Interessant stuk op Neerlandistiek vorige week. Het gaat over het verschil in formuleren tussen de twee partijen in de oorlog tussen Israël en Gaza, ik citeer:
Aan Palestijnse zijde ‘vallen er doden’. Aan Israëlische zijde ‘hebben Palestijnse terroristen burgers vermoord’.
Dat verschil in framing interesseert me vanwege de rol van de lijdende vorm, het passief, erin, ooit mijn promotieonderwerp. Die constructie maakt het mogelijk om uit beeld te laten wie er verantwoordelijk is voor een handeling: ‘De burgers werden vermoord’. De term framing bestond toen nog niet, of was mij nog niet bekend, anders had ik er zo wel over geschreven. Ik heb de Critical Discourse Analysis (die in het artikel een beetje belachelijk gemaakt wordt) wel gebruikt, en toegepast op een veel onschuldiger domein: het landskampioenschap voetbal van Ajax. ‘Wordt er gescoord’ of ‘scoort Litmanen’? Dat verschilt per krant en hangt samen met aan wiens kant die krant staat, dus het NRC doet dat anders dan het Parool. Sindsdien doe ik er regelmatig aan, soms ook op dit blog.
Met het stuk op Neerlandistiek ben ik het grondig eens dat ‘er vallen doden’ geen passief is. Leken doen dat, ik leg in mijn trainingen wel eens uit hoe het zit. Maar een serieuze taalkundige mag zo’n fout echt niet maken.
Waar ik het echter niet mee eens ben, is dat de lijdende vorm een ‘onschuldige’ manier zou zijn om lange door-bepalingen achteraan in de zin te krijgen:
Als je ergens een passieve zin leest, hoeft dat helemaal niet te betekenen dat er doelbewust een stilistische kunstgreep is gebruikt om de verantwoordelijkheid af te schuiven.
Niet doelbewust, okee – maar framing is heel vaak helemaal niet doelbewust, daar gaat het juist om: dat je niet kunt formuleren zonder keuzes te maken hoe je de dingen weergeeft. Soms kan dat heel bewust, vaak is dat niet zo, maar dan is de manier waarop je formuleert nog steeds wel interessant.
Wat is die framing dan, ook met een lange door-bepaling? Ik heb daar in mijn proefschrift een boel over geschreven. De essentie voor nu is dat het verschil tussen actief en passief groter is dan de woordvolgorde – er is een subtiel verschil in betekenis. Daarvan geef ik in dat proefschrift dit voorbeeld:
- Hij werd door de bliksem getroffen
- De bliksem trof hem
Voel je ‘m, de personificatie van bliksem in de tweede zin?
Of deze:
- Hij werd door een auto aangereden
- Een auto reed hem aan.
In de tweede zin deed de auto dat meer expres dan in de eerste. Dit soort framing is heel algemeen als het over verkeer gaat, zie daarover Het recht van de snelste: we zien de daders niet als zodanig. Laat staan dat we hier een mens zouden noemen.
Dus als een taalgebruiker in een split second de keuze maakt tussen deze twee opties:
- Palestijnen vermoorden Israëlische burgers
- Israëlische burgers worden door Palestijnen vermoord (of: er worden….)
… dan maakt dat uit in het wel of niet neerzetten van die terroristen als menselijk en verantwoordelijk. En dat zegt wel degelijk iets over je wereldbeeld.
Inderdaad hoort moreel gedreven taalkundig onderzoek net uitgevoerd te worden. Maar dat geldt ook voor een kritische reactie daarop.