Lieve de Wachter hoorde ik in de afgelopen jaren zinnige dingen zeggen over schrijven met generatieve AI. Ik keek daarom uit naar het boek dat zij met drie collega’s schreef: Wetenschappelijk schrijven in tijden van AI. Waar ik vooral benieuwd naar was: zou daar nou eens een heldere instructie in staan voor het schrijven van goede prompts? Daar had ik al eens naar gezocht, en nog niet iets nuttigs gevonden.
Die instructie is er inderdaad, al duurde het lang voordat ik die tegenkwam. Het is namelijk een bijlage, op p. 231-232. Dat is achteraan het boek, maar bovendien had ik er bij doorbladeren overheen gekeken. Het zijn maar twee pagina’s immers, en die zijn niet eens vol. Het is één tabel, met zes prompt-elementen, elk voorzien van korte uitleg en een of twee voorbeelden. De elementen zijn taak, rollenspel, stappen, context, doel en vorm. ‘Als het zo simpel is…’ dacht ik. Kennelijk overschatte ik de moeilijkheid, of hoopte ik nog iets wonderbaarlijks nieuws te leren ofzo. Dit soort dingen wist ik eigenlijk al, al had ik zo’n net lijstje niet kunnen geven. Ik wil volgende volgende week ChatGPT iets laten schrijven als experiment (voor een workshop over AI namelijk), dat ga ik met deze tabel eens sytematisch aanpakken, kijken of het lukt (wordt vervolgd dus).
Dat die instructie achterin staat en niet op een prominentere plek, heeft er mogelijk mee te maken dat dit in de eerste plaats een leerboek is over academisch schrijven, met daaraan gekoppeld de mogelijke ondersteuning daarbij van grote taalmodellen. Het gaat dus veel over wetenschappelijk teksten in het algemeen, gericht op studenten, hun schrijfproces volgend. Dat heb ik slechts vluchtig bekeken.
De toevoegingen over AI hadden meer mijn interesse. Die zijn nuttig en helder. Het is uitleg met tips, voorbeelden en opdrachten. Vooral de voorbeelden vond ik leuk om te zien: daarin komt aan de orde wat ChatGPT ‘doet’ met een tekst, bijvoorbeeld als je vraagt passieven weg te werken. Dat wordt dan eerst te persoonlijk (al denk ik daarbij altijd ook wel stiekem: waarom is dat toch zo erg in de wetenschap?), dan komen de passieven toch weer terug, dan iets met men, dan weer te persoonlijk… het is nog niet makkelijk, net zoals dat het voor een schrijver en bloed is, en zeker niet appeltje-eitje. Je moet dus altijd zelf kritisch blijven. De AI-tool laten uitleggen wat er verandert kan helpen.
Zo laten de voorbeelden ook zien wat er niet kan met AI. De inleiding sluit daarbij aan, bijvoorbeeld door duidelijk te maken dat AI de gegenereerde tekst niet echt begrijpt, maar alleen statistisch genereert, en dat dat zo z’n beperkingen heeft. Daaruit vloeien algemene regels voor gebruik voort, zoals dat je altijd zelf kritisch moet checken of er klopt wat er staat. Belangrijk principe is ook dat goed gebruik van AI bij het schrijven iteratief is, dus dat je niet zomaar tevreden bent met het eerste resultaat, maar dat gebruikt om je prompts te verfijnen en zo de tool ’te leiden naar het antwoord dat je zoekt’ (p. 22). In goede handen kan generatieve AI zo tot uitstekende teksten leiden.
‘In goede handen’, schrijf ik bewust. Ook na dit boek blijft mijn beeld onveranderd: je moet nog steeds zelf goed kunnen schrijven om je AI-tool te begeleiden. Misschien moet je het zelfs nog wel beter kunnen dan voorheen, want je hebt er ook meta-vaardigheden voor nodig: de tekst beoordelen en er prompts over kunnen formuleren. Als je dat goed doet, neemt AI je wat werk uit handen. In mijn ogen zit dat vooral op het gebied van samenhang bewerkstelligen, samenvatten en afwerken (eindredactie). Maar om nou te zeggen dat iets goeds schrijven als geheel er sneller of makkelijker van geworden is – nee. Daarvoor zijn wetenschappelijke teksten, maar ook de teksten van schrijvende professionals, te complex.
Dit boek is de moeite waard, maar het is wel nog maar een begin. Het is nog een beetje te veel stukjes over AI aan een bestaand, traditioneel schrijf-lesboek vastgeplakt. Dat is zelfs visueel zo: de AI-gedeeltes zijn blauwe kaders met een symbool ervoor, los te knippen van de hoofdlijn van het boek. Maar dat snap ik: je moet en wil ergens beginnen; aan een boek als dit is behoefte – voor veel schrijfdocenten is de omgang met AI nog een hele uitdaging. Dan is dit een goed begin. Een volgende stap is meer integratie. Ik kijk daarnaar uit!