Twitter viel zowel mee als tegen
Tijdens de afgelopen Tour de France heb ik geëxperimenteerd met Twitter. Andere jaren schreef ik tijdens de Tour een dagelijkse column, Vrouw Kijkt Tour. Dit jaar Twitterde Vrouw Tour. Ik heb zelf Tour- en fietstweets geschreven en ik heb de twitterende Tour-deelnemers gevolgd, plus wat aanverwanten.
De bedoeling was om erachter te komen wat de lol en/of het nut van Twitter is. Ik vind dat ik daar ervaring mee moet hebben en een mening over, aangezien het een vorm is van schrifteljike communicatie en dat mijn vak is. Ik was sceptisch over Twitter: wat kun je nou kwijt in 140 tekens, hoe interessant is dat, en kost het niet heel veel tijd om in die grote brij aan berichtjes de diamantjes op te sporen?
Ik snapte bijvoorbeeld niet hoe, wat ik had gehoord, de serieuze journalistiek gebruik kon maken van Twitter – want hoe weet je wie je op welk moment moet volgen om een scoop te hebben? En de hele tijd iedereen volgen kan niet, of je wordt er gek van – het kan in elk geval niet rendabel zijn. En ik snapte ook niet precies wat de lol ervan was voor de gewone gebruiker. Twitteren ‘ik ga nu een pizza eten’ – lekker belangrijk. Wie is daarin geïnteresseerd?
Welnu, Twitter is me zowel mee- als tegengevallen.
Wat me meeviel, was het zoeken naar die diamantjes in de chaos. De Tour de France is een overzichtelijk universum. Ik volgde een stuk of twintig renners, plus een tiental ‘aanverwanten’, variërend van de officiële twitters van de Rabobankploeg en enkele ploegleiders tot de vrouw van renner Bradley Wiggins. Dat was goed te overzien, al betekende het wel pagina’s lang tweets bijlezen als ik eens even een dagdeeltje niet achter de computer had gezeten, soms radend naar de betekenis van Engelse SMS-afkortingen en specifieke Twitter-conventies.
Maar dat ging toch wel, en dan stonden er wel degelijk die diamantjes tussen. Mijn persoonlijke diamantjes, zoals de schattige berichtjes met foto’s en in gebrekkig Engels van mijn grote held Ekimov over zijn pasgeboren dochtertje. Ik vond het ook leuk om bij te houden wie wanneer als eerste na de finish weer twitterde, en dat was soms ongelofelijk snel. Zo vermaakte ik me er wel mee.
Maar ik las ook de diamanten waar journalisten naar op zoek zijn, de scoops. In deze Tour werd immers een deel van de (schijn-?)machtsstrijd binnen de Astana-ploeg tussen Lance Armstrong en Alberto Contador van Armstrongs kant uitgevochten via Twitter, met als hoogte- of dieptepunt de lullige tweet van 27 juli, vlak na de Tour-finish:
hey pistolero, there is no “i” in “team”. what did i say in March? Lots to learn. Restated.
Die en andere tweets werden door mij en door zeer veel anderen (Armstrong heeft meer dan een miljoen volgers) binnen en buiten de reguliere media gewikt en gewogen – wat bedoelt hij daar nou mee?
Zelf Twitter volgen heeft als voordeel dat je die tweets ziet voordat de media ermee komen. Je kunt je dan dus eerst zelf een oordeel vormen. Het geeft bovendien een soort gevoel van ingewijd zijn. Op één van de eerste dagen van de Tour twitterde renner Steven de Jongh dat hij had ontdekt dat zijn hotel vlak bij de plek stond waar ’s avonds Mart Smeets zijn Avondetappe zou presenteren. Toen De Jongh die avond dus bij Smeets opdook, ervoer ik een triomfantelijk: ‘dat wist ik al’. In de Metro verschenen de interessantste tweets, en die kon ik met een blasé glimlach overslaan: weet ik allemaal al. Ik volg Twitter immers zelf, ik zit eerste rang.
