↓
 

Louise Cornelis

Tekst & Communicatie

  • Home |
  • Lezergericht schrijven |
  • Over Louise Cornelis |
  • Contact |
  • Weblog Tekst & Communicatie

Categorie archieven: Gesprek & debat

Bericht navigatie

← Oudere berichten

Gesprekspijn

Louise Cornelis Geplaatst op 10 november 2020 door LHcornelis10 november 2020  

Vanmiddag gaat het college Tekstgenres over gesprekken, ‘interpersonal spoken registers’. Ik herlas daarnet het hoofdstuk daarover in het boek. Ik kon het me niet herinneren van van de zomer, toen ik de collegestof voor het eerst doornam, maar nu had ik bij het lezen af en toe een knoop in mijn maag. Van alle genres is juist deze zo anders nu, door corona. Een achteloos zinnetje als (p. 89):

In terms of the setting, these participants (…) usually share the same physical space (apart from special cases, like with a telephone conversation)’ .

Ik heb natuurlijk nog steeds een boel gesprekken waarin ik de physical space deel met m’n gesprekspartner, maar dat is toch heel vaak dezelfde – bovenproportioneel. Ik bedoel: in het totale aandeel van mijn gesprekken zijn die met het andere lid van mijn huishouden relatief oververtegenwoordigd, omdat zowel hij als ik veel meer thuis zijn, en omdat ik veel minder andere gesprekken voer dan normaal. Van die andere gesprekken is dan ook nog eens een groot deel zo’n ‘special case’, vooral videobellend. Mijn conversatieleven ziet er nu heel anders uit dan normaal. Dat wrijft zo’n zinnetje er even in – want ik mis het, die gesprekken in de same physical space. Vrienden zie ik zo nog wel, maar werken doe ik zo niet meer.

Het strakst werd de knoop in mijn maag toen ik naar de opdrachten keek. Die voor de studenten betreft de conversatie in een soapserie (vergelijken met natuurlijke gesprekken), maar de opdracht erna in het boek (p. 109) betreft het analyseren van een ‘service encounter’, zoals:

…checking out a book at the library, or setting your bill at a restaurant.

‘Het is goed dat ze die opdracht niet moeten doen,’ dacht ik vanochtend, ‘want die kan nu nauwelijks.’ Het is frappant dat we net in (hopelijk? waarschijnlijk?) de meest beperkte fase van de tweede golf, met de verzwaringen van vorige week, aan dit onderwerp toe zijn.

Wel is het zo dat ik denk dat er een heleboel onderzoekers zich verkneukelen op de speciale communicatie-omstandigheden van nu. Er ontstaan immers nieuwe genres, zoals het online overleg, met specifieke registerkenmerken als ‘je staat nog op mute’,  ‘ik zie jou wel, zie je mij?’ en ‘ik hoor je wel maar ik zie je niet’. Maar ook heb ik me moeten aanwennen (en het gaat nog niet altijd goed) om mijn vragen omgekeerd te stellen. Dus bijvoorbeeld als ik de agenda van een training voorstel, dan was ik geneigd te vragen ‘okee?’ en dan de groep rond te kijken om het knikken te zien. Maar als ik mijn scherm deel, kan ik dat vaak niet zien (hangt van de applicatie af), soms staan de camera’s uit, en sowieso is de non-verbale respons nogal beperkt. Dus stel ik nu mijn vragen negatief, met ‘zwijgen is toestemmen’: ‘voor wie is dit niet okee?’ En dan moet ik een onnatuurlijk lange stilte laten vallen zodat de deelnemers eventueel hun microfoon van mute kunnen halen. Allebei is ‘gek’ ten opzichte van vroeger, c.q. normaal – en ten opzichte van het boek dus.

Zo ontstaan er dus nieuwe genres, met hun registers (kenmerkend taalgebruik) en gewoontes. Eerder al had ik het hier al een paar keer (laatste) over het geschreven genre van het corona-protocol – gelukkig over z’n piek.

Interessant voor wat betreft genres vond ik ook het onderscheid tussen de persconferenties en het persmoment van 27 oktober. Een persmoment zou ‘lichter’ zijn en geen nieuws bevatten, maar dat was alleen van de kant van de zender zo bepaald. Bij een deel van het publiek kwam de inhoud wel degelijk hard aan. Vooral de tussen-neus-en-lippen-opmerking van minister De Jonge over dat de maatregelen van de gedeeltelijke lockdown nog tot half december zouden duren, viel bikkelhard, bijvoorbeeld bij de horeca.

