Afgelopen dinsdag heb ik een webinar bijgewoond van de KNAW over waarom we ons (niet) aan de corona-maatregelen houden. Je kunt het webinar terugkijken en er staat een samenvatting online, hier mijn eigen duit in het zakje. Met als hoofdlijn: ik snap nu beter waarom het zo’n zootje is op het moment.
Ik werd op het webinar geattendeerd door @joshornikx van de Radboud Universiteit, die aankondigde dat er een collega van hem zou spreken, Enny Das. Aan de Radboud doen ze interessante dingen op het gebied van gedragsbeïnvloedende communicatie, dus ik was meteen nieuwsgierig.
En geweldig toch, hè, voor anderhalf uur zou ik niet op een dinsdagavond naar Amsterdam afreizen, maar online kan het wél – ik hoop echt dat dit soort dingen online georganiseerd blijven. Ondanks dat het wel helemaal pratende-hoofden-met-matige-powerpoint was, bleef mijn aandacht erbij, daarvoor was het interessant genoeg en lag ook het tempo aangenaam oog, met drie sprekers, een reactie en discussie in anderhalf uur – petje-af voor het time-management.
De eerste spreker was een jurist, dus dat was wat verder van mijn bed, en zijn stellingname was ook niet heel duidelijk. Wel zijn observatie: dat de coronabeperkingen gebaseerd zijn op wetten uit de jaren ’70 en ’80, en dat de huidige tijd mogelijk meer flexibiliteit en snelheid vraagt.
De volgende twee, Enny Das en compliance-expert Sylvie Bleker, zaten nogal op één lijn voor wat betreft forse kritiek op overheidsbeleid en -communicatie. Dat zat hem in drie punten:
- Het grotere plaatje ontbreekt: een toekomstperspectief, een collectief doel, inspiratie, het maatschappelijke belang, gebaseerd op kernwaarden… Wat er is, is te mager (‘virus indammen’) en te zeer een ‘moving target’ van epidemiologische getallen die het gevoel geven dat we het nooit goed genoeg kunnen doen. De regering verschuilt zich achter feiten en bekent geen kleur; de burger vraagt zich af ‘waar doen we het voor?’
- Het beleid is inconsistent. Dat geldt zowel op enig moment (nu bijvoorbeeld: ‘waarom mag een student wel naar de nagelstyliste maar niet naar de universiteitsbibliotheek?’, ‘waarom wel massaal naar het Vondelpark maar niet de terrassen open?’ enzovoort, enzovoort) als in de loop van de tijd. Rutte had dinsdag net voor het webinar versoepelingen aangekondigd die die inconsistentie perfect illustreerden: de willekeur van verstrengen en versoepelen, versoepelen terwijl de besmettingen stijgen, de avondklok handhaven terwijl die als eerste opgeheven zou worden, de op de vorige persconferentie gepresenteerde routekaart meteen ter zijde schuiven – en zo gaat het maar door.
Altijd consistent zijn is in zo’n crisis niet mogelijk, maar dan moeten de overwegingen om iets te veranderen beter uitgelegd worden, en dat gebeurt ook niet. Mijn indruk is dat niemand het meer begrijpt. Een symptoom daarvan zijn de grappen op de sociale media, zoals over dat je volgende week op woensdag naar de winkel mag als je groene sokken aan hebt en je verjaardag op een even dag is, of de maatregelen-loting. Daaruit blijkt dat de maatregelen niet als redelijk en billijk ervaren worden, en dat leidt tot het huidige ‘gedram’ erover en de ondermijning van de de opvolging van de maatregelen. - De maatregelen zijn te complex. Dat heeft deels met het vorige punt te maken, maar is wel nog een apart punt in de zin van dat het ontbreekt aan simpele, klare taal. Das vertelde maar weer eens dat de meesten van ons helemaal niet in staat of bereid zijn tot het verwerken van complexe boodschappen. We handelen op basis van heuristieken. Eén daarvan staat in het bijzonder onder druk: die van dat we geneigd zijn ons aan te passen aan de meerderheid. De overheid hanteert die heuristiek door van die dingen te communiceren als ‘80 % staat achter de avondklok‘.
Maar in de media zien we vooral de uitzonderingen, de extremen. In de reguliere media was dat altijd al zo, maar daar zijn de sociale bijgekomen. Zo krijgen we de indruk dat er veel meer mensen met afwijkende standpunten zijn. Dat is in het algemeen voor overheidscommunicatie een toenemend probleem.
Das was dan weer wel gematigd positief over de manier waarop de overheid formuleert. Goede regels laten ruimte en zijn respectvol. Ze gaf een voorbeeld van de regel voor de avondklok waar staat dat ‘iedereen binnen blijft’, zonder moeten erin en zonder meteen de boete te noemen (ik moet zeggen dat ik jeuk krijg van de verhulling). Aan de andere kant is het praten over de overtreders van die avondklok als tuig en criminelen niet handig: dat werkt averechts want het roept weerstand op.
De meningen waren verdeeld over Ruttes ‘afspraak met iedere Nederlander’ van de persconferentie van dinsdag: de versoepelingen in ruil voor ons allemaal beter aan de regels houden. Ikzelf had mijn hakken de grond in voelen zakken daarbij, vooral vanwege het gevoel de deal helemaal niet zelf gekozen te hebben. Bleker vond het vooral naar dat het op deze manier onze schuld is als het straks niet goed gaat. Hoezo, de regering neemt een risico, en als het misloopt, ligt het aan ons?
Over degene die het wel een goed idee vond heb ik het nog niet gehad, dat was de laatste spreker, of eigenlijk meer de ‘reageerder’: Mark Roscam Abbing, programmadirecteur-generaal voor coronazaken van de Rijksoverheid. Ik vond het dapper van hem om op zo veel kritiek te willen reageren. Hij zei onder andere dat de communicatie wel eens wat te lijden heeft onder politieke afwegingen en dat de overheid wel degelijk transparant probeert te zijn over de afwegingen. Hij gebruikte in die context het woord indicatoren en dat verraadde voor mij al een deel van het probleem: dan gaat het dus weer over getallen en modellen, en dat is nou juist niet hoe het moet – zie punt 1.
Roscam Abbing praatte ook over het maatschappelijk belang als iets wat naast die epidemiologische indicatoren staat, en werd daarop terecht aangesproken door Das: het gaat om nadenken over een samenhangend toekomstbeeld, niet van de samenleving alsof die los staat van de pandemie. Dat is moeilijk in de waan van de dag natuurlijk.
Bleker voegde daar toen nog aan toe dat haar indruk was dat het regeringsbeleid sowieso te zeer bepaald wordt door wie de dag ervoor het zieligste verhaal heeft gehouden in de media. Ze zei het aardig, maar dat is vlijmscherpe kritiek natuurlijk. De normatieve kracht van de overheid berust juist op een langetermijnvisie. En zeker ook niet op politiek geneuzel, als het gaat om zulke ingrijpende maatregelen als de huidige.
Ik hoop dat die kritische boodschappen zijn overgekomen. Ik werd er niet vrolijker van over de corona-aanpak, maar dat ben ik al langer niet. Ik voelde me er wél beter door, door het webinar. Omdat ik beter begrijp wat er speelt en waarom mensen zich in toenemende mate niet aan de maatregelen houden.