gevonden, op p. 30:

Ik herkende dat model meteen van mijn opdrachtgevers in het publieke domein, zoals het AcICT. Ik denk dat het, met misschien net iets andere woorden, geldt voor alle vormen van schrijven door experts in dat domein: je schrijft voor de direct belanghebbenden én voor een diverse groep van steeds verder op afstand staande lezers daaromheen, tot aan uiteindelijk het algemene publiek. Al die lezersgroepen zijn onder te verdelen in vakgenoten en leken. Het verschil tussen, zeg, een direct belanghebbende vakgenoot en een burger (of journalist) zonder specifieke kennis is reusachtig, en dat maakt schrijven ingewikkeld. Ik denk zelfs dat het onmogelijk is om al die partijen met één tekst goed te bedienen.

Zo wordt zichtbaar dat schrijven in het publieke domein veel complexer is dan voor een prototypische adviseur. Die schrijft voor een direct betrokken leek. Punt. Met één oranje rondje ben je klaar. Nouja, er kunnen meelezers zijn, maar die zijn sterk ondergeschikt. Soms is de direct betrokkene ook ter zake deskundig, maar dat is zeldzaam. Alleen al dat zulke rapporten – in principe – niet openbaar worden maakt al heel veel uit.

Ik vind dit model inhoudelijk interessant, maar ook een voorbeeld van een geslaagde visualisatie. In het boek staat er nog één, op p. 78. Maar die moet je zelf maar gaan bekijken.

 

 

Geplaatst in Leestips | Geef een reactie

Hoofdboodschap voorop is zo veel meer dan een teksttrucje

Louise Cornelis Geplaatst op 23 februari 2024 door LHcornelis26 februari 2025 2

Na de VIOT-conferentie zat ik een beetje te grasduinen op de website van Geerke van der Bruggen en daar vond ik een artikel van iemand die ik ken: Paul van den Hoven, mijn promotor. Het artikel is al uit 2011, maar het was me niet eerder onder ogen gekomen. Misschien omdat het over juridische teksten gaat, en dat is niet specifiek mijn expertise. Paul heb ik ook al in geen jaren gesproken; hij was niet in Enschede. Ik vat het artikel hieronder samen en zal aan het eind vertellen wat ik ervan leerde. In het kort komt dat erop neer dat ik nu nog beter inzie waarom ‘hoofdboodschap voorop’ soms op zo veel weerstand stuit.

Tot mijn verrassing veegt Van den Hoven de vloer aan met het traditionele format van rechterlijke uitspraken, zowel voor wat betreft de stijl (met tussen twee haakjes veel aandacht voor het wegwerken van de verantwoordelijkheid van het besluit door het gebruik van lijdende vormen, waar voor mij een duidelijke link zit naar mijn proefschrift) als voor de volgorde in de tekst. Van den Hoven betoogt dat de opbouw van feiten – overweging – besluit een boel nadelen heeft: het leidt tot herhaling, er zit vaak weinig verband tussen de drie onderdelen zodat het besluit niet grondig is onderbouwd met de argumenten en de feiten, en de volgorde is bepaald niet de optimale voor lezers, zeker niet de leken onder hen.

Die lezers krijgen een verhalend verslag van een fictief besluitvormingsproces voorgelegd, in plaats van dat de beslissing meteen aan het begin staat, gevolgd door de argumenten, rechtsregels en feiten in een goed samenhangend geheel. Daar zouden lezers veel meer baat bij hebben.

Op dat punt in het artikel (p. 506) schreef ik er tijdens het lezen naast: ‘opvallend vernietigend!’ Wat mij namelijk sterk opviel, is hoe negatief Van den Hoven is over het traditionele format – dat in mijn ervaring met hand en tand verdedigd wordt door juristen. Nou is Van den Hoven geen jurist, maar hij is wel een academicus, en die houden natuurlijk ook nogal van de volgorde die geleidelijk opbouwt naar de conclusie. Geïntrigeerd las ik verder.

Inderdaad komt Van den Hoven ook die verdedigende houding tegen. Juridische schrijver zeggen ook tegen hem vaak dat een beslissing-argumentatie-volgorde (‘hoofdboodschap voorop’ dus) partijdigheid suggereert. Bij doorvragen hoezo dat, zeggen ze dat de traditionele volgorde onpartijdigheid suggereert, omdat die het proces van besluitvorming zou reflecteren.

