↓
 

Louise Cornelis

Tekst & Communicatie

  • Home |
  • Lezergericht schrijven |
  • Over Louise Cornelis |
  • Contact |
  • Weblog Tekst & Communicatie

Maandelijkse archieven: juli 2014

Zomercolumn 4: je vrouw aan het fietsen krijgen

Louise Cornelis Geplaatst op 31 juli 2014 door LHcornelis23 juni 2014  

Zoals ik hier eerder beschreef, ben ik een jaar geleden vrij abrupt gestopt als fietsvrouwcolumniste. Ik had nog enkele columns liggen, en het leek mij een leuk idee om daar toch wat mee te doen, en ze te publiceren als zomerblog-feuilleton. Vandaar: in de zomerperiode publiceer ik hier elke week een nooit eerder verschenen fietsvrouwcolumn. Heel andere koek dan anders, maar in de vakantie mag dat wel! Hier is aflevering 4, waarin ik een door mannen veelgestelde vraag beantwoord: hoe krijg ik m’n vrouw aan het fietsen?

 

Hoe krijg je haar zo ver?

Dit keer behandel ik een FAQ: een (door mannen) vaak gestelde vraag: hoe krijg ik mijn vrouw/vriendin ook aan het fietsen? Goeie vraag – want ja, samen fietsen is geweldig! Ik heb alleen geen pasklaar antwoord, ik heb vooral wedervragen.
In de eerste plaats: wat wil je precies samen kunnen doen? Is dat op een mooie zondagmiddag lekker een eindje peddelen door de polder, terrasje, beetje keuvelen, zeg maar niveau Drentse Fiets4daagse? Of is het dat zij ook gaat leren zich dusdanig af te beulen dat ze een aantal Alpencols op rij kan bedwingen? Een vriendin van mij noemt dat het verschil tussen ‘bewegen’ en ‘trainen’ – en trainen is voor haar en veel andere vrouwen niet aanlokkelijk. Het kan zelfs intimiderend voor haar zijn, het idee zich het snot voor ogen te moeten gaan rijden met de sterke mannen. Het eerste doel is wellicht een stuk haalbaarder. Is dat okee voor jou? En welk mogelijk afschrikwekkend voorbeeld geven jij en je fietsmaatjes?
Ten tweede: je wil je eigen lol in fietsen overbrengen – waar zit die ‘m in? Ook hier een grove tweedeling: je kunt willen fietsen omdat je je niks leukers en lekkerders dan dat kunt voorstellen, of je kunt fietsen om een ander doel te bereiken. Voor veel vrouwen is dat slank en strak worden of blijven, en ook wel gezelligheid; voor jou misschien wedstrijden winnen. Het lijkt mij dat je het meest succesvol samen kunt fietsen als je doel gelijk gericht is. Als de een geniet van het ritje en de ander blij is na 500 verbrande calorieën op de teller niet meer te hoeven, zit je wel op erg verschillende golflengten. Ik denk ook dat het uiteindelijk het leukste, lekkerste, gezondste en meest zingevende (jaja) is om te fietsen voor het plezier in de activiteit als zodanig. Kun je dat aanboren, bij jezelf en bij haar?
En tenslotte: ben je bereid je aan te passen. Echt? Want de kans is groot dat zij op haar best nog steeds minstens zo’n 20 procent minder is dan jij. Dus zul je op haar moeten wachten, zal ze altijd in jouw wiel moeten rijden, kun jij niet hard trainen, enzovoort. Waak ervoor haar niet totaal af te raggen, want fietsende vrouwen raken tussen mannen nogal eens overtraind. Kun je ook de spanning aan die het mogelijk in je relatie kan geven als zij altijd de beperkende factor is (‘nee, we pakken niet dat klimmetje ook nog even mee, we gaan nú naar het hotel’)?
Bij ons en bij de meeste andere samenfietsende stellen die ik ken is het zo dat de man daar niet zo mee zit: die wacht wel; hij vindt het allang leuk om samen te kunnen fietsen. Maar wij vrouwen knarsentanden allemaal wel eens. We zijn prestatiegericht genoeg om het vervelend te vinden altijd de tweede viool te spelen, altijd degene te zijn die aan de rem trekt.
Dus, de slotvraag: wat is je inschatting, kan zij dat hebben?