Over welk genre van toepassing is, dus wat de ‘spelregels’ zijn, ‘onderhandel’ je als het ware samen. Je kunt niet eenzijdig bepalen dat iets ‘licht’ is en ‘geen nieuws’. Communicatie komt van twee kanten.

Geplaatst in Gesprek & debat, schrijftips | Geef een reactie

Drogredenen inderdaad onredelijk

Louise Cornelis Geplaatst op 24 februari 2015 door LHcornelis24 februari 2015  

In de argumentatieleer kun je op basis van regels bepalen of een arumentatie deugdelijk is of niet, dus of je een geldige zet dus of een ongeldige, ook wel drogreden genoemd. Dat is zwart-wit: je argumentatie is redelijk of niet. De praktijk van taalgebruik is echter helemaal niet zo zwart wit: soms kom je weg met drogredenen, en een goede argumenteerder weet handig te manoevreren met zijn zetten.

Desalniettemin blijkt uit onderzoek dat gewone taalgebruikers wel degelijk drogredenen minder redelijk vinden. Dat leerde ik gister bij de taalbeheersingslezing* van Bert Meuffels. Hij doet al jarenlang onderzoek naar de beoordeling van argumentatie door gewone mensen, meestal scholieren. Het gaat dan om bijvoorbeeld de ad hominem (persoonlijke aanval), in deze voorbeelden steeds de laatste gespreksbijdragen:

Voorbeeld 1, okee:

A: Ik vind jou echt een onbetrouwbaar iemand

B: Hoe kom je daarbij?

A: We spraken af dat je het tegen niemand zou doorvertellen, en nou weet het hele dorp het al.

Voorbeeld 2: drogredelijk

A: Ik denk dat de koop van een occasion de beste keus voor ons is

B: Volgens mij moeten we een nieuwe kopen: het onderhoud is veel goedkoper

A: Kom nou toch! Wat weet jij daar nou van? Je hebt geen greintje verstand van auto’s!

Proefpersonen beoordelen de drogredelijke op een schaal van 1 (onredelijk) tot 7 (redelijk; 4 is dus neutraal) met een 3,08 gemiddeld, en de niet-drogredelijke met 5,08. En daarbij gaat het in dit onderzoek niet zozeer om de absolute getallen, maar om de telkens terugkerende rangorde: de drogredelijke zet scoort lager dan de niet-drogredelijke. Dat geldt ook in andere landen, en in verschillende domeinen: bovenstaande voorbeelden komen uit het huiselijk domein, maar in de politiek en wetenschap is de rangorde niet anders.

Dus: drogredenen zijn niet alleen onredelijk omdat ze niet mogen van de argumentatieregels, ze worden ook als onredelijk ervaren door gewone taalgebruikers.

 

 

* Die lezingen worden met enige regelmaat georganiseerd door de vakgroep Taalbeheersing in Leiden waar ik af en toe voor werk.

 

 

 

 

 

Geplaatst in Gesprek & debat, schrijftips | Geef een reactie

Nieuwe website Twinc

Louise Cornelis Geplaatst op 20 mei 2014 door LHcornelis20 mei 2014  

Twinc, het bedrijf van mijn vriendin, vakgenoot, samenwerkingspartner en oud-studiegenoot Marjan Huisman, heeft een nieuwe website: http://www.twinc.nl/ Die is de moeite waard om te bezoeken, vanwege het webdesign (voor mij is de manier waarop de tekst over de beelden lijkt te schuiven verrassend en nieuw), maar ook vanwege de inhoud. Op de gesprek-pagina kun je bijvoorbeeld een PDF downloaden met een prima en beknopt artikel van Huisman over slechtnieuwsgesprekken. Van harte aanbevolen.

En oja, als je ergens in die schuivende beelden een piramide tegenkomt, dan is dat niet toevallig!

Geplaatst in Gesprek & debat, Leestips | Geef een reactie

Armstrongs werkwoordstijden

Louise Cornelis Geplaatst op 1 juli 2013 door LHcornelis1 juli 2013  

Het afgelopen weekend was er rond de start van de Tour de France nogal wat te doen over een uitspraak van Lance Armstrong. Die zou beweerd hebben dat je de Tour onmogelijk kunt winnen zonder doping te gebruiken (zie bijvoorbeeld hier in de Volkskrant). Hij twitterde er echter zelf al gauw achteraan dat hij in de verleden tijd gesproken had, althans, zo begrijp ik zijn Tweet (@lancearmstrong, 29 juni):

For the record, there is a significant difference between WAS and IS. Past and present tense.