Bovendien doet iedereen het zo: de tekststructuur is sterk door conventies bepaald. Dat is niet toevallig. Achter die conventie schuilt namelijk de modernistische ideologie van juridische besluitvorming: dat het een logisch, deductief proces is, waarbij de persoon van de rechter geen rol speelt. Zet de gegevens en de rechtsregels op een rijtje, en daar rolt dan die ene beslissing uit. Geheel rationeel en objectief. Alsof het de wet zelf is die beslist, in plaats van de persoon van de rechter.

Maar, zo zegt Van den Hoven: dat is een mythe. Rechters geven betekenis; interpretatie, rechtsgevoel, intuïtie en persoonlijk sturen van de rechter spelen daarbij een rol. Een rechterlijke beslissing is mensenwerk, niet een kwestie van het volgen van natuurwetten. Van den Hoven pleit ervoor dat zichtbaarder te maken.

Belangrijk is vooral dat juristen gaan inzien dat ze door vast te houden aan het conventionele format een ideologisch standpunt innemen. In mijn woorden: ‘wij geloven in de modernistische mythe van objectiviteit’. Dat standpunt handhaven vinden ze belangrijker dan het optimaal bedienen van de lezer. Als ze dat inzien, kunnen ze een bewustere keuze gaan maken.

Ik had bij het lezen vlagen van sterke herkenning: wat Van den Hoven schrijft over het schrijven van juristen, herken ik van mijn schrijvende professionals. Hoe vaak heb ik niet tegen adviseurs gezegd dat objectiviteit niet bestaat, en dat ze maar beter kunnen toegeven dat hun eigen interpretatie een rol speelt in het formuleren van het advies; dat adviseren mensenwerk is. En hoe vaak heb ik wel niet gediscussieerd over de waarde van de traditionele, methodologische opbouw van adviesrapporten, namelijk: gelijk aan de standaard-opbouw in de academische wereld. Daarbij heb ik ook vaak gezegd dat ‘hoofdboodschap voorop’ een rapport niet partijdiger of oppervlakkiger of slechter onderbouwd maakt, en dat de conclusies in een traditioneel opgebouwd rapport voor mijn gevoel juist vaak uit de lucht vallen.

Dat de volgorde van het traditionele adviesrapport een geïdealiseerd onderzoeksproces schetst, een mythe dus, dat heb ik volgens mij nooit tegen schrijvende professionals gezegd. Wél tegen studenten, over academisch schrijven. Dat dat het wetenschappelijke spel is: je schrijft het zo op alsof het zo gegaan is, zo hoort dat, en dat maakt het idealiter reproduceerbaar. In elk geval lijkt het erop dat de conclusie noodzakelijk de enige is, en dat iedereen die zo zou trekken. Maar in het echt verloopt een onderzoek veel rommeliger en grilliger en is de persoon van de onderzoeker ook veel meer in het geding, al is het alleen maar omdat die doorlopend keuzes maakt. Misschien moet ik dat eens vaker tegen adviseurs zeggen: het gaat hoe dan ook om je voorstelling van zaken, niet om hoe het ‘echt’ gegaan is.

Als ik Van den Hoven volg gaat het zelfs nog een stap verder. Ook adviseurs kunnen de keuze maken tussen enerzijds optimale lezergerichtheid en anderzijds vasthouden aan de mythe van de neutrale expert die objectief en onafhankelijk tot de enige mogelijk conclusie komt. Die keuze is niet waardevrij: het traditionele, methodologische format houdt een mythe in stand die lezers schaadt.

Dat vond ik een heftig inzicht – zo scherp heb ik het eigenlijk nog nooit iemand horen zeggen. Ik begrijp zo beter waarom ‘hoofdboodschap voorop’ soms op zo veel weerstand stuit.

Het gaat om zo veel meer dan een plekje in een tekst. Als ik ‘hoofdboodschap voorop’ voorstel, kriebel ik aan het geloof in die modernistische mythe. Als dat geloof voor iemand onaantastbaar is, is dat kriebelen moeilijk te verdragen.

