Het is deze herfst tien jaar geleden dat ik de weg van de Artist’s Way aflegde: een programma van twaalf weken, toen in een groep bij Josephine Vrijdaghs, met het boek van Julia Cameron centraal. Ik ben er sindsdien mee bezig gebleven: ik schreef morning pages, ik streefde naar een wekelijkse artist date, ik lette op synchroniciteit en ik bepaalde telkens doelen en acties voor mijn creatieve ontwikkeling (want daar gaat het allemaal om).
Over die vier elementen legde ik ook nog met enige regelmaat verantwoording af door een checklist te schrijven, en naar aanleiding daarvan belde ik dan met Renée, mijn groepsgenoot van toen. Al die jaren lang deden we zo dus een Artist’s Way check-up. Maar daar hebben we ook net deze maand een punt achter gezet.
We stoppen met de check-ups omdat het lang genoeg geweest is – we hebben het verrassend lang volgehouden, vinden we. Anderzijds lopen onze prioriteiten nogal uit elkaar. Renée is het Artist’s Way proces aan het intensiveren: ze is net opnieuw met zo’n groep bij Josephine begonnen. Ik ben het juist aan het deïntensiveren, of liever gezegd: ik merk dat het wat ondersneeuwt nu gezien een ander groot doel voor volgend jaar: het volbrengen van een hele triathlon.
Goed om er een punt achter te zetten, al blijven we elkaar zeker wel spreken, want we hebben elkaar in die jaren goed leren kennen. We boomden over andere zaken dan alleen onze creatieve ontwikkeling, en zelfs alleen dat thema is al persoonlijk genoeg voor diepgaand contact.
In onze laatste check-up blikten we terug op wat tien jaar Artist’s Way ons heeft opgeleverd. Voor mij is dat: één ding niet en een heleboel wel. Het ene niet-ding zit hem erin dat ik tien jaar geleden hoopte om met creatief en journalistiek schrijven meer en misschien wel al mijn geld te gaan verdienen. Dat is niet gelukt – het bleek een moeilijke wereld en ik was wellicht onvoldoende bereid er alles voor opzij te zetten. Daarvoor vond en vind ik mijn advies- en trainingswerk ook gewoon te leuk en te lonend. Ook wel omdat het steeds creatiever werd, of ik moet zeggen: omdat ík creatiever werd.
En dat brengt me op wat de Artist’s Way me wel heeft opgeleverd. Dat is allereerst meer en makkelijker schrijven. Dat is voor mijn werk nuttig, voor mijn eigen schrijfwerk en omdat ik zo schrijvende professionals ook wat kan leren over schrijfgemak. Maar het gaat verder dan dat. De (bijna) dagelijkse morning pages hebben een persoonlijke, ja, therapeutische werking. Dat gemak zit hem in het bevrijd zijn van de interne criticus. Ik zeg wel eens dat ik hem nog steeds heb, nodig heb ook, maar dat hij beter zijn plaats weet.
Dat grotere gemak, die interne criticus die beter zijn plaats weet, dat reikt ook verder dan alleen bij het schrijven. Ik ervaar die toegenomen vrijheid en creativiteit bij mijn jaarlijkse Buitenkunst-weken het sterkst, maar ik merk het ook in mijn werk: ik heb steeds minder last van het zelfbewustzijn dat kritisch meekijkt naar alles wat ik doe en laat.
Die opbrengst van tien jaar Artist’s Way, die is goud waard, en die is essentiëler dan wel of niet betaald krijgen voor mijn schrijfwerk. Het is een bijzonder proces geweest, en nog, want ik blijf morning pages schrijven, daar ben ik inmiddels helemaal mee vergroeid (zie deze column – ik vergeleek het na vijf jaar al met tandenpoetsen!). Ik kan het doorlopen van het proces aanraden aan iedereen die meer of makkelijker wil schrijven (ook zakelijk!) of een andere kunstvorm wil beoefenen, die meer creativiteit wil in werk en leven. De Artist’s Way maakt je vooral ervan bewust dat de grootste obstakels daarvoor in je eigen hoofd zitten, en leert je je daar minder van aan te trekken.
En ja, dat kost tijd, moeite en aandacht. Maar dan heb je ook wel wat.