↓
 

Louise Cornelis

Tekst & Communicatie

  • Home |
  • Lezergericht schrijven |
  • Over Louise Cornelis |
  • Contact |
  • Weblog Tekst & Communicatie

Auteursarchieven: LHcornelis

Bericht navigatie

← Oudere berichten
Nieuwere berichten →

Taalkundige hokjes zijn beperkt

Louise Cornelis Geplaatst op 14 april 2023 door LHcornelis14 april 2023  

Afgelopen woensdag zijn we op college verder gegaan met registeranalyse. Als je, zoals we vorige week deden, een goede analyse van de context van de twee te vergelijken genres hebt gemaakt, kun je op basis daarvan hypotheses afleiden over het verschil in talige kenmerken tussen die twee genres. Vervolgens kun je die talige kenmerken gaan tellen. Dan blijkt of je hypothese klopt of niet. Met twee opties:

  • Als de hypothese klopt, is dat mooi en probleemloos: wat je bedacht had, wordt bevestigd. Dat is okee, maar ook een beetje nogal-wiedes. Vorige week werkten we met recepten versus restaurantrecensies. Je kan zó bedenken dat er in recepten meer gebiedende wijzen voor zullen komen en in restaurantrecensies meer evaluatieve bijvoeglijke naamwoorden. En dat is ook zo – ja, nogal wiedes dus.
  • Als de hypothese niet klopt, kun je kijken of je iets in je contextanalyse of andere aannames moet herzien. Eigenlijk is dat het leerzaamste: je moet iets bijstellen in het voortraject. Dat ‘m zitten in de situationele analyse, maar ook in hoe je naar de talige kenmerken kijkt.

Dat laatste bleek woensdag het geval. De studenten hadden  kleine registeranalyses gedaan door van dezelfde persoon twee verschillende uitingen te contrasteren. Er waren twee resultaten, allebei met persoonlijk voornaamwoorden, die niet in lijn waren met de hypotheses:

  • Voor een tweet was de hypothese: persoonlijk voornaamwoorden van de tweede persoon zou aantreffen. Met je en jullie kun je immers de lezer aanspreken, en dat past bij het interactieve karakter van het medium, althans, van deze tweet. Dat bleek niet zo te zijn, althans, in de tweet in kwestie werd de lezer aangesproken met iedereen (iets als ‘hoe is het met iedereen?’). Iedereen is niet officieel een persoonlijk voornaamwoord van de tweede persoon natuurlijk, maar hier vervult het wel degelijk die functie.
  • Voor een interview over een creatief proces hadden we verwacht dat we er persoonlijk voornaamwoorden van de eerste persoon zou aantreffen, omdat de spreker vertelt over een eigen ervaring. De spreker bleek echter over zichzelf te praten met je. Ik ken dat als ‘voetballers-je‘: vroeger hoorde je voetballers zo praten over zichzelf; tegenwoordig zijn ze media-getraind en hoor je het minder vaak, is mijn indruk. Opnieuw: officieel is je geen persoonlijk voornaamwoord van de eerste persoon, maar hier vervult het wel degelijk die functie.

In beide gevallen moet je als onderzoeker dus je aannames herzien: niet alleen wat ‘officieel’ tot de taalkundige categorie in kwestie behoort, kan de functie vervullen die je verwacht. Zo gaat dat met taal: die taalkundige categorieën zijn maar een beperkte poging om wat er in echte communicatie gebeurt in hokjes te stoppen.

Je kunt hier denk ik twee kanten op: je rekt je definitie van eerste en tweede persoon op of je formuleert de hypothese los van de taalkundige hokjes. In beide gevallen kom je uit op iets als ‘alles wat naar de lezer/de spreker zelf verwijst’. Ik denk dat dat kan werken, maar je krijgt zo wel andere problemen met tellen en interpreteren. Want welke iedereen betekent echt iedereen en welke is eigenlijk jullie? Welke je bedoelt de spreker?

Ik zou vooraf eigenlijk hebben bedacht dat je persoonlijk voornaamwoorden makkelijk kunt afbakenen en dus tellen, veel makkelijker dan bijvoorbeeld ‘jargon’ of ‘evaluatieve werkwoorden’, maar ook dat is dus niet zo recht-toe-recht-aan. Precies dat is essentieel bij registeranalyse: je moet heel precies afbakenen wat je telt en je verantwoorden voor hoe je telt. Omdat die hokjes dus maar beperkt zijn.