 

Geplaatst in Zomercolumns fietsvrouw | Geef een reactie

Zomer-, nee, wintercolumn (aflevering 3)

Louise Cornelis Geplaatst op 25 juli 2014 door LHcornelis18 augustus 2014  

Zoals ik hier eerder beschreef, ben ik een jaar geleden vrij abrupt gestopt als fietsvrouwcolumniste. Ik had nog enkele columns liggen, en het leek mij een leuk idee om daar toch wat mee te doen, en ze te publiceren als zomerblog-feuilleton. Vandaar: in de zomerperiode publiceer ik hier elke week een nooit eerder verschenen fietsvrouwcolumn. Heel andere koek dan anders, maar in de vakantie mag dat wel! Hier is aflevering 3, een echte wintercolumn, dus deze vraagt wat inlevingsvermogen!

 

Vet op je gezicht

Weten jullie nog, begin 2013 duurde de winter eindeloos. Er was zo’n weekend in maart dat het steenkoud was en woei, waardoor de gevoelstemperatuur tot min tien daalde. Dat maakte lang naar buiten gaan op de racefiets voor mij onmogelijk. Sinds een paar jaar doe ik dat ’s winters namelijk niet meer (maar loop ik hard, en spin en zwem ik), zodat ik geen geschikte spullen meer heb om bij die temperatuur op de racefiets te stappen – nog los van de vraag of ik dat überhaupt had gewild, want er zijn grenzen.
Maar maart was al een eind op weg, het licht gaf aan dat het lente was, en toen was er ook nog een ingekorte maar prachtige Gent-Wevelgem op tv. O, wat ging het kriebelen! Ik had enorme fietsdrang. Ik móest gewoon.
Vandaar dat ik op maandag heen en weer naar Den Haag fietste, 25 km enkele reis. De gevoelstemperatuur was gestegen tot -9,5 en er scheen een flauw zonnetje, dus dat kon best. Ik moest naar Den Haag om kennis te maken met een potentiële nieuwe opdrachtgever. Vanwege de enigszins nette kleren reed ik daarom op m’n stadsfiets.
Ik kwam met héél koude handen en voeten en een knalrode kop in Den Haag aan, gelukkig vroeg genoeg om even te acclimatiseren voor ik aanbelde. Dat ik uit Rotterdam op de fiets was gekomen, kwam niet vanzelf ter sprake, en ik begon er zelf ook niet over, uit angst al te excentriek gevonden te worden. Wel ging het even over de kou. Eén van de aanwezigen had voetballende kinderen en die hadden voor het afgelopen weekend het advies gekregen om vaseline op hun wangen te smeren, vanwege de extreme kou.
‘Vaseline op hun gezicht?’ vroeg de baas aan haar, ‘Kunnen we dan tegenwoordig nergens meer tegen?’
Besmuikt voelde ik aan mijn eigen wangen. Zou het zichtbaar zij, het laagje cold cream? Dat daar niet eens zozeer zat om de kou tegen te houden, maar meer omdat zonder die bescherming de kou en de droge wind mijn vel in schuurpapier zouden veranderen.
Verder zei ik maar niks, maar helemaal prettig voelde ik me niet. Pas onderweg terug naar huis realiseerde ik me waarom. De redenering van die baas, dat was de omgekeerde wereld. Ik durfde er wat om te verwedden dat meneer de directeur het hele weekend in zijn warme huis had gezeten en op maandagochtend in de garage de auto in was gestapt. Niet voetballers en fietsers met vet op hun wangen kunnen nergens meer tegen, maar zulke binnenzitters! Zij kunnen zich er niets meer bij voorstellen dat je je tegen sommige omstandigheden maar beter kunt beschermen.
Het inzicht versterkte mijn goede gevoel. Want natuurlijk, 50 kilometer fietsen heen en weer naar een zakelijke afspraak is al excentriek, en bij -9,5 graden helemaal. Mijn voeten werden zo koud dat ze de rest van de dag raar bleven voelen. Maar ik moest. En wat was het lekker. En stoer. Daarom dus.