Daar komt bij dat Twitter een soort eigen wereldje is, waarin je de beroemde twitteraars ‘tegenkomt’ op een manier die daarbuiten onzichtbaar is. ‘ik ga nu een pizza eten’ is inderdaad niet zo interessant. Wél als het van een beroemde wielrenner afkomstig is. Of liever gezegd: ‘ik ga nu twee uur trainen’ is iets wat ik normaal gesproken niet zo meekrijg van mijn wielerhelden. Laat staan dat Steven de Jongh mij elke dag, zoals hij op Twitter doet, goedemorgen en goedenacht wenst. Dat gaf mij een gevoel van erbij horen, hoe ‘nep’ dat ook eigenlijk is.
De Jongh twittert sympathiek, portretteert zichzelf als family man, en schetst zo een ander beeld dan dat van alleen maar de stoere fietser. Zo leer je ze nog eens van een andere kant kennen, met als kanttekening dat ook Twitter natuurlijk een bepaald filter is: het is niet ‘de’ werkelijkheid, de tweets ondersteunen een bepaald imago. Dat is niet fout, dat is interessant. Zoals Laurens ten Dam als stuntel op een surfplank: het is gewoon wel grappig bij kerels die ik alleen op de fiets ken.
Wat me tegenviel, was mezelf uitdrukken in 140 tekens. Het wende wel, ik merkte zelfs dat ik op andere plekken ook veel beknopter en in telegramstijl ging schrijven, soms in bijzinsvolgorde, als een wist-je-dat-stijl, die op Internet ook veel gebruikt wordt. Maar veel interessants kun je in 140 tekens inderdaad niet kwijt. De meeste tweets, van mijzelf of van anderen, zijn dan ook helemaal niet zo interessant. Beroemd zijn scheelt, en dan nog is het, zoals ik hierboven schreef, zoeken naar de diamantjes tussen heel veel bagger.
Zelf produceerde ik soms ook bagger, daar was ik me ook wel van bewust. Bagger produceren is namelijk heel makkelijk. Elk idee, elke losse gedachte, kun je eruit mikken. Het is niet alleen niet nodig, maar zelfs niet mogelijk om een doorwrochter betoog op te stellen. Enige escape is meerdere tweets achter elkaar plaatsen, maar dan nog: het is iets heel anders dan ‘echt’ schrijven.
Dat heeft nadelen, maar het heeft ook voordelen: je hoeft er amper echt over na te denken. Was ik in vorige jaren vanwege Vrouw Kijkt Tour verplicht om een standpunt in te nemen en dat te beargumenteren, nu hoefde dat niet. Elke losse flodder kon ik wel in 140 tekens proppen. Dat is ook wel makkelijk. En zo niet, dan toch niet? Twitter is ook zeer vrijblijvend.
Dat gemak, die vrijblijvendheid dat is precies het nadeel van Twitter: het is een medium voor losse flodders, afgeschoten door zenders die niet gedwongen worden om echt na te denken bij wat ze schrijven – na te denken over hun publiek, bijvoorbeeld. Het grootste gedeelte van die losse flodders is daarom totaal oninteressant. Ze zijn hooguit een enkele keer interessant als die zender als persoon interessant is – beroemdheden, je beste vrienden. En zelfs dan is het zoeken.
Misschien is het anders als je jezelf helemaal in die wereld stort, en dat gevoel van ‘erbij horen’ cultiveert, met talloze volgers over en weer. Twitteraars vormen dan een soort eigen universum – waar veel tijd en moeite in gaat zitten. Voor mij is dat echter veel te veel een surrogaat voor echt contact.
Als experiment was drie weken twitteren zeer geslaagd: ik heb het medium zo leren kennen en ik weet wat ik eraan heb en wat niet. Ik volg ‘mijn’ profs nog steeds, en dan is het makkelijk om er zelf ook af en toe nog iets uit te twitteren. Ik denk dat dat afkicken is, en dat mijn getwitter wel zal doodbloeden. Want je uitdrukken in 140 tekens, dat is toch niet echt mijn ding. En die belangrijkste tweets van anderen, die lees ik dus wel in de krant.
(deze post is een licht bewerkte co-productie met http://vrouwkijkttour.wordpress.com/2009/08/05/evaluatie-van-het-twitter-experiment/ )
Pingback:Evaluatie van het Twitter-experiment « Vrouw kijkt Tour
Pingback:Tekst & Communicatie » Blog Archive » Verschenen: jip-en-jannekebrief
Pingback:Tekst & Communicatie » Blog Archive » Verschenen en te verschijnen: columns Touretappe
Pingback:Vrouw kijkt dit jaar elders Tour « Vrouw kijkt Tour