 

Geplaatst in Opvallend | Geef een reactie

Communicatieve functie voorop

Louise Cornelis Geplaatst op 6 april 2023 door LHcornelis6 april 2023  

Het college van gister was de start van het tweede deel van Tekstanalyse. We gaan daarin uiteindelijk inzoomen op adviesrapporten en daar registeranalyse op loslaten, maar daarvoor leren de studenten eerst de stappen die je daarvoor moet zetten:

  1. Het in kaart brengen van de situationele context van het desbetreffende genre. Dat was het onderwerp van gisteren. Je doet registeranalyse altijd in contrast, en gister hebben we de context in kaart gebracht van twee genres die met eten te maken hebben: recepten versus restaurantrecensies.
  2. Het opstellen van hypotheses over de verschillen in taalgebruik tussen de genres die je verwacht op basis van de verschillen in hun situationele context. Zo verwacht je in een recept op grond van het instructieve karakter van de tekst meer gebiedende wijzen en in een restaurantrecensie meer evaluerende bijvoeglijke naamwoorden. Dat ligt nogal voor de hand, onderzoek naar wat subtielere verschijnselen is wellicht interessanter. Ik denk zelf dat je in een recept relatief meer hoog-frequente, simpelere woorden aantreft dan in een recensie, ook vanwege dat recht-toe-recht-ane van een instructie dat geen ruimte biedt voor ’taalspel’, maar één van de studenten merkte op dat een specialistisch woord als blancheren ook in een recept voor kan komen. De betekenis daarvan moesten we even opzoeken. Onderzoek naar woordgebruik zou een mooi doel van registeranalyse kunnen zijn.
  3. Het bepalen van de frequentie van het te onderzoeken talige verschijnsel. Dus dan ga je daadwerkelijk gebiedende wijzen en bijvoeglijke naamwoorden tellen en van de gebruikte woorden bepalen hoe frequent ze zijn (daar zijn lijsten voor).
  4. Conclusies trekken, verklaren – stap 1 en 3 op elkaar betrekken. Vooral interessant natuurlijk als de hypotheses niet bevestigd worden.

Toen ik het college voorbereidde, zag ik dat ik een paar jaar geleden dit citaat uit het boek had laten zien, waar het gaat over het primaat van de communicatieve functie van een tekst:

Ik heb het nu niet gebruikt maar ik vind het nog steeds wel een grappige omschrijving van hoe taal – inderdaad – niet werkt. Ineens hoorde ik er nu bovendien een echo in. Toen ik onlangs bij de NACV-meeting was, zei een van de sprekers iets soortgelijks over leren schrijven: dat het het communicatieve doel is dat altijd voorop moet staan in schrijfonderwijs, en niet de lagere-orde-eisen zoals foutloos formuleren en spellen.

Inderdaad, niemand gaat schrijven met het doel of uit de behoefte geen fouten te maken. Dat ligt nogal voor de hand, maar ik had het zo nog niet eerder bekeken.

Met de grote nadruk op begrijpelijkheid en correctheid in het onderwijs lijkt schrijven wel eens daarom te gaan. Maar nee, de communicatieve functie staat altijd voorop. Wat daar dan voor taal bij past, leid je daarvan af.

 

Geplaatst in Opvallend, schrijftips | Geef een reactie

Even mopperen op PostNL

Louise Cornelis Geplaatst op 4 april 2023 door LHcornelis4 april 2023  

Je moet wel onder een steen leven om niet te merken dat de publieke voorzieningen niet meer zijn zoals ze vroeger waren. Vorige week keek ik echter toch nog verbaasd op van PostNL.

De context was dat een pakket met boeken voor mij dagen vertraagd was, met van die onduidelijke berichten als:

Ik heb zelf de laatste tijd veel boeken verstuurd ook, onder andere als presentexemplaren voor de geïnterviewden en proeflezers die niet bij de presentatie konden zijn. Ook die kwamen niet allemaal even vlot aan. Ik was dus al een tikje geprikkeld.

En toen ging ik met nog een te verzenden boek naar het ‘servicepunt’ van PostNL in de Primera. Dit exemplaar moest naar Amerika. Dat zei ik tegen de medewerkster.
‘Naar Engeland’ zei zij.
‘Nee, Amerika – VS’.
‘Ja, dat is Engeland toch?’
Ik USA aanwijzen op de envelop.
Ja, Engeland.
Nee-hee…

Toen giechelde ze maar wat en op dat moment hoorde ik achter me iemand bits ‘Dat kan helemaal niet’ zeggen. Ik dacht nog even dat dat sloeg op het door elkaar halen van de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk, maar nee, het sloeg op het verzenden van een pakje naar de VS.

Wat? Ik kan bij een servicepunt van de post iets niet verzenden met de post?
Nee, dat moest ik zelf doen.
‘In de app’.

Ik ben het servicepunt uitgebriest, nog iets roepend over een heftig verlangen naar het postkantoor van vroeger.

Ik ben er later op de dag ongeveer een half uur mee bezig geweest. Niet ‘in de app’ maar op de website. Ik moest van alles invullen, een boel persoonsgegevens achterlaten natuurlijk ook, online betalen, het etiket zelf printen en op de envelop plakken. Gelukkig ben ik digitaal vaardig genoeg en heb ik een printer en overige benodigde spullen, maar dat geldt niet voor iedereen natuurlijk.