Geplaatst in Zomercolumns fietsvrouw | Geef een reactie

Zomercolumn 2: Verstrooid

Louise Cornelis Geplaatst op 18 juli 2014 door LHcornelis23 juni 2014  

Zoals ik hier eerder beschreef, ben ik een jaar geleden vrij abrupt gestopt als fietsvrouwcolumniste. Ik had nog enkele columns liggen, en het leek mij een leuk idee om daar toch wat mee te doen, en ze te publiceren als zomerblog-feuilleton. Vandaar: in de zomerperiode publiceer ik hier elke week een nooit eerder verschenen fietsvrouwcolumn. Heel andere koek dan anders, maar in de vakantie mag dat wel! Hier is aflevering 2, over verstrooidheid.

 

Verstrooid

Om zo veel te kunnen fietsen als ik wil, is het altijd schipperen met mijn andere bezigheden. Ik zoek naar praktische afstemming en combinaties met dingen die ik ook nog wil of moet. Eén daarvan is het huishouden. Echt combineren lukt niet. Misschien kun je tegelijk fietsen en swifferen of afstoffen als je tacx in een héél klein kamertje staat, maar verder is het toch meer een kwestie van afstemmen. Ik doe dat op een manier die ik noem: mezelf het huis uit dweilen.
Ik bedoel daarmee dat de keukenvloer kan drogen terwijl ik fiets. Die vloer heeft zwart-wittte tegels en om die mooi te houden, moeten ze regelmatig gedweild, en daarna mag er niet op gelopen worden totdat hij droog is, want anders blijf je de voetafdrukken zien. Dus dweil ik hem en stap ik daarna op de fiets. Na een béétje duurtraining is hij echt wel droog, hartstikke handig.
Behalve dan dat deze aanpak complicaties met zich meebrengt. Die keuken is namelijk het knooppunt van ons hele huis: je moet er voor zo’n beetje alles doorheen. Aan de ene kant grenst hij aan de woonkamer, met daarin, naast allerlei andere handige en prettige dingen, de voorraadkast met energierepen. De tweede doorgang is richting trap naar boven, waar de kledingkasten en het wasrek zijn. De derde richting is die van de bijkeuken. Daar staat mijn racefiets, ik vind er helm en schoenen, er staat een kastje met onder andere fietshandschoentjes, en hij heeft een deur naar buiten.
Vanuit die bijkeuken vertrek ik. Ik moet er dus voor zorgen dat daar alvast alles is wat ik nodig heb, zodat ik niet door de natte keuken moet naar boven of naar de woonkamer om nog iets te pakken. Ik trek alvast fietskleren aan, leg de andere spullen klaar, dweil richting bijkeuken, en fiets daarna zó weg. Dat is het plan.
In theorie.
Tsjongejonge, zeg, hoe moeilijk kan het zijn, alles alvast klaarleggen? Dat gaat echt ongehoord vaak mis, ook al denk ik er nog zo goed over na.
Alles in de bijkeuken? Ja? Okee, nou, dan ga ik nu dweilen.
Kwartiertje later. Dweilen achter de rug, keuken prachtig schoon, mooi, nu lekker fietsen. Schoenen aan, helm op, ik pak m’n fiets, en… Nee hè, energiereep vergeten. O, chips, m’n bidon na het vullen op het aanrecht laten staan. Ah, hangen m’n handschoentjes nog boven te drogen? Het is toch frisser dan gedacht, even m’n armstukken pakken…Ik kijk naar de blinkende keukenvloer, en zucht.
Ik vind wegkomen sowieso lastig. Meestal kan ik mijn gehannes verbloemen door gewoon een paar keer heen en weer te lopen. Met een beetje verstrooidheid is dan prima te leven. Maar na het dweilen word ik stevig met mijn neus op de feiten gedrukt: ik ben een warhoofd.
Het maakt dat ik fietsen zo lekker vind: als ik eenmaal op de fiets zit, hoef ik nergens meer aan te denken. Alleen maar te trappen. En zelfs dat zou ik nog bijna kunnen vergeten.