Interessant, was dit een kwestie van verkeerd begrepen werkwoordstijden ofzoiets? Ik ging op zoek naar wat hij echt gezegd had, althans, in de vorm waarin het is gepubliceerd: in Le Monde, in het frans dus. Dit is het fragment:

(Vraag:) Une des questions pourrait être : quand vous courriez, était-il possible de faire des performances sans se doper ?
(Armstrongs antwoord:) Cela dépend des courses que tu voulais gagner. Le Tour de France ? Non. Impossible de gagner sans dopage.

Nou heb ik maar 4VWO frans, maar gelukkig wel wat inzicht in tekst en interacctie – en dan is het me kraakhelder dat Armstrong hier praat over zijn eigen verleden. Dat begint heel duidelijk met het aanloopje naar de vraag: ‘quand vous courriez’ (’toen u wielrende’). Dat perspectiveert het antwoord. In de cruciale zin (‘Impossible de gagner sans dopage’) staat niet eens een werkwoord. Als Armstrong iets over het heden had willen zeggen, had hij dat, zoals dat heet, moeten ‘markeren’: nadrukkelijk moeten aangeven, door bijvoorbeeld iets te zeggen als ‘en dat is nog steeds zo’.

Wat laat dit zien? Volgens mij het tekort schieten van de journalistiek. In de eerste plaats rukt Le Monde de uitspraak van Amrstrong al uit zijn verband door de keuze voor de kop boven het artikel. Daar is alles wat het perspectief van de verleden tijd geeft, uit weggelaten.

In de tweede plaats: journalisten lezen dus kennelijk niet verder en nemen die kop klakkeloos over. In de Avondetappe van zaterdag wist geen van de aanwezige sportjournalisten hoe het zat, en Bert Wagendorp lulde zich eruit met iets vaags over hoe moeilijk de vertaling zou zijn. Voor zover ik na kan gaan, is dat onzin.

Mijn vertrouwen in de wielerjournalistiek is ernstiger beschaamd dat dat in de wielersport. Dat is al een tijdje zo, en dit soort incidenten maakt het niet beter.

Geplaatst in Gesprek & debat, Opvallend | Geef een reactie

Toveren met tekstkwaliteit

Louise Cornelis Geplaatst op 17 mei 2011 door LHcornelis17 mei 2011 1

Vorige maand rondde ik mijn cursus socratisch gesprek af en ik schreef daarover toen dat ik nog een keer zou terugkomen op de toepassingsmogelijkheden in mijn werk als trainer en adviseur op het gebied van schriftelijke communicatie. Welnu.

Het is al lang bekend dat trainingen schrijfvaardigheid in organisaties niet leiden tot een verbetering van de kwaliteit van de teksten van die organisatie. In O&O schreven Daniël Janssen er (met twee andere auteurs) daar in 1999 al over: de transfer van het geleerde naar de dagelijkse praktijk is nihil. Volgens mij komt dat vooral doordat in die trainingen schrijven te zeer gezien wordt als een individuele vaardigheid. Een probleem daarin is zou dan dus op te lossen zijn door een instrumentele, technische ingreep: een vaardigheidstraining.

Zo’n aanpak gaat echter voorbij aan een aantal andere zaken die goed schrijven belemmeren, bijvoorbeeld belemmeringen die het individu overstijgen, zoals de rol van de leidinggevende als coach en rolmodel bij het schrijven, of het ontbreken van een duidelijke standaard of beleid in de organisatie: zó willen wij schrijven/op papier met onze klanten omgaan. Ik besteed aan die belemmeringen in mijn trainingen wel aandacht en schreef daar op dit blog ook over, maar ik zoek ook altijd naar andere interventies, liefst voordat ik ga trainen. Het is bijvoorbeeld een goed idee om eerst beleid te ontwikkelen voordat er getraind wordt. Het gaat er dan niet om dat ik zeg hoe ‘het moet’, maar om samen nadenken over de gewenste schrijfcultuur en de belemmeringen daarvoor.

Ik ben bij zulke beleidsbepalende gesprekken tot nu toe altijd probleemoplossend geweest, zo realiseerde ik me door de cursus socratisch gesprek. Ik wist stiekem dus toch wél hoe het moest, had zelfs soms de panklare oplossing al achter de hand (‘piramideprincipe’). De volgende keer ga ik nadrukkelijker voorstellen er eerst samen over na te denken (de crux van het socratisch gesprek).