De week ervoor had ik ook al een boek naar Engeland (ja, toen wel) verstuurd, en dit leek er eigenlijk heel veel op. Ik snap niet waarom VK wel kan bij een servicepunt en VS niet. 

Het wordt allemaal steeds ingewikkelder, steeds onpersoonlijker, je moet steeds meer zelf doen, mensen met kunde zijn wegbezuinigd – en er gaat aan de private kant ook wel eens wat failliet: de Office Centre hier om de hoek mis ik ook nog steeds enorm, voor m’n toner en papier enzo. Het is misschien allemaal klein leed, maar het maakt voor een zelfstandige de bedrijfsvoering bepaald niet makkelijker.

En ondertussen ronkt de website over ‘miljoenen tevreden gebruikers’…

Geplaatst in Opvallend | Geef een reactie

Piramide bij Squarewise

Louise Cornelis Geplaatst op 31 maart 2023 door LHcornelis31 maart 2023  

Vorige week gaf ik een workshop piramideprincipe op een dag over verhalen vertellen bij Squarewise in Amsterdam. Dat was leuk: fijne mensen om mee te werken en een interessant bedrijf. Er werden foto’s gemaakt, die staan op hun LinkedIn, met deze van mij: 

Je ziet hoe groen het daar is (; Op het bord is de piramide aan het verschijnen op basis van hun eigen casus, ik leg net uit wat de volgende stap is. Let ook op de boeken aan tafel!

 

Geplaatst in Opvallend | Geef een reactie

Kritische tekstanalyse is gewoner geworden

Louise Cornelis Geplaatst op 30 maart 2023 door LHcornelis30 maart 2023  

Vroeger was kritische tekstanalyse (‘critical discourse analysis’) een bijzondere uithoek in de tekstwetenschap, tegenwoordig lijkt het alsof iedereen eraan doet. De politieke lading van taal is meer aan de oppervlakte gekomen, dankzij zich roerende groepen in de samenleving. Ik realiseerde me vorige week in de aanloop naar het college Tekstanalyse over ‘CDA’ dat dat nog veel meer het geval is dan toen ik er eerder college over gaf, vier jaar geleden.

Twee recente voorbeelden uit de actualiteit zijn de ‘hertaling’ van het werk van Roald Dahl en Agatha Christie en de vraag hoe je de meest recente schutter in de VS zou noemen: (trans-)man/vrouw, hij/zij? Elke keuze daarin, elk standpunt, is politiek beladen.

Desalniettemin is kritische tekstanalyse nog niet eens zo makkelijk, zeker niet, zo viel me op tijdens het college, als de tekst zelf ook al kritisch is. Of helemaal niet zo’n duidelijke inhoud heeft, of geen beladen termen. Die voorbeelden zijn nogal makkelijke, zou je kunnen zeggen. Ik had zelf ook twee – voor mij – makkelijke voorbeelden gekozen.

Het eerste voorbeeld komt uit de krant van vorige week maandag. Ik las die net nadat ik de stof voor het college had gelezen. Tot mijn genoegen noemde het boek de lijdende vorm als talig kenmerk waar iets politieks mee aan de hand kan zijn – dat is zo, ja, in mijn promotie-onderzoek heb ik ook wat CDA gedaan. En toen las ik deze passsage in een opinie-artikel van (de controversiële) Laurens Buijs over gender (vet in het citaat is van mij):

In progressieve kringen worden critici van het maakbaarheidsdenken over gender snel weggezet als conservatief en discriminerend. Maar de kritiek is belangrijk, want het is voor de ontwikkeling van de seksualiteit van jongeren niet goed als zij onnodig in de war worden gebracht over sekse en gender, en het is voor het feminisme niet goed als ons de taal wordt ontnomen om over de patriarchale onderdrukking van vrouwen en vrouwelijkheid te praten.

Dat viel mij wel op, die drie passieven. Bij de eerste kan ik nog net wel bedenken dat de verzwegen handelende persoon ‘progressieve mensen’ zijn, maar wie de handelende personen zijn achter ‘onnodig in de war brengen’ en ‘de taal ontnemen’ – ik heb geen idee. Er wordt hier een impliciete vijand neergezet tegen wie het makkelijk ageren is. Iedereen kan makkelijk zeggen: ja, erg, dat in de war brengen en ontnemen. Preken voor eigen parochie. En ook, vind ik: een stropop-drogredenering die polariserend werkt.