Geplaatst in Zomercolumns fietsvrouw | Geef een reactie

Zomercolumn 1: Doping

Louise Cornelis Geplaatst op 10 juli 2014 door LHcornelis23 juni 2014  

Zoals ik hier eerder beschreef, ben ik een jaar geleden vrij abrupt gestopt als fietsvrouwcolumniste. Ik had nog enkele columns liggen, en het leek mij een leuk idee om daar toch wat mee te doen, en ze te publiceren als zomerblog-feuilleton. Vandaar: in de zomerperiode publiceer ik hier elke week een nooit eerder verschenen fietsvrouwcolumn. Heel andere koek dan anders, maar in de vakantie mag dat wel! Hier is aflevering 1, over doping.

 

Doping

Van EPO-gebruik of dat soort echte prestatieverbeteraars heb ik om me heen nog nooit wat gemerkt. Wel van pijnstillers. In grote hoeveelheden zelfs. Niet op de dopinglijst, maar toch. Ik kan me er wel over verbazen. Een keer ging ik ’s ochtends spinnen, en toen zei één van de andere vrouwen in de kleedkamer: ‘Ik ben gisteravond hartstikke diep gegaan, en ik was daar vanochtend nog zo brak van dat ik een aspirientje heb geslikt om weer te kunnen sporten nu.’ Arm lichaam, dat zo duidelijk aangeeft dat het moe is, maar baasje zegt: ‘Niet zeuren, lijf;  pil erin, en trainen jij!’
Vergelijkbaar gedrag zag ik tijdens mijn deelname aan de Tour d’Afrique, toen deelnemers hele bergen pijnstillers slikten om maar te kunnen blijven fietsen, in plaats van rust te nemen. Alles fietsen, de hele vier maanden en 12.000 kilometer van die tocht lang, every fucking inch zoals dat heet, is een enorme prestigestrijd. Vandaar dat daar klonk: ‘Niet zeuren, knie; pil erin, en fietsen jij!’
Ik slik wel pillen om beter te worden, zoals laatst nog, toen een cactusnaaldje in mijn duim uit de hand liep en er een rood streepje richting mijn hand ging trekken: aan de antibiotica! Maar ik slik geen pillen om te kunnen fietsen. Ik zou te bang zijn om daarmee alleen aan symptoombestrijding te doen en het onderliggende probleem erger te maken. Met een pijnstiller kun je met een overbelaste knie nog wel doorfietsen, maar misschien maak je dan wel écht iets kapot. Kom nou, zeg… Als ik ergens om fiets, naast dat ik het leuk vind, is het om mijn gezondheid. Heel blijven staat daarom bovenaan mijn verlanglijstje.
Ik ben ook bang voor de bijwerkingen. Want ook al zijn pijnstillers onschuldig, het zijn en blijven pillen. Mijn vader heeft mogelijk z’n eigen hersenen beschadigd door een foute medicijnen-mix. Als daardoor iemand weet dat pillen geen snoepjes zijn, ben ik dat wel.
Het kan mij daarom verbazen dat het in alle doping-verhalen uit het profpeloton zo weinig over de angst voor bijwerkingen gaat. In The Secret Race beschrijft Tyler Hamilton hoe hij behoorlijke hoeveelheden testosteron wegwerkte. Heeft hij zich nooit afgevraagd wat hij daaraan over zou kunnen houden? Want dat is niet mis – krimpende ballen is nog wel het meest plastische mogelijke gevolg.
Als mijn lijf pijn heeft, zie ik dat als signaal om het kalmer aan te doen. Dat is niet alleen een edele overweging, maar ook simpelweg angst. Maar dat is misschien typisch vrouwelijk. Over hun hele leven genomen slikken vrouwen gemiddeld meer pijnstillers dan mannen, bijvoorbeeld vanwege hoofdpijn en menstruatiekramp. Maar áls mannen ze slikken, is dat in veel grotere hoeveelheden tegelijk, in een korte periode. En dat is typisch vanwege blessures waarmee ze toch door willen sporten.
Ik kan alleen maar zeggen: mannen, pas op! Dat lijf moet nog langer mee dan tot aan de volgende topprestatie.