Het gesprek wil ik voeren volgens de TOVEREN-formule. In een gesprek van een uur (Tijd) wil ik met enkele betrokkenen (waaronder de leidinggevende) ‘de adviesrapporten van onze afdeling’ (Onderwerp) bespreken. Na mijn aftrap formuleren de deelnemers er Vragen bij, en vervolgens brengen zij Ervaringen in, gevolgd door Reacties en reflecties op elkaar. Tegen het eind benoemt de groep de Essentie ervan, en kaarten we Na.

TOVEREN in één belangrijk opzicht anders dan het lange socratische gesprek dat we tijdens de cursus voerden: er is nu wel een bepaald nuttig doel dat binnen enige tijd bereikt moet worden, want het gesprek is de opstap naar een interventie, waarschijnlijk naar herschrijfwerk (maken van een modeltekst) en training en coaching. Ik ben benieuwd of de deelnemers (en ikzelf?!) genoeg kunnen onthaasten om samen na te denken. Voor mij komt daar nog bij dat ik uit de expertrol moet stappen: als ik toch ga vertellen ‘hoe het moet’, komt er van samen nadenken niets terecht.

Natuurlijk bericht ik op dit weblog ook weer over mijn ervaringen.

Meer over TOVEREN staat in het boek Vrije Ruimte. Filosoferen in organisaties, zowel het basis- als praktijkboek, door Jos Kessels, Erik Boers en Pieter Mostert. En zie ook Het Nieuwe Trivium.

Geplaatst in Gesprek & debat | 1 reactie

Socratisch gesproken

Louise Cornelis Geplaatst op 11 april 2011 door LHcornelis11 april 2011 2

Mijn cursus socratisch gesprek is inmiddels al achter de rug: vorige week was de laatste sessie. Ik heb er helaas van de zes eentje moeten missen door ziekte, maar de cursus als geheel gelukkig toch kunnen afronden. Nouja, ik ga ter compensatie van die gemiste keer nog een stukje schrijven over wat ik uit de cursus denk te kunnen gaan toepassen in mijn dagelijkse werk, en dat is alleen maar leuk natuurlijk, want dat levert dan ook wel weer een blogpost op. Dat komt dus nog.

Nu een terugblik. Aan het eind van de laatste bijeenkomst vroeg de docent wat we ervan gevonden hadden. Na even denken zei ik ‘een openbaring’ – beetje groot woord, misschien, maar het drukt voor mij wel uit wat ik wilde zeggen. ik vond het een hele openbaring hoe anders het socratisch gesprek is van alle andere gesprekken die ik ooit voer. In een werksituatie zit er altijd een soort  haast, tijdsdruk, druk om efficiënt te zijn, bij overleggen en gesprekken. Daardoor ben je het al gauw een beetje met elkaar eens, of je zoekt een compromis, en vooruit dan maar. Bij een socratisch gesprek is dat niet de bedoeling, en dan blijkt hoe veel tijd het neemt om écht tot consensus te komen en samen te denken.

Heel anders maakte dat het ook voor mij, ik schreef dat al eerder: doordat er niet per se gauw iets uit moest komen, had ik veel meer geduld dan anders en ook minder structuurbehoefte. Ik kon me ook wel vermaken met wat er gebeurde – al was het zeker ook zo dat ik het af en toe taai vond en lang vond duren, frustrerend ook dat ik dacht dat we er bijna waren, en dat was dan niet zo – maar dat zette me dan toch ook wel aan het denken. Mijn eigen kijk op liegen en de rechtvaardiging daarvan is zeker veranderd!

We hebben net geen consensus bereikt; in het nagesprek bleek dat we er bíjna waren. Ik had net ervoor de verleiding gevoeld om de bal snel in het doel te trappen, want ik heb het laatste deel van het gesprek voorgezeten. Ik vond het opvallend moeilijk om dan niet gehoor te geven aan de druk om toch ergens toe te komen, en aan het eind lukte dat niet helemaal.

Verder ging het leiden van het gesprek gelukkig wel goed, al vond ik het best lastig om mijn aanwezigheid als gespreksleider te doseren. Als het goed is, vervullen alle deelnemers in het gesprek de taken op strategie- en metaniveau (oftewel procedure- en betrekkingsniveau: de bijdragen aan een gesprek die niet over de inhoud gaan, maar over het gesprek en de deelnemers zelf), en hoef je als leider niet veel te doen. Zo aan het eind van het gesprek, met zes bijeenkomsten achter de kiezen, was dat zeker het geval.

