Bij sommige goedbedoelde stijladviezen is het middel erger dan de kwaal. Een voorbeeld daarvan kwam kort na elkaar in twee trainingen aan de orde: gekke woorden gaan gebruiken om woordherhaling te vermijden, en het ging nog om hetzelfde woord ook. Haha: om hetzelfde woord: ook.
In het eerste geval merkte ik op dat ik tevens een te schrijftalig woord vind voor ook, waarop de schrijver zei dat hij juist naar tevens was uitgeweken omdat er anders zo vaak ook in de tekst zou voorkomen. Het tweede geval was een voorbeeldtekst voor het gebruik van signaalwoorden met twee keer ook erin, vlak na elkaar.
Nou is vaak ook gebruiken wel iets om op te letten. Ik heb zelf de neiging om te vaak ook te gebruiken omdat de ook-relatie dan in mijn hoofd zit (‘dit wil ik ook nog kwijt’) en niet in de tekst (zie eerdere blogpost daarover, met ook een grappig NS-voorbeeld). Bovendien is het een zwak signaalwoord, dat alleen maar ‘en’ uitdrukt. Kan prima zijn, maar misschien is het verband preciezer aan te geven dan dat. Vaak ‘en’ uitdrukken kan bovendien op een overzichtelijkere manier: door middel van een opsomming.
Dus, alle reden om kritisch te zijn op al te vaak ook. Maar puur en alleen vanwege de woordherhaling is het geen probleem. Zulke kleine, gewone woorden storen niet als je ze veel tegenkomt. Het duidelijkste voorbeeld daarvan zijn de lidwoorden: het is nooit hinderlijk als de, het en een veel voorkomen in een tekst. Wat mij betreft zit ook in die hoek. Maar tevens niet: dat trekt wél de aandacht, want dat zegt niet alleen ‘en’, maar ook ‘ik ben een schrijftalig woord, formeel en stijfjes’.
Andere problemen die komen door het vermijden van woordherhaling zijn vage en foutieve verwijzingen en het-net-niet-helemaal-precieze-synoniem. De schrijver zoekt dan naar een ander woord, en vindt iets wat bijna hetzelfde betekent, maar net niet helemaal. Voor de lezer is het dus toch net iets anders, en dat is verwarrend. Woorden die echt helemaal synoniem zijn, bestaan niet, dat zie je wel aan ook en tevens. Ze ‘betekenen’ hetzelfde, maar ze verschillen in toon. En kijk ook maar naar de voorbeelden in het Wikipedia-lemma: als je het altijd over je auto hebt, is het gek als je die ineens wagen noemt.
Ik zou tegen zakelijke schrijvers willen zeggen: wees niet te bang voor woordherhaling. Het ergste wat je ermee kan overkomen is dat je tekst wat saai wordt. Liever saai maar duidelijk dan niet saai met andere problemen erin. Bovendien: van ook wordt een tekst niet saai.