Tot slot: anders dan Van den Hoven denk ik dat de keuze tussen ‘hoofdboodschap voorop’ of het traditionele format niet alleen een ideologische keuze is. Ik zie dat als het principiële punt, maar in de praktijk spelen andere zaken ook een rol. Van jonge juristen kun je niet zomaar verlangen de boel om te gooien, zij moeten het spel wel meespelen. En veel lezers kennen de conventie en stemmen hun leesgedrag erop af – wat ook bleek uit mijn onderzoek: hoofdboodschap voorop is verwarrend voor lezers die het piramideprincipe niet kennen. Dat maakt het wat minder zwart-wit.

Desalniettemin blijf ik schrijvende professionals kriebelen. En ik blijf nieuwe opdrachtgevers ook vertellen dat ze gaan schrijven met het piramideprincipe niet moeten onderschatten, dat het niet iets is wat je in een middagje leert, en dat het soms weerstand oproept. Waarom dat laatste zo is, begrijp ik dankzij mijn promotor nu beter.

 

Geplaatst in Leestips, Piramideprincipe-onderzoek, schrijftips | 2 reacties

Enkele links

Louise Cornelis Geplaatst op 14 augustus 2023 door LHcornelis3 augustus 2023  

Ik post hier regelmatig een overzicht van interessante links. Dat is alweer even geleden: juni 2022. Toen zat er ook een dik jaar tussen maar had ik een hele waslijst. Nu zijn het er minder: gezien de verstreken tijd is de oogst nu mager. Ik heb af en toe tussendoor iets apart opgepikt, zoals een aantal keren over ChatGPT en laatst over de vraag wat een woord is. Verder denk ik dat Twitter minder oplevert dan vroeger, door de veranderingen daar (moet ik ‘X’ schrijven eigenlijk?): ik ben er zelf terughoudender mee en ik denk dat dat voor meer vakgenoten geldt, want ik zie er minder interessante vakinhoudelijke dingen voorbijkomen dan voorheen. Dat is jammer, maar gelukkig is er nog steeds wel veel moois te vinden, onder andere via mijn vaste blogs neerlandistiek.nl en slidemagic.com die ik trouw blijf volgen. Hier is mijn oogst sinds vorig jaar:

  • Leuk weetje op het raakvlak tussen woord en beeld: het symbool voor vrede is makkelijker te onthouden dan het woord.
  • Over de eerste persoon: een kort goed stuk over ik in academische teksten, en twee leuke observaties over de politiek: ik voorop (‘een hekkinkje doen’) en het hooghartige van mijn (het gebruik van de eerste persoon fascineert mij al lang, sterker nog: een van mijn eerste blogposts hier, inmiddels al ruim 15 jaar geleden, ging erover). 
  • Herkenbare gedachtegang: rapport heeft samenvatting nodig, samenvatting wordt zo lang dat die een samenvatting nodig heeft… Gaat iets niet goed dan!
  • Ook heel herkenbaar, en dat is niet toevallig, want Willy en ik werken samen: dat een goed tekstproject ook wat vraagt van de opdrachtgever.
  • Iets wat ik soms wel van de daken wil schreeuwen: maak kolommen als je in Powerpoint (landscape) schrijft.
  • Een mooie gedachte over lezergerichtheid: je lezer (nouja, hier: publiek, maar dat maakt niet uit) is geen functionaris, maar een echt mens.
  • Met een opdrachtgever had ik het uitgebreid gehad over de ‘curse of knowledge’, zo bepalend voor schrijven. Ik kreeg daarna deze link toegestuurd, en daarop staat het probleem haarfijn uitgelegd. Eén van de remedies die ik van harte onderschrijf: boodschaptitels gebruiken.
  • Een  mooi pleidooi over het belang van schrijven bij werken op afstand (zoals thuis/online).
  • Nog wat beschouwender: een stuk over de sociale kant van denken (en dus ook van schrijven). We denken niet in ons eentje.