Dus: leuk, interessant, nuttig, leerzaam, inspirerend… en binnenkort beschrijf ik wat ik voor toepassingsmogelijkheden zie in mijn werk als schrijfadviseur en -trainer.

Geplaatst in Gesprek & debat | 2 reacties

Protocol zonder aantekeningen

Louise Cornelis Geplaatst op 29 maart 2011 door LHcornelis29 maart 2011  

Hoog tijd om weer eens wat te schrijven hier. Sinds woensdag kamp ik met een fiks computerprobleem (harde schijf pc is gecrasht) waardoor alles wat ik met de computer doe, lastiger is, al is het alleen maar doordat ik op de laptop eerder last krijg van mijn handen. Daarom stelde ik alles wat ik op de computer doe zo veel mogelijk uit, in de hoop dat het snel opgelost zou zijn. Die hoop vervliegt, dus nu toch maar een weblogstukje vanaf de laptop.

Want ik heb er inmiddels alweer twee bijeenkomsten van mijn cursus socratisch gesprek op zitten; we zijn dik over de helft. Gister vond ik het taai; vandaag vond ik het weer heel interessant. Vanwege de discretie die we onderling hebben afgesproken, wil ik niet veel zeggen hier over waar hem dat precies in zit, alleen in heel globale termen: vandaag kwam aan het licht dat het voor sommige deelnemers lastig is om überhaupt een moreel oordeel te vellen – en dat is wel waar we mee bezig zijn. Dat kwam onder andere aan het licht door een voorbeeld dat ik inbracht, dus ik ben vandaag flink ‘aan de bak’ geweest.

Interessant gister vond ik iets heel anders, iets wat mij waarschijnlijk sterk is opgevallen door mijn interesse in schrijven. We hebben het als groep zo geregeld dat degenen die een keer afwezig zijn geweest, als aanvullende opdracht een keer het protocol verzorgen. Protocol verzorgen wil zeggen dat je na afloop opschrijft wat er tijdens het gesprek is gebeurd.

Na afloop – want tijdens het gesprek mag je geen aantekeningen maken, niemand, dus ook de protocolverzorger niet. Idee daarachter is dat je niet goed meedoen en schrijven tegelijkertijd. Om iedereen bij het gesprek te betrekken, schrijft dus niemand.  

De deelnemer die gister het protocol verzorgde, sputterde eerst even: hoe kan je nou een verslag maken als je geen aantekeningen mag maken? De docent zei dat het juist okee is als dat verslag geen precieze notulen zijn. Als er dingen aan ontbreken of fouten in staan, corrigeert de groep dat de volgende keer wel. We beginnen namelijk elke nieuwe bijeenkomst met het doornemen van het protocol. Geen probleem dus als dat niet helemaal goed of af is. Het protocol is een startpunt voor het volgende gesprek, geen vastlegging van ‘en zo is het (gegaan)’. 

Wat me daaraan aanspreekt, is de relatieve status van het geschrevene. Meer en meer denk ik dat het zin heeft om teksten te zien als tussenstappen in een gesprek, vooral bedoeld om de volgende stap in dat gesprek te kunnen zetten, in plaats van als iets wat af en liefst perfect moet zijn.

Vergelijkbaar: ik was afgelopen week ook bezig met het nakijken van tentamens van mijn eerstejaars studenten in Leiden. Zo’n tentamen is een soort definitief schrijfwerk: de studenten krijgen er een cijfer voor, en dan is het vak klaar. Maar ik dacht tijdens het nakijken regelmatig iets als: ‘hier zou ik wel iets op terug willen zeggen’. Dat varieerde van ‘je hebt het echt niet begrepen’ tot ‘interessante gedachte, daar was ik zelf nog niet op gekomen’. Ik kan in grote lijnen wel geschreven feedback teruggeven aan de studenten, maar ik heb geen ruimte om met ze alle 64 in gesprek te gaan. Dat zou het leereffect voor hen vergroten, daar ben ik van overtuigd. Ik hoop ooit met zoiets te kunnen experimenteren, dus een tentamen of verslag als tussenstap in het leerproces waar docent en student samen over verder praten, in plaats van als iets wat ‘definitief’ is.

Ook in organisaties denk ik dat het goed zou zijn om zo naar teksten te gaan kijken: als tussenstappen in het gesprek. Dat haalt de lading er wat van af en voorkomt onrealistische eisen aan de teksten (‘overtuigen’) en aan de schrijvers (perfectie). Die gedachte is nu nog wat weinig concreet, maar ik vind het een veelbelovend perspectief waar ik verder mee aan de slag ga. De eerste die me op het idee bracht was overigens mijn oud-collega Alison Donaldson, over wiens thesis ik eerder schreef.