Het tweede voorbeeld is een van mijn stokpaardjes: het vele en vanzelfsprekende ‘moeten verbeteren’ in het dominante discourse rond sport. Ik had al een tijdje het januari-nummer van RunningNL daarvoor klaar liggen. Op de cover staan ’10 tips voor een blessurevrij jaar’ en ‘De 23 gouden loopregels’ en binnenin staan bijvoorbeeld ook nog eens ’15 concrete tips voor jouw ideale dag’. Dus een hardloper ‘moet’ 48 van die dingen als ‘Begin de dag met een groot glas water’ en ‘Vermijd te veel zitten’, maar ook ‘Zorg voor degelijke schoenen’ en ‘Draag de juiste kleding voor elk seizoen’, want achter al deze verbeter-adviezen zit de commercie.

(Het permanente verbeteren betekent ook dat het nooit goed genoeg is, en ook nooit zomaar alleen maar leuk mag zijn. Nooit gaat het om wat je voor al dat verbeteren moet laten. De ‘gewoonheid’ van CDA blijkt eruit dat ik over het begrenzen van al dat verbeteren een paragraaf heb geschreven in mijn net verschenen boek. Niet heel technisch overigens. En ja, ik doe in het boek zelf ook duiten in het verbeter-zakje, dat beken ik ook.)

Waar het níet over gaat, dat is vaak een opstapje naar de belangen die de tekst dient. Wat gaat ‘ondergronds’? Nou gaat elke tekst over een heleboel dingen niet – wat zijn de relevante? Daarover hebben we op college nagedacht voor wat betreft de teksten van de studenten.

Daarmee kwam het eerste deel van het vak tot zijn eind. Deze week is ‘breekweek’ en leveren de studenten hun eindverslag in van de analyse van hun eigen tekst. Ik ben benieuwd. Vanaf volgende week gaan we geleidelijk inzoomen op, jawel, adviesrapporten. Ik blijf verslag doen natuurlijk! 

 

Geplaatst in Opvallend, schrijftips | Geef een reactie

Schrijven doe je niet alleen

Louise Cornelis Geplaatst op 23 maart 2023 door LHcornelis21 maart 2023  

Wat was het leuk afgelopen vrijdag bij de boekpresentatie om zo veel mensen te zien die een rol hebben gespeeld bij het schrijven: meedenkers, proeflezers, geïnterviewden, de uitgever… Ze waren er lang niet allemaal en dit was toch al een flinke groep:

Laat staan als ik nog eens alle sporters erbij zou betrekken met wie ik in de afgelopen jaren praatte en van wie de woorden als voorbeeld in het boek zijn terechtgekomen.

Ik realiseerde me hartstikke goed iets wat ik ook wel weet van schrijven in organisaties: schrijven doe je echt niet alleen!

 

Geplaatst in Uncategorized | Geef een reactie

Mijn ethische antenne aanscherpen

Louise Cornelis Geplaatst op 21 maart 2023 door LHcornelis21 maart 2023  

Het piramideprincipe, de ongeëvenaarde denk- en schrijfmethode waar ik mijn professionele bestaan grotendeels op baseer, is afkomstig van McKinsey & Company. Het is daar ontwikkeld, door Barbara Minto. Dat zeg ik er altijd bij – ere wie ere toekomt. En ik zeg erbij dat ik zelf een paar jaar bij McKinsey heb gewerkt en het principe daar heb leren kennen.

De laatste tijd viel McKinsey niet altijd goed bij mijn trainingsdeelnemers. Soms kreeg ik er meteen een reactie op, soms bij de koffie: of ik wel wist hoe fout McKinsey bezig is geweest. Ze hadden het dan over een boek: When McKinsey comes to town. Vagelijk had ik al wel eens wat gehoord, vooral over corruptie in Zuid-Afrika, en een deel van de inhoud van het boek heeft de algemene pers gehaald, maar ik vond dat ik het toch ook maar zelf moest lezen. Dat heb ik inmiddels gedaan.

Ik vond het boek een aardige kluif. Ik heb niet alles begrepen. Het vooronderstelt kennis van onder andere het Amerikaanse zorgverzekeringssysteem en van het reilen en zeilen van het bedrijfsleven in het algemeen die ik niet altijd heb – duidelijk gevalletje van de curse of knowledge bij de schrijvers, lijkt me, want natúúrlijk wordt dit boek breed gelezen. Ik kan de details van die corruptie in Zuid-Afrika bijvoorbeeld niet reproduceren, het lijkt net of de tekst daar net om iets heen draait.

Dat ‘eromheen draaien’ zit misschien wat dieper. Ik vond het soms te wijdlopig en dan weer te kort en soms vooral suggereren in plaats van echt keihard aantonen. Hier en daar vliegt die suggestie echt uit de bocht. Het meest trof mij dit zinnetje over een triatleet die consultant wordt (omdat ik me aangesproken voel):

McKinsey values athletes for their ability to endure long hours of work, travel, and lack of sleep.

Dat vind ik een lullige insinuatie, dubbel: naar McKinsey en naar sporters. Ik endure dat allemaal helemaal niet zo best overigens.