 

 

Geplaatst in Leestips, Presentatietips, schrijftips | Geef een reactie

Bericht navigatie

← Oudere berichten
Nieuwere berichten →

Recente berichten

  • Het passief is niet neutraal
  • Met genderneutraal verwijzen gaat een subtiel ander onderscheid verloren
  • Ik mag sturen
  • De richting van de vragen hoort bij lezergerichtheid
  • Doe toch echt maar het gewonere woord

Categorieën

  • Geen rubriek (10)
  • Gesprek & debat (30)
  • Gezocht (9)
  • Leestips (313)
  • Opvallend (541)
  • Piramideprincipe-onderzoek (98)
  • Presentatietips (153)
  • schrijftips (886)
  • Uncategorized (45)
  • Veranderen (38)
  • verschenen (202)
  • Zomercolumns fietsvrouw (6)

Archieven

  • mei 2025
  • april 2025
  • maart 2025
  • februari 2025
  • januari 2025
  • december 2024
  • november 2024
  • oktober 2024
  • september 2024
  • augustus 2024
  • juli 2024
  • juni 2024
  • mei 2024
  • april 2024
  • maart 2024
  • februari 2024
  • januari 2024
  • december 2023
  • november 2023
  • oktober 2023
  • september 2023
  • augustus 2023
  • juli 2023
  • juni 2023
  • mei 2023
  • april 2023
  • maart 2023
  • februari 2023
  • januari 2023
  • december 2022
  • november 2022
  • oktober 2022
  • september 2022
  • augustus 2022
  • juli 2022
  • juni 2022
  • mei 2022
  • april 2022
  • maart 2022
  • februari 2022
  • januari 2022
  • december 2021
  • november 2021
  • oktober 2021
  • september 2021
  • augustus 2021
  • juli 2021
  • juni 2021
  • mei 2021
  • april 2021
  • maart 2021
  • februari 2021
  • januari 2021
  • december 2020
  • november 2020
  • oktober 2020
  • september 2020
  • augustus 2020
  • juli 2020
  • juni 2020
  • mei 2020
  • april 2020
  • maart 2020
  • februari 2020
  • januari 2020
  • december 2019
  • november 2019
  • oktober 2019
  • september 2019
  • augustus 2019
  • juli 2019
  • juni 2019
  • mei 2019
  • april 2019
  • maart 2019
  • februari 2019
  • januari 2019
  • december 2018
  • november 2018
  • oktober 2018
  • september 2018
  • augustus 2018
  • juli 2018
  • juni 2018
  • mei 2018
  • april 2018
  • maart 2018
  • januari 2018
  • december 2017
  • november 2017
  • oktober 2017
  • september 2017
  • augustus 2017
  • juli 2017
  • juni 2017
  • mei 2017
  • april 2017
  • maart 2017
  • februari 2017
  • januari 2017
  • december 2016
  • november 2016
  • oktober 2016
  • september 2016
  • augustus 2016
  • juli 2016
  • juni 2016
  • mei 2016
  • april 2016
  • maart 2016
  • februari 2016
  • januari 2016
  • december 2015
  • november 2015
  • oktober 2015
  • september 2015
  • augustus 2015
  • juli 2015
  • juni 2015
  • mei 2015
  • april 2015
  • maart 2015
  • februari 2015
  • januari 2015
  • december 2014
  • november 2014
  • oktober 2014
  • september 2014
  • augustus 2014
  • juli 2014
  • juni 2014
  • mei 2014
  • april 2014
  • maart 2014
  • februari 2014
  • januari 2014
  • december 2013
  • november 2013
  • oktober 2013
  • september 2013
  • augustus 2013
  • juli 2013
  • juni 2013
  • mei 2013
  • april 2013
  • maart 2013
  • februari 2013
  • januari 2013
  • december 2012
  • november 2012
  • oktober 2012
  • september 2012
  • augustus 2012
  • juli 2012
  • juni 2012
  • mei 2012
  • april 2012
  • maart 2012
  • februari 2012
  • januari 2012
  • december 2011
  • november 2011
  • oktober 2011
  • september 2011
  • augustus 2011
  • juli 2011
  • juni 2011
  • mei 2011
  • april 2011
  • maart 2011
  • februari 2011
  • januari 2011
  • december 2010
  • november 2010
  • oktober 2010
  • september 2010
  • augustus 2010
  • juli 2010
  • juni 2010
  • mei 2010
  • april 2010
  • maart 2010
  • februari 2010
  • januari 2010
  • december 2009
  • november 2009
  • oktober 2009
  • september 2009
  • augustus 2009
  • juli 2009
  • juni 2009
  • mei 2009
  • april 2009
  • maart 2009
  • februari 2009
  • januari 2009
  • december 2008
  • november 2008
  • oktober 2008
  • september 2008
  • augustus 2008
  • juli 2008

©2025 - Louise Cornelis
↑