Het protocol van gister was overigens erg goed – knap hoe de groepsgenoot dat zonder aantekeningen voor elkaar had weten te krijgen!

Geplaatst in Gesprek & debat, schrijftips | Geef een reactie

Net voetbal

Louise Cornelis Geplaatst op 23 maart 2011 door LHcornelis23 maart 2011 1

Inmiddels heb ik er twee bijeenkomsten van een dagdeel op zitten in mijn cursus socratisch gesprek. Het is leuk en pittig! We buigen ons over de vraag ‘onder welke voorwaarden is liegen geoorloofd’ en hebben nog over geen enkele voorwaarde consensus. Het lijkt dus alsof er niets uit onze vingers komt, maar daar gaat het ook niet om.

In mijn vorige post over de cursus schreef ik al dat socratische gesprekken een intern en extern doel kennen. Mij hielp het om dat helder te krijgen door middel van een metafoor van de docent: voetbal. Bij voetbal is het het interne doel om het spel te spelen, volgens de regels en liefst een beetje fraai. Het externe doel is: doelpunten maken. Je moet het externe doel hebben als ‘motor’ voor het spel, scoren is mooi – maar ook als je het nooit bereikt, kun je goed bezig zijn.

Voor socratische gesprekken betekent dit: we hebben als doel om te komen tot consensus over die voorwaarden, maar zelfs als we die nooit bereiken, kunnen we een goed socratsich gesprek hebben. Het gaat echt niet om het resultaat, het gaat om het gesprek.

Ik had dit inzicht gister pas echt ten volle helder, en het maakt voor mij heel veel uit. Normaal gesproken ben ik me er in dingen als groepsgesprekken enzo altijd erg van bewust dat het iets moet opleveren, ergens toe moet leiden, liefst een beetje efficiënt. Dat maakt dat ik de voortgang ten opzichte van dat doel in de gaten houd, en daarom behoefte heb aan structuur. Gister lukte het me om me te richten op het gesprek zelf, en dus ook de chaos en het gebrek aan resultaat te aanvaarden.

Het is ook leuk, vind ik, om zo uitgebreid de tijd te nemen om zowel inhoudelijk het terrein te verkennen als om het gesprek als proces op de rails te krijgen. Eén gesprek, en het mag in totaal zes dagdelen duren!

We hebben dus (nog?) niet gescoord. Spelen we het spel goed? Mwah… Voor mijzelf gold dat ik van de weeromstuit het externe doel (consensus) op een gegeven moment helemaal uit het oog verloren was. Maar goed, we hebben nog vier dagdelen te gaan…

Geplaatst in Gesprek & debat | 1 reactie

Socratisch gesprek

Louise Cornelis Geplaatst op 18 maart 2011 door LHcornelis18 maart 2011 1

Ik ben inmiddels begonnen met de cursus socratisch gesprek, waar ik eerder over schreef. Het beviel goed, maar daarover later meer. Laat ik eerst eens uiteen zetten wat het eigenlijk is.

In een socratisch gesprek buigt een groep van 6 à 12 personen zich over een vraag aan de hand van een of meerdere voorbeelden uit de eigen ervaring van de gespreksgenoten. Door middel van interpretatie en abstractie van dat voorbeeld of die voorbeelden ontwikkelen zich algemenere inzichten (er wordt dus niet deductief geredeneerd). De vraag handelt over een conceptueel, filosofisch, wiskundig, ethisch, esthetisch of moreel onderwerp.

Het externe doel van het gesprek is zelf (leren) denken; het interne doel daartoe is het streven naar consensus (intersubjectieve waarheid: alle deelnemers geloven dat het echt zo is).

Om de doelen te bereiken, voltrekt het socratische gesprek zich volgens een strikte discipline. Belangrijkste daarvan is dat het een echte samenspraak is: alle deelnemers doen mee. Daarom moeten de deelnemers elkaar kunnen zien (kring), en is het verboden om tijdens het gesprek aantekeningen te maken (dat haalt je eruit, en het is ook niet nodig, want de gespreksleider noteert op flap).  Als iemand naar de wc gaat, stopt het gesprek, en het mag ook niet in onderonsjes tijdens de pauze voortgezet worden. Maar ook mogen deelnemers niet zomaar ‘ja knikken’: ze moeten het er echt mee eens zijn en desgevraagd het gezamenlijke standpunt samen kunnen vatten.