Geplaatst in Zomercolumns fietsvrouw | Geef een reactie

Verschillende manieren van klantvriendelijk schrijven

Louise Cornelis Geplaatst op 2 juli 2014 door LHcornelis20 februari 2015  

Twee e-mails die ik onlangs van mijn internetprovider ontving kunnen voor mij illustreren wat ik versta onder klantgericht schrijven. Ik dacht namelijk meteen: hé, hier is aandacht besteed aan klantvriendelijkheid, hartstikke goed, en toch denk ik mwah… Ik bedoel: dit zijn echt geen slechte mails, sowieso niet, en al helemaal niet van een helpdesk. Maar er ligt een net iets andere opvatting van klantgerichtheid aan ten grondslag dan de mijne. Ik leg het uit.

Dit was de eerste:

[Provider] heeft uw schrijven ontvangen, waarin u verzoekt het rekeningnummer te wijzigen. Het is goed dat u dit meldt.

Naar aanleiding van uw schrijven hebben wij het betreffende rekeningnummer aangepast. Automatische incasso’s zullen derhalve in het vervolg van het nieuwe rekeningnummer worden geïncasseerd.

Als u nog vragen heeft, dan hoor ik dat graag van u.

Het zit hem in dat zinnetje ‘het is goed dat u dit meldt’. Ik stel me voor dat er een instructie is waar staat: herhaal de vraag van de klant en zeg daarna iets begripvols/empathisch ofzoiets. Dat kan heel aardig en netjes zijn, maar hier denk ik toch even: hallo, dat moet ik toch zelf weten? Er lijkt een oordeel in te zitten (er zijn kennelijk ook dingen die ik zou kunnen melden die niet goed zijn?), en dat komt zelfs een tikje arrogant over.

Waar het mij om gaat, is dat gewoon gebeurt wat ik zeg, dus dat mijn verzoek wordt ingewilligd, zonder verdere oordelen:

[Provider] heeft uw schrijven ontvangen, waarin u verzoekt het rekeningnummer te wijzigen. Wij hebben het betreffende rekeningnummer aangepast. Automatische incasso’s zullen derhalve in het vervolg van het nieuwe rekeningnummer worden geïncasseerd.

In een volgende mail ging het nog net iets verder:

In uw e-mail geeft u aan graag uw gebruikersnaam voor [service] te willen ontvangen. Ik kan me voorstellen dat dit belangrijk voor u is.

In verband met privacy- en veiligheidsoverwegingen kunnen wij deze gegevens helaas niet via e-mail verstrekken. Uw gebruikersnaam staat echter op alle brieven die [provider] stuurt. Het is ook het deel voor het apenstaartje van uw e-mailadres.

