Ik wil geen sulforafaan en carbolzuur eten
Voedingsvoorlichting is hartstikke lastig. Want ondanks heel veel voorlichting worden we gemiddeld alleen maar dikker en eten we onvoldoende groente en te veel verzadigd vet – om maar iets te noemen. Ik zeg daar wel eens wat over als ik in een training wil laten zien hoe weinig je eigenlijk kunt bereiken met tekst. Of liever gezegd: een tekst leidt niet tot gedragsverandering. Want anders zou de overheid gewoon een supergoede tekst moeten schrijven over gezond eten, die naar alle Nederlanders sturen, en hop! Maar zo werkt het dus niet.
Toch doen voorlichters wel pogingen. Vorige maand kwam ik zo’n poging tegen in de vorm van een brochure van het Wereld Kanker Onderzoek Fonds: ‘Supergezond. Rijke voedingsbronnen voor kankerpreventie’. Ik had hem op papier; de PDF staat online.
Het begint wel aardig: met een quiz waarmee je je kennis over gezond eten kunt testen. Niet eens allemaal zo heel makkelijk, al heeft de laatste ‘Voeding en leefstijl hebben invloed op het risico op kanker. Juist/onjuist’ wel een hoog dûh-karakter gezien het thema van de brochure. Op de volgende pagina staan tien aanbevelingen, ook nog redelijk overzichtelijk, al verraadt het woordgebruik al wel een beetje wat er gaat volgen: ter in ‘Aanbevelingen ter preventie van kanker’, postuur en ‘beperk de consumptie van calorierijk voedsel’ vind ik al aan de moeilijke kant – het zijn niet de meest gewone woorden in elk geval.
Maar dan. Hier een opsomming van de woorden die ik op de volgende pagina’s aantrof:
fytochemicaliën
bio-actieve verbinding
vrij radicalen
bètacaroteen (en in combinatie: alfa- en bètacaroteen)
flavonoïden
selenium
lycopeen
kruisbloemig/kruisbloemfamilie
sulforafaan
quercetine
carotenoïden
ellaginezuur
glucosamine
carbolzuur
allyl sulfide
provitamine
… naast de wat gebruikelijkere termen als talloze vitaminen, omega 3 en 6 vetzuren, antioxidant, immuunsysteem en foliumzuur.
Wat dit woordgebruik mij zegt, is: deze brochure is alleen voor mensen die niet terugdeinzen voor voedingskundig jargon. Dat komt neer op: hoger opgeleiden met interesse in voeding. En die mensen eten toch al het gezondst. Dat is hét probleem van voedingsvoorlichting: je bereikt er alleen de mensen mee die het niet nodig hebben. Deze brochure preekt dus voor eigen parochie. Het is heel moeilijk om het anders te doen, maar dit is in elk geval niet de weg. En zelfs als je uitgaat van die eigen parochie vind ik zo veel jargon nog steeds extreem. Het klinkt simpelweg niet aantrekkelijk.
Hoe moet het dan wel? Het preken-voor-eigen-parochie-probleem kan ik ook niet even oplossen, daar komt meer bij kijken dan een goede tekst – die in elk geval simpeler, leuker, korter en concreter moet. Ik vind er één leuk dingetje in staan dat in de goede richting gaat. Het staat alleen pas op p. 11 en een beetje verstopt, dus een heleboel lezers zullen het niet vinden. Het is een kadertje dat ‘kleur uw bord’ heet en waar staat dat het goed is om verschillende kleuren plantaardig voedsel te eten, omdat je dan aan een goede mix aan voedingsstoffen komt. Dat is concreet, goed te onthouden, simpel en leuk. Een kleurrijk bord – zo wil ik wél eten.
Reacties
Ik wil geen sulforafaan en carbolzuur eten — Geen reacties
HTML tags allowed in your comment: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>