Deelnemers mogen alleen praten uit eigen ervaring, dus zich niet beroepen op autoriteit of externe bronnen. Wat ze wel mogen doen is bijvoorbeeld argumenten, nuanceringen, toespitsingen, hypotheses, antwoorden, tegenvoorbeelden e.d. geven, en bijdragen leveren op metaniveau (dus over de gang van zaken). 

Een socratisch gesprek kent meerdere zittingen van vastgestelde duur en met dito pauzes, die strikt worden gehanteerd.

De gespreksleider blijft inhoudelijk op de achtergrond, en heeft drie functies:
1. Orde bewaken: doet iedereen mee, stemt iedereen écht in? (‘formuleer in eigen woorden…’)
2. Vragen stellen, samenvatten e.d. ter verheldering/verbetering
3. Het protocol verzorgen: tijdens het gesprek aantekeningen maken op flap en die later uitwerken en aan de gespreksdeelnemers verstrekken.

Valkuil voor de deelnemers aan een socratisch gesprek is er een strijd tussen argumenten van maken (dat is het dus nadrukkelijk niet, anders dan bij debatteren), of te snel tot een conclusie (willen) komen. De deelnemers moeten een flinke portie twijfel en onzekerheid kunnen en willen uithouden.
 
Het socratisch gesprek kent een lange geschiedenis, die natuurlijk teruggaat op Plato en Socrates en in modernere tijden is ontwikkeld door Nelson en Heckmann.

Geplaatst in Gesprek & debat | 1 reactie

Weg uit de dossierkennis

Louise Cornelis Geplaatst op 15 maart 2011 door LHcornelis15 maart 2011 1

Over het verloop van dat gesprek waarover ik gister schreef, dus na mijn politieke ‘coming out’, was ik niet tevreden. De eerste die na de spannende stilte na mijn woorden het woord nam, vertelde dat ‘mijn’ partij in de deelgemeente net een blunder had begaan. Ik wist daar niets van, want ik volg de lokale politiek amper. Ik kon me dus niet verweren, en het gesprek bloedde dood.

Daarom verbaast het me niet dat ik in de literatuur over socratische gesprekken las dat die niet over ‘empirische zaken’ mogen gaan: je praat op basis van eigen ervaring, niet op basis van bijvoorbeeld dossierkennis of opgevoerde autoriteiten. De politieke discussie had dossierstudie gevergd. Dat kon op zo’n moment niet, kan tijdens een gesprek natuurlijk sowieso niet, en dus stokt het gesprek dan.

Veel discussies vind ik vaak onbevredigend omdat de echte feitenkennis ontbreekt in onze meningencultuur. Van Standpunt-NL tot de alle feiten verdacht makende Wilders (vorige week stond daarover een interessant artikel in de NRC), overal lijkt elke mening even waardevol te zijn, ongeacht de argumentatie of de feiten. Zo wordt een discussie tot ‘roept u maar’.

Bovendien heb ik zelf de ervaring dat discussianten zich zeer weinig gelegen laten liggen aan de inbreng van deskundigen, bijvoorbeeld over de uitkomsten van wetenschappelijk onderzoek: hun eigen mening of wat hun leraar vroeger op school zei, is waar. Ik deed daarover ooit mijn beklag in een artikeltje over het onvermogen van jongeren om taalnormen te relativeren (verschenen in Tekstblad in 2005, ik zal het binnenkort eens uploaden). Mij kan dat frustreren: mensen weten amper waar ze het over hebben, maar ze hebben wel sterke overtuigingen en op basis daarvan vindt de discussie plaats. 

Vanuit vanuit mijn wetenschappelijke achtergrond ben ik geneigd te hameren op betere feitenkennis: eerst de feiten, dan pas discussie. Maar door me in te lezen over socratische gesprekken begreep ik dat er een andere mogelijkheid is: met de vraagstelling wegblijven van wat feiten nodig heeft, en alleen praten op basis van de eigen ervaring. Ik ben benieuwd hoe dat gaat uitpakken.