Het boek wekt daardoor de indruk dat de schrijvers vooringenomen waren. Ze zijn gericht op zoek gegaan naar alles wat McKinsey in het recente verleden fout gedaan heeft. En ja, dan vind je nogal wat. De positieve bijdragen van McKinsey of wat de firma ondertussen heeft geleerd, de onvoorspelbaarheid van de toekomst (wie had een paar jaar geleden gedacht dat Poetin zo’n schurk zou worden?), de rol van de cliënten en van andere consultancies en meer in het algemeen van het ontsporende kapitalisme (net hiervoor las ik daarover een interessant ander boek) blijven allemaal onderbelicht.

McKinsey als the root of all evil. Dat gaat me te ver.

Desalniettemin: schokkend is het wel. Ik had uit de algemene pers al over het grootste schandaal vernomen: de rol die McKinsey heeft gespeeld in het adviseren aan Purdue Pharma over het zo veel mogelijk mensen verslaafd krijgen aan OxyContin. Dat is echt heftig, en McKinsey heeft dan ook een forse schadevergoeding moeten betalen.

Het boek behandelt dertien andere gevallen waarin de ethiek van McKinsey op z’n best twijfelachtig is. McKinsey adviseert bijvoorbeeld rustig de fossiele industrie, maar ook ondemocratische regimes. Een klein schokkend detail vond ik bijvoorbeeld hoe het bedrijf een uitje organiseerde op een paar kilometer afstand van de kampen waar China Oeigoeren in opsluit. Een interessante casus vond ik hoe McKinsey schade-verzekeraars heeft geadviseerd om minder uit te keren: meer winst maar meer ongelukkige klanten. En zo gaat het maar door – veertien casussen lang. Heftig.

Alles bij elkaar weet ik niet zo goed wat ik ermee moet. Ik vond het boek beslist leerzaam en vind dat iedereen die iets heeft of had met McKinsey het zou moeten kennen. Maar voor mezelf? Het meeste is van na mijn tijd, al heb ik me in mijn tijd soms ook wel ongelukkig gevoeld met de rol die McKinsey had in situaties die veel banen kostten, met van die jonge consultants met zeven vinkjes die dan over oudere werknemers in een productiebaan zeiden ‘ontslag is een kans’. Ik ben blij dat ik in de loop van de tijd steeds meer opdrachtgevers heb gekregen met nadrukkelijke ethische doelen, zoals ‘groene’ investeerders.

Het piramideprincipe is op zich neutraal, al kun je het inderdaad gebruiken om onethische adviezen mee te schrijven. Ik neem me – opnieuw – voor om mijn ethische antenne uitgestoken te blijven houden, en me uit te spreken als ik denk dat iets ‘niet okee’ is.

 

Geplaatst in Leestips | Geef een reactie

Over weefsel, 150 en een popconcert: 3 college-onderwerpen

Louise Cornelis Geplaatst op 21 maart 2023 door LHcornelis21 maart 2023  

Ik loop nog steeds een college-verslag achter, dus doe ik er vandaag twee in één, en dat wordt eigenlijk drie in één, want op het vorige college van Tekstanalyse (15 maart) hebben we twee onderwerpen behandeld.

Maar eerst over dat van 8 maart. Toen ging het over hoe samenhang ontstaat in een tekst. Dat is een veelomvattend onderwerp en er maar één college aan besteden is weinig. Ter vergelijking: op andere universiteiten doen ze bij een vak ‘Tekstanalyse’ alleen maar dit onderwerp, met ook nog eens een sterke focus op signaalwoorden. Nou goed, kort maar krachtig dan.

Het boek heeft het over het texture van samenhang; mij leek weefsel daarvan wel een geschikte vertaling. Je kunt met ‘draden’ de verschillende soorten samenhang zichtbaar maken, en zo zie je hoe de tekst samenhangt. Ik heb dat geïllustreerd met het eerste couplet uit ‘mijn’ tekst ‘Into my arms’. Dit is het eindresultaat, dus hier zie je het weefsel:

Het gaat onder andere om het gebruik van de persoonlijke voornaamwoorden van de eerste en tweede persoon, (deels onzichtbare) verwijzingen naar God, andere naar religie verwijzende woorden (kneel down), het betekenisverband tussen interventionist, intervene en de daarop volgende omschrijvingen ervan, en de tegenstellende en ontkennende signaalwoorden aan het begin van de strofen. Het meest bijzondere verband is dat je dus kunt verwijzen naar een God waarvan je zegt dat je er niet in gelooft.

Zulk soort weefsels hebben de studenten in hun eigen te analyseren teksten opgespoord, en daarbij werd voor mij maar weer eens duidelijk hoe gevaarlijk generaliseren is. Ik zei namelijk dat er volgens mij geen teksten denkbaar zijn zonder signaalwoorden – vanwege hun belang voor het verband. Eén van de studenten met een songtekst, Judith, ging meteen bedenkelijk kijken, en ja hoor: in haar tekst zit geen enkel signaalwoord, nouja, één when, maar dat is wel heel licht. Het verband komt tot stand door herhaling, persoonlijke voornaamwoorden en betekenisrelaties.

