Toveren met tekstkwaliteit
Vorige maand rondde ik mijn cursus socratisch gesprek af en ik schreef daarover toen dat ik nog een keer zou terugkomen op de toepassingsmogelijkheden in mijn werk als trainer en adviseur op het gebied van schriftelijke communicatie. Welnu.
Het is al lang bekend dat trainingen schrijfvaardigheid in organisaties niet leiden tot een verbetering van de kwaliteit van de teksten van die organisatie. In O&O schreven Daniël Janssen er (met twee andere auteurs) daar in 1999 al over: de transfer van het geleerde naar de dagelijkse praktijk is nihil. Volgens mij komt dat vooral doordat in die trainingen schrijven te zeer gezien wordt als een individuele vaardigheid. Een probleem daarin is zou dan dus op te lossen zijn door een instrumentele, technische ingreep: een vaardigheidstraining.
Zo’n aanpak gaat echter voorbij aan een aantal andere zaken die goed schrijven belemmeren, bijvoorbeeld belemmeringen die het individu overstijgen, zoals de rol van de leidinggevende als coach en rolmodel bij het schrijven, of het ontbreken van een duidelijke standaard of beleid in de organisatie: zó willen wij schrijven/op papier met onze klanten omgaan. Ik besteed aan die belemmeringen in mijn trainingen wel aandacht en schreef daar op dit blog ook over, maar ik zoek ook altijd naar andere interventies, liefst voordat ik ga trainen. Het is bijvoorbeeld een goed idee om eerst beleid te ontwikkelen voordat er getraind wordt. Het gaat er dan niet om dat ik zeg hoe ‘het moet’, maar om samen nadenken over de gewenste schrijfcultuur en de belemmeringen daarvoor.
Ik ben bij zulke beleidsbepalende gesprekken tot nu toe altijd probleemoplossend geweest, zo realiseerde ik me door de cursus socratisch gesprek. Ik wist stiekem dus toch wél hoe het moest, had zelfs soms de panklare oplossing al achter de hand (‘piramideprincipe’). De volgende keer ga ik nadrukkelijker voorstellen er eerst samen over na te denken (de crux van het socratisch gesprek).
Het gesprek wil ik voeren volgens de TOVEREN-formule. In een gesprek van een uur (Tijd) wil ik met enkele betrokkenen (waaronder de leidinggevende) ‘de adviesrapporten van onze afdeling’ (Onderwerp) bespreken. Na mijn aftrap formuleren de deelnemers er Vragen bij, en vervolgens brengen zij Ervaringen in, gevolgd door Reacties en reflecties op elkaar. Tegen het eind benoemt de groep de Essentie ervan, en kaarten we Na.
TOVEREN in één belangrijk opzicht anders dan het lange socratische gesprek dat we tijdens de cursus voerden: er is nu wel een bepaald nuttig doel dat binnen enige tijd bereikt moet worden, want het gesprek is de opstap naar een interventie, waarschijnlijk naar herschrijfwerk (maken van een modeltekst) en training en coaching. Ik ben benieuwd of de deelnemers (en ikzelf?!) genoeg kunnen onthaasten om samen na te denken. Voor mij komt daar nog bij dat ik uit de expertrol moet stappen: als ik toch ga vertellen ‘hoe het moet’, komt er van samen nadenken niets terecht.
Natuurlijk bericht ik op dit weblog ook weer over mijn ervaringen.
Meer over TOVEREN staat in het boek Vrije Ruimte. Filosoferen in organisaties, zowel het basis- als praktijkboek, door Jos Kessels, Erik Boers en Pieter Mostert. En zie ook Het Nieuwe Trivium.
Pingback:Tekst & Communicatie » Blog Archive » Twee inspirerende workshops op de Learning Lane