Van Paula Steenwinkel kreeg ik onlangs haar boek Drogredenen – herkennen en weerleggen toegestuurd; we kennen elkaar, hebben samengewerkt wel eens, en op Twitter hebben we het wel eens over drogredenen gehad. (Zo zeer zelfs dat ik het tot het dankwoord geschopt hebt – graag gedaan.) In het briefje bij het boek schrijft Paula dat ik ‘natuurlijk’ alles al wel weet. Nou, dat is helemaal niet zo, en bovendien was mijn leeservaring er volgens mij vaker een van mede-Twitteraar en -burger dan van vakgenoot.
Dat ik nog lang niet alles wist, zit hem erin dat ik verbaasd opkeek van de grote hoeveelheid verschillende drogredenen: 43, afgaand op de hoofdstukjes. Ik kende ze lang niet allemaal, zeker niet bij naam en precieze categorisering, wat nogal subtiel is soms: de red herring is te onderscheiden van whataboutism en de casaliteitsdrogereden van de post hoc ergo propter hoc.
Ik hoest ook niet zomaar de weerlegging op. Was het maar waar, dan zat ik minder vaak met m’n mond vol tanden. Ik weet niet of ik dat door dit boek beter ga doen, daar kom ik straks op terug.
Het is sowieso een nuttig boek. Aandacht voor drogreden is nodig, altijd, en helemaal in tijden van fact free journalistiek en politiek, welig tierende complottheorieën en ontsporende discussies op de sociale media.
Het is daarnaast vooral ook een leuk boek. Elke drogreden is voorzien van een toepasselijke cartoon van Fokke & Sukke – wat wil je nog meer? Nou, hartstikke veel en herkenbare voorbeelden. Actueel: veel over corona en vaccinatie dus. Ze zijn voor een deel afkomstig van bekenden, zoals Trumps ‘if we didn’t do testing, we’d have no cases’ (een ad ignorantiam, p.100). Baudet is de andere usual suspect, en verder passeren een boel BN’ers de revue, zoals Henk Westbroek, Jan Pronk, Jort Kelder, Rosanne Hertzberger en Ernst Jansz.
Heel vaak echter zijn de voorbeelden dagelijkse tweets van anonieme twitteraars die lijken op wat ook aan de lopende band in mijn timeline opduikt. Hellende vlakken bijvoorbeeld, zoals deze naar aanleiding van het schrappen van de aanduiding M of V op identiteitskaarten:
Het begint met het geslacht. Daarna verdwijnt de naam. Vervolgens de foto. Wat rest is een nummer…
Van dat soort redeneringen ga ik wel eens zuchten als ik m’n Twitter doorneem. En wat moet je ermee? Ik zou geneigd zijn de weerlegging te zoeken in het relativeren van het onredelijke (‘zo’n vaart zal het niet lopen’) maar in het boek (p. 89) staat een reactie die het juist doorzet tot in het absurde, eindigend met:
En voor je het weet wordt de buurtsuper een door een Algerijnse vrouw gerunde sportschool met felle neonreclame op het dak.
Dat is grappig en ook weer herkenbaar: de gevatheid van sommige mede-Twitteraars.
Of drogredenen zo weerleggen werkt, daarvan heb ik geen idee. De voorbeelden eindigen na die ene weerlegging, zodat niet te zien is in hoeverre het olie op het vuur van de interactie is. Je kunt misschien wel gelijk hebben, maar daarmee heb je het nog niet gekregen.
Dus herkennen, ja, maar me verweren? Stel, ik denk dat ik slachtoffer ben van een onredelijke discussiezet en ik weet niet meteen hoe ik het beste kan reageren. Dan moet ik met dit boek in de hand nogal wat analytisch werk verzetten: is dit een drogreden ja/nee, zo ja, welke van de 43 is het dan, hoe heet die, en wat is dan het bijbehorende verweer? Lezendeweg kreeg ik daarom behoefte aan een keuzehulp, een beslisboom ofzoiets, op grond waarvan ik drogredenen kan determineren.
Wat me in elk geval wel helpt bij het doorzien van de redenatie, is dat bij elke drogreden een stukje staat ‘waarom werkt dit’. Daarin komt de relatie aan de orde tussen de drogreden en denkfouten of andere bij ons allemaal ingebakken neigingen. Dat is ook troostrijk. We bezigen allemaal wel eens een ad populum bijvoorbeeld, en dat doen we niet omdat we zo onredelijk zijn, maar omdat we kuddedieren zijn.
En omdat drogredenen werken. Soms.
Desalniettemin wil ik er kritisch op zijn. Daar helpt het boek zeker bij: het kweekt meteen een grotere gevoeligheid voor drogredeneringen aan. Ik zie en hoor ze ineens overal.
Met als gevolg dat ik meteen Fokke & Sukke voor me zie. Op tv hoorde ik bijvoorbeeld gister een typische ‘is-ought’ (naturalistische drogreden), zo van: ‘het is nou eenmaal de natuur’. Daar zit een heerlijke cartoon bij waarvan de strekking is dat mannen vroeger al tot diep in de nacht naar ‘vieze grottekeningen’ zaten te kijken. Ik denk dat die nu voor altijd voor mij aan die drogreden zit vastgekleefd!
Alleen al voor 43 drogredenerende Fokke & Sukke’s is het boek de moeite waard. Paula’s bijbehorende nieuwe blog ga ik zeker ook volgen!