Vorige week ging het over multimodaliteit: tekst in relatie tot enerzijds beeld en anderzijds muziek. Frappant: de zondag ervoor was ik voor het eerst sinds coronatijd naar een popconcert geweest, en daar kon ik dit beeld maken:

De zanger gebruikte een digitale spiekbrief, een scherm dat daar speciaal voor ontwikkeld is. (Ik kon dat zo goed zien omdat ik helemaal vooraan stond, tegen het podium aan, voor het eerst ooit! Gaaf!)

Over songteksten als zodanig heb ik de vorige keer dat ik er college over gaf uitvoerig geschreven. Nu iets meer over het plaatje – ik ga dat koppelen aan een stukje theorie over multimodaliteit.

Beelden kunnen bij een tekst drie soorten functies hebben:

  • ‘ideational’ – visualiseren van het onderwerp. Dat is hier duidelijk het geval: dit is in de eerste plaats een leuke illustratie bij het thema ‘songteksten’.
  • ’textual’ – iets duidelijk maken over de organisatie van de tekst. Ik werk daar zelf veel mee in de vorm van structuuraanduiders in Powerpoint. Ik had niet verwacht er veel van aan te treffen in de teksten van de studenten, maar ook daar had ik me op verkeken: Alba werkt met een exemplaar van de Volkskrant-column van Paulien Cornelisse en die heet ‘150 woorden’. Die 150 is gevisualiseerd:
    Ook mijn foto zou tekstorganiserend kunnen werken, al is dat een beetje gezocht: het is een beeld van een songtekst en dat waren de twee onderwerpen van college.
  • ‘interpersonal’ – dan doet de tekst iets tussen schrijver en lezer (vergelijk hoe Paulien Cornelisse je aankijkt). Dat zat er volgens mij niet in, maar later dacht ik: of misschien toch wel. Mijn foto doet ook iets expressiefs, door te zeggen: kijk eens, ik ga naar popconcerten. Ik vind dat zelf best wel bijzonder, als ik door de ogen van de studenten kijk. Maar, zo realiseerde ik me, dat is het eigenlijk niet. Toen ik tweedejaars student was, gingen docenten van 57 niet naar popconcerten – popmuziek was voor jongeren. Dat is veranderd natuurlijk – die lui van Big Country zijn zelf ook al de 60 gepasseerd; mijn leeftijd was denk ik ongeveer het gemiddelde van het publiek. Ergens zit echter nog steeds die oude gedachte in mijn hoofd: dat popmuziek niet voor ouderen is. (Ik hoor het mijn vader nóg zeggen: ‘Later ga je wel van echte muziek houden’). Niets is minder waar. Ik had het drie jaar niet meegemaakt, en ik dacht die zondag meteen: o, dit is zó lekker, dat gevoel van de bas in mijn lijf – dat heb je alleen live 😀 

 

Geplaatst in Opvallend, schrijftips | Geef een reactie

De piramide van Optimaal blijven sporten

Louise Cornelis Geplaatst op 20 maart 2023 door LHcornelis21 maart 2023  

Mijn nieuwe boek Optimaal blijven sporten voor 45+’ers heeft een piramidestructuur met een knipoog. Ik heb hem uitgetekend op dit Padlet-canvas. Twee dingen zijn daarin niet te zien:

  • De verbindingslijnen tussen de vakjes van de piramide. Daarom heb ik nummers toegevoegd. Hopelijk is het zo te volgen.
  • Hoe de negen interviews in de structuur hangen – die illustreren het verhaal. Dus je ziet hier alleen de hoofdlijn van de inhoud.

Wat er netjes piramidaal aan het boek is:

  • De inleiding (rood in de padlet) volgt de situatie-complicatie-vraag-antwoord-opbouw en is daarmee ‘best practice’ voor de positionering van het geheel
  • De hoofdstukken zijn elk een deel-antwoord (wit) op de vraag hoe (blauw) naar aanleiding van de hoofdboodschap van het hele boek (‘hoe blijf je optimaal sporten?’ ‘door 1 t/m 6 te doen’)
  • De paragrafen op hun beurt zijn elk een deel-antwoord op de vraag hoe naar aanleiding van de hoofdboodschap van het hoofdstuk (ook in wit en blauw). Idem voor de twee dingetjes op nog lager niveau onder 3.2 en 3.3. Zo wordt de structuur van boven naar onder dus steeds gedetailleerder en praktischer.

