Ik ben afgelopen week maar liefst naar twee boekpresentaties geweest. Dat is echt uitzonderlijk: in de meeste jaren heb ik er nul of één. Nu verschenen er kort na elkaar twee boeken in mijn vakgebied die ik sowieso wilde hebben en lezen én kan aanraden. Dat is al heel leuk, en in beide gevallen kende ik de auteurs, dus leidde het nog tot twee toffe bijeenkomsten ook.
Vorige week vrijdag trapten mijn Leidse collega’s (en vrienden) Ronny Boogaart, Henrike Jansen en Maarten van Leeuwen af. Van hen verscheen net Maar zo bedoelde ik het niet. Hoe we recht praten wat krom is. Op de typisch Leidse manier hebben de schrijvers daarin inzichten uit de retorica, argumentatieleer en de taalwetenschap gecombineerd en toegepast op een heerlijke vlootschouw actuele voorbeelden. Mark Rutte, Pete Hoekstra, Thierry Baudet, Willem Engel, Famke Louise, Johan Derksen en noem maar op – allemaal hebben ze wel eens iets controversieels gezegd waarop ze aangesproken werden, en hoe redden ze zichzelf dan?
Ronny Boogaart tijdens de presentatie van Maar zo bedoelde ik het niet
Daar blijkt structuur in te zitten: dat redden gebeurt langs vier verdedigingslinies die al onderscheiden werden in de klassieke retorica: ontkenning, een beroep op een andere interpretatie of op verzachtende omstandigheden, en de tegenaanval. Die zijn soms geslaagd en soms maken ze de boel alleen maar erger.
Het zijn vooral de vele voorbeelden die dit boek tot een leesfeest maken. Op de terugweg van de presentatie was ik van Leiden naar Kapelle al tot pagina 185 gekomen – het boek leest als een trein, in de trein. De resterende 90 las ik thuis vlot uit. Het is dus toegankelijk geschreven, en ondertussen leer je als lezer heel wat over strategisch taalgebruik – en misbruik.
De boekpresentatie zelf was inhoudelijk: op de universiteit, in een grote, onderaardse, schuin oplopende hoorcollegezaal, met luisteren naar een inleiding door emeritus hoogleraar Ton van Haaften en daarna naar de drie auteurs, die een overzicht gaven van de vier strategieën. Dat was ook vermakelijk overigens, vooral dankzij de filmpjes die ze lieten zien, maar het contrast met de tweede boekpresentatie was best groot, groter dan tussen de boeken.
Dinsdag was ik namelijk in de Glazen Zaal in Den Haag, voor de boekpresentatie van Magneetwoorden. Ontdek de aantrekkingskracht van positieve taal van vakgenoot Jeanine Mies. Dat was op een stijlvolle, klassieke plek, we stonden, Jeanine gaf voorbeelden uit haar boek maar sprak ook over haar zieke zus, de dagvoorzitter betrok ons er allemaal bij, en er was muziek en een stadsdichter. Ik ervoer het als persoonlijker en dynamischer. En feestelijker, ook doordat Jeanine tegelijk haar 25-jarig jubileum als zelfstandig schrijver en trainer vierde.
Aan de borrels lag het verschil niet: beide waren drukbezocht met een boel bekenden; dinsdag kon ik gelukkig wat langer blijven en meer vakgenoten spreken.
Wat bovendien hetzelfde is: Jeanines boek is óók een serieus vakboek, het leest ook heel lekker, en het staat ook vol met herkenbare en leuke voorbeelden. Bijvoorbeeld van onhandige ontkenningen (‘nietjes’ in het boek). Ik moet altijd aan Jeanine denken als ik bordjes zie met een ontkennende boodschap erop: ‘gras niet betreden’. Soms voel ik dan namelijk de behoefte in me opkomen om precies dat te doen, dat gras betreden dus. Het is een van de hoofdlijnen in het boek: formuleer niet wat je niet wilt, maar wat je wél wilt. Grotere kans dat je je doel bereikt. Want het werkt – zie deze persoonlijke ervaring.
Jeanine signeert mijn exemplaar van Magneetwoorden
Een erg leuk voorbeeld is de Groningse durfpoli in plaats van angstpoli – naar een durfpoli gaan klinkt alleen al stoerder. En wie bedenkt er iets beters voor coördinator pesten en de toolkit ouderenmishandeling – de voorbeelden waar ik dinsdag het hardst om moest lachen. Of griezelen, net hoe je het bekijkt.
Onderweg uit Den Haag naar Kapelle dinsdag kwam ik nog niet zo heel ver in het boek, want ik moest onderweg ook nog wat andere dingen doen. Maar ik zag al wel dat er naast voorbeelden met uitleg een boel praktische tips in staan, met aan het eind zelfs een stroomschema om je eigen magneetwoorden te bedenken. Dat ga ik zeker doen!