(dit is het derde deel over mijn aanstaande cursus socratische gesprekken)

Geplaatst in Gesprek & debat | 1 reactie

Bericht navigatie

← Oudere berichten

Recente berichten

  • Uit de Microsoft-cloud
  • Druk met schrijven met AI
  • Welweg?
  • Een beetje over literatuur
  • Het passief is niet neutraal

Categorieën

  • Geen rubriek (10)
  • Gesprek & debat (30)
  • Gezocht (9)
  • Leestips (315)
  • Opvallend (543)
  • Piramideprincipe-onderzoek (98)
  • Presentatietips (153)
  • schrijftips (887)
  • Uncategorized (45)
  • Veranderen (38)
  • verschenen (202)
  • Zomercolumns fietsvrouw (6)

Archieven

  • juni 2025
  • mei 2025
  • april 2025
  • maart 2025
  • februari 2025
  • januari 2025
  • december 2024
  • november 2024
  • oktober 2024
  • september 2024
  • augustus 2024
  • juli 2024
  • juni 2024
  • mei 2024
  • april 2024
  • maart 2024
  • februari 2024
  • januari 2024
  • december 2023
  • november 2023
  • oktober 2023
  • september 2023
  • augustus 2023
  • juli 2023
  • juni 2023
  • mei 2023
  • april 2023
  • maart 2023
  • februari 2023
  • januari 2023
  • december 2022
  • november 2022
  • oktober 2022
  • september 2022
  • augustus 2022
  • juli 2022
  • juni 2022
  • mei 2022
  • april 2022
  • maart 2022
  • februari 2022
  • januari 2022
  • december 2021
  • november 2021
  • oktober 2021
  • september 2021
  • augustus 2021
  • juli 2021
  • juni 2021
  • mei 2021
  • april 2021
  • maart 2021
  • februari 2021
  • januari 2021
  • december 2020
  • november 2020
  • oktober 2020
  • september 2020
  • augustus 2020
  • juli 2020
  • juni 2020
  • mei 2020
  • april 2020
  • maart 2020
  • februari 2020
  • januari 2020
  • december 2019
  • november 2019
  • oktober 2019
  • september 2019
  • augustus 2019
  • juli 2019
  • juni 2019
  • mei 2019
  • april 2019
  • maart 2019
  • februari 2019
  • januari 2019
  • december 2018
  • november 2018
  • oktober 2018
  • september 2018
  • augustus 2018
  • juli 2018
  • juni 2018
  • mei 2018
  • april 2018
  • maart 2018
  • januari 2018
  • december 2017
  • november 2017
  • oktober 2017
  • september 2017
  • augustus 2017
  • juli 2017
  • juni 2017
  • mei 2017
  • april 2017
  • maart 2017
  • februari 2017
  • januari 2017
  • december 2016
  • november 2016
  • oktober 2016
  • september 2016
  • augustus 2016
  • juli 2016
  • juni 2016
  • mei 2016
  • april 2016
  • maart 2016
  • februari 2016
  • januari 2016
  • december 2015
  • november 2015
  • oktober 2015
  • september 2015
  • augustus 2015
  • juli 2015
  • juni 2015
  • mei 2015
  • april 2015
  • maart 2015
  • februari 2015
  • januari 2015
  • december 2014
  • november 2014
  • oktober 2014
  • september 2014
  • augustus 2014
  • juli 2014
  • juni 2014
  • mei 2014
  • april 2014
  • maart 2014
  • februari 2014
  • januari 2014
  • december 2013
  • november 2013
  • oktober 2013
  • september 2013
  • augustus 2013
  • juli 2013
  • juni 2013
  • mei 2013
  • april 2013
  • maart 2013
  • februari 2013
  • januari 2013
  • december 2012
  • november 2012
  • oktober 2012
  • september 2012
  • augustus 2012
  • juli 2012
  • juni 2012
  • mei 2012
  • april 2012
  • maart 2012
  • februari 2012
  • januari 2012
  • december 2011
  • november 2011
  • oktober 2011
  • september 2011
  • augustus 2011
  • juli 2011
  • juni 2011
  • mei 2011
  • april 2011
  • maart 2011
  • februari 2011
  • januari 2011
  • december 2010
  • november 2010
  • oktober 2010
  • september 2010
  • augustus 2010
  • juli 2010
  • juni 2010
  • mei 2010
  • april 2010
  • maart 2010
  • februari 2010
  • januari 2010
  • december 2009
  • november 2009
  • oktober 2009
  • september 2009
  • augustus 2009
  • juli 2009
  • juni 2009
  • mei 2009
  • april 2009
  • maart 2009
  • februari 2009
  • januari 2009
  • december 2008
  • november 2008
  • oktober 2008
  • september 2008
  • augustus 2008
  • juli 2008

©2025 - Louise Cornelis
↑