De knipoog zit hem vooral in de vrijheid die ik me heb gepermitteerd om de piramidale logica niet helemaal strak te volgen:

  • De vraag is eigenlijk een dubbele: ‘hoe blijf ik goed en hoe houd ik het leuk?’ Een dubbele vraag leidt vaak tot een dubbel antwoord en daarmee tot een onduidelijk startpunt voor de logica van de piramide. Maar in dit geval is het antwoord wel weer één boodschap, daarom kon het prima zo.
  • De hoofdstukken 2 en 4 hebben geen nette piramidale voortzetting.
    • Hoofdstuk 2 is eigenlijk wat ‘uitleggeriger’ dan een praktisch antwoord op de vraag hoe. Hoe je gedoseerd moet trainen is te beantwoorden in een kort zinnetje dat ook in het boek staat en dat ik vervolgens uitleg (’trainingsleer in tien principes’):

Veel lang en rustig en af en toe kort en hard, daar consistent in zijn en met voldoende rust.

    • Voor het onderwerp van hoofdstuk 4, je aanpassen aan beperkingen, is geen simpele how-to te geven. Iedereen zoekt daarin zijn/haar eigen weg, dat is de essentie ervan. Vandaar dat dat hoofdstuk bijna alleen bestaat uit persoonlijke verhalen: vier interviews.
  • Als je goed kijkt, zitten er wat probleempjes in de logica van de piramide die ik voor een adviesrapport zou willen oplossen, maar die nu wat mij betreft prima kunnen; volgens mij zijn ze niet storend bij het lezen. Hier komen ze, alleen voor de echte piramide-nerds:
      • Er is overlap tussen de hoofdstukken 2, 3 en 6, want in alledrie gaat het over goed gedoseerd trainen. In een eerdere versie van het boek stonden 3.1 en 6.1 ook wel erbij in hoofdstuk 2, maar dat werd dan een debiel lang hoofdstuk waar ik later ook weer deels op terug moest grijpen en dat een beetje ‘dramde’ over dat goed gedoseerde trainen. Het is een beetje zoeken geweest naar de herverkaveling van deze thematiek. Dat betekent natuurlijk dat er op hoger niveau ook iets net niet helemaal scherp genoeg uit elkaar getrokken is tussen die drie hoofdstukken, die zijn niet helemaal MECE, maar dat lijkt me eerlijk gezegd niet storend.
      • Zes hoofdstukken is nogal veel, en de zes paragrafen van hoofdstuk 3 ook. Niet echt té veel misschien, maar wel véél. Optimum is immers drie tot vijf elementen per vertakking van de piramide. Je ziet aan de breedte van de canvas ook al dat deze structuur wel erg breed is. Dat heeft op hoofdstukniveau te maken met het volgende punt…
      • Hoofdstuk 1 en 6 zijn afwijkend van de andere 4: van iets andere orde. Dat is misschien aan de piramide niet goed te zien, maar hoofdstuk 1 is eigenlijk essentiëler dan de andere 5. De manier van denken over veroudering die ik in hoofdstuk 1 bepleit kleurt de hele rest van het boek. Het is zelfs het enige hoofdstuk dat écht gaat over ouder worden, de andere vijf zijn leeftijdsonafhankelijk. Hoofdstuk 6 is juist ondergeschikt aan de rest: plezier houden is en blijft – als het goed is – ingebakken. Ik wilde er wat dingen over zeggen omdat ik ook wel zie dat sommige sporters het plezier toch kwijtraken. Het is een beetje een ‘grabbelton’ van dingen die met dat plezier te maken hebben.  
      • Paragraaf 3.6 is slechts op een deel van de lezers gericht: vrouwen.
      • Van de paragrafen van hoofdstuk 6 zijn 1 t/m 3 enerzijds en 4 en 5 anderzijds eigenlijk nog samen te nemen, onder iets als ‘behoud je eigen plezier’ en ‘draag zorg voor elkaars plezier’.

Het piramideprincipe heeft zich bij het schrijven weer onmisbaar betoond. Ik ben jaren bezig geweest met het boek, het heeft diverse invalshoeken, positioneringen en structuren gekend. Ik heb in die tijd talloze piramides getekend. Zo kristalliseerde het uit. Op het laatst heb ik nog al m’n piramidale denkkracht in moeten zetten om dat belangrijke hoofdstuk 1 recht te trekken, daarover schreef ik eerder. Het was me een genoegen. Nouja, dat was niet altijd meteen het geval, want het was soms ook ploeteren. Maar dankzij het instrument piramideprincipe ging dat geploeter wel de goede kant op en ben ik blij met het eindresultaat.

 

Geplaatst in schrijftips, verschenen | Geef een reactie

‘Optimaal blijven sporten voor 45+’ers’ is verschenen

Louise Cornelis Geplaatst op 17 maart 2023 door LHcornelis17 maart 2023  

Met veel plezier en trots kan ik aankondigen dat vandaag mijn nieuwe boek is uitgekomen:

Het is hier nu mede daardoor een beetje druk, zodra ik meer tijd heb, zal ik het hier hebben over de speelse piramidestructuur die erin zit.

 

 

Geplaatst in verschenen | Geef een reactie

Bericht navigatie

← Oudere berichten
Nieuwere berichten →

Recente berichten

  • Een middag bij de bond
  • Burger slaat op de vorm
  • Nood aan input
  • Schrijven vraagt om precisie
  • John Searle RIP

Categorieën

  • Geen rubriek (10)
  • Gesprek & debat (30)
  • Gezocht (9)
  • Leestips (320)
  • Opvallend (551)
  • Piramideprincipe-onderzoek (98)
  • Presentatietips (154)
  • schrijftips (895)
  • Uncategorized (46)
  • Veranderen (39)
  • verschenen (205)
  • Zomercolumns fietsvrouw (6)

Archieven

  • oktober 2025
  • september 2025
  • augustus 2025
  • juli 2025
  • juni 2025
  • mei 2025
  • april 2025
  • maart 2025
  • februari 2025
  • januari 2025
  • december 2024
  • november 2024
  • oktober 2024
  • september 2024
  • augustus 2024
  • juli 2024
  • juni 2024
  • mei 2024
  • april 2024
  • maart 2024
  • februari 2024
  • januari 2024
  • december 2023
  • november 2023
  • oktober 2023
  • september 2023
  • augustus 2023
  • juli 2023
  • juni 2023
  • mei 2023
  • april 2023
  • maart 2023
  • februari 2023
  • januari 2023
  • december 2022
  • november 2022
  • oktober 2022
  • september 2022
  • augustus 2022
  • juli 2022
  • juni 2022
  • mei 2022
  • april 2022
  • maart 2022
  • februari 2022
  • januari 2022
  • december 2021
  • november 2021
  • oktober 2021
  • september 2021
  • augustus 2021
  • juli 2021
  • juni 2021
  • mei 2021
  • april 2021
  • maart 2021
  • februari 2021
  • januari 2021
  • december 2020
  • november 2020
  • oktober 2020
  • september 2020
  • augustus 2020
  • juli 2020
  • juni 2020
  • mei 2020
  • april 2020
  • maart 2020
  • februari 2020
  • januari 2020
  • december 2019
  • november 2019
  • oktober 2019
  • september 2019
  • augustus 2019
  • juli 2019
  • juni 2019
  • mei 2019
  • april 2019
  • maart 2019
  • februari 2019
  • januari 2019
  • december 2018
  • november 2018
  • oktober 2018
  • september 2018
  • augustus 2018
  • juli 2018
  • juni 2018
  • mei 2018
  • april 2018
  • maart 2018
  • januari 2018
  • december 2017
  • november 2017
  • oktober 2017
  • september 2017
  • augustus 2017
  • juli 2017
  • juni 2017
  • mei 2017
  • april 2017
  • maart 2017
  • februari 2017
  • januari 2017
  • december 2016
  • november 2016
  • oktober 2016
  • september 2016
  • augustus 2016
  • juli 2016
  • juni 2016
  • mei 2016
  • april 2016
  • maart 2016
  • februari 2016
  • januari 2016
  • december 2015
  • november 2015
  • oktober 2015
  • september 2015
  • augustus 2015
  • juli 2015
  • juni 2015
  • mei 2015
  • april 2015
  • maart 2015
  • februari 2015
  • januari 2015
  • december 2014
  • november 2014
  • oktober 2014
  • september 2014
  • augustus 2014
  • juli 2014
  • juni 2014
  • mei 2014
  • april 2014
  • maart 2014
  • februari 2014
  • januari 2014
  • december 2013
  • november 2013
  • oktober 2013
  • september 2013
  • augustus 2013
  • juli 2013
  • juni 2013
  • mei 2013
  • april 2013
  • maart 2013
  • februari 2013
  • januari 2013
  • december 2012
  • november 2012
  • oktober 2012
  • september 2012
  • augustus 2012
  • juli 2012
  • juni 2012
  • mei 2012
  • april 2012
  • maart 2012
  • februari 2012
  • januari 2012
  • december 2011
  • november 2011
  • oktober 2011
  • september 2011
  • augustus 2011
  • juli 2011
  • juni 2011
  • mei 2011
  • april 2011
  • maart 2011
  • februari 2011
  • januari 2011
  • december 2010
  • november 2010
  • oktober 2010
  • september 2010
  • augustus 2010
  • juli 2010
  • juni 2010
  • mei 2010
  • april 2010
  • maart 2010
  • februari 2010
  • januari 2010
  • december 2009
  • november 2009
  • oktober 2009
  • september 2009
  • augustus 2009
  • juli 2009
  • juni 2009
  • mei 2009
  • april 2009
  • maart 2009
  • februari 2009
  • januari 2009
  • december 2008
  • november 2008
  • oktober 2008
  • september 2008
  • augustus 2008
  • juli 2008

©2025 - Louise Cornelis
↑