(voor alle duidelijkheid: dit gaat over een dienst en e-mail-adres dat ik in geen jaren nodig heb gehad, en nu alleen vanwege het wijzigen van dat rekeningnummer)

Daar is de begripvolle, empathische zin weer: ‘Ik kan me voorstellen dat dit belangrijk voor u is’. geeft me enige jeuk, hoe goed bedoeld ook. Maar nu vind ik dat het te lang duurt voor ik antwoord krijg. Sterker nog, eerst lijk ik géén antwoord te vinden (‘helaas niet verstrekken’). Beter had ik gevonden:

In uw e-mail geeft u aan graag uw gebruikersnaam voor [service] te willen ontvangen. Die gebruikersnaam staat op alle brieven die [provider] stuurt. Het is ook het deel voor het apenstaartje van uw e-mailadres. Hopelijk kunt u hem zo vinden; in verband met privacy- en veiligheidsoverwegingen kunnen wij deze gegevens namelijk niet via e-mail verstrekken.

Klantgericht is dus volgens mij de klant helpen door een antwoord te geven op diens vraag, liefst zo snel mogelijk. Níet door klantgerichte tussenzinnetjes, hoe vriendelijk bedoeld ook. Maar daar kun je zeker verschillend over denken, en ik waardeer de poging.

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Recente berichten

  • Uit de Microsoft-cloud
  • Druk met schrijven met AI
  • Welweg?
  • Een beetje over literatuur
  • Het passief is niet neutraal

Categorieën

  • Geen rubriek (10)
  • Gesprek & debat (30)
  • Gezocht (9)
  • Leestips (315)
  • Opvallend (543)
  • Piramideprincipe-onderzoek (98)
  • Presentatietips (153)
  • schrijftips (887)
  • Uncategorized (45)
  • Veranderen (38)
  • verschenen (202)
  • Zomercolumns fietsvrouw (6)

Archieven

  • juni 2025
  • mei 2025
  • april 2025
  • maart 2025
  • februari 2025
  • januari 2025
  • december 2024
  • november 2024
  • oktober 2024
  • september 2024
  • augustus 2024
  • juli 2024
  • juni 2024
  • mei 2024
  • april 2024
  • maart 2024
  • februari 2024
  • januari 2024
  • december 2023
  • november 2023
  • oktober 2023
  • september 2023
  • augustus 2023
  • juli 2023
  • juni 2023
  • mei 2023
  • april 2023
  • maart 2023
  • februari 2023
  • januari 2023
  • december 2022
  • november 2022
  • oktober 2022
  • september 2022
  • augustus 2022
  • juli 2022
  • juni 2022
  • mei 2022
  • april 2022
  • maart 2022
  • februari 2022
  • januari 2022
  • december 2021
  • november 2021
  • oktober 2021
  • september 2021
  • augustus 2021
  • juli 2021
  • juni 2021
  • mei 2021
  • april 2021
  • maart 2021
  • februari 2021
  • januari 2021
  • december 2020
  • november 2020
  • oktober 2020
  • september 2020
  • augustus 2020
  • juli 2020
  • juni 2020
  • mei 2020
  • april 2020
  • maart 2020
  • februari 2020
  • januari 2020
  • december 2019
  • november 2019
  • oktober 2019
  • september 2019
  • augustus 2019
  • juli 2019
  • juni 2019
  • mei 2019
  • april 2019
  • maart 2019
  • februari 2019
  • januari 2019
  • december 2018
  • november 2018
  • oktober 2018
  • september 2018
  • augustus 2018
  • juli 2018
  • juni 2018
  • mei 2018
  • april 2018
  • maart 2018
  • januari 2018
  • december 2017
  • november 2017
  • oktober 2017
  • september 2017
  • augustus 2017
  • juli 2017
  • juni 2017
  • mei 2017
  • april 2017
  • maart 2017
  • februari 2017
  • januari 2017
  • december 2016
  • november 2016
  • oktober 2016
  • september 2016
  • augustus 2016
  • juli 2016
  • juni 2016
  • mei 2016
  • april 2016
  • maart 2016
  • februari 2016
  • januari 2016
  • december 2015
  • november 2015
  • oktober 2015
  • september 2015
  • augustus 2015
  • juli 2015
  • juni 2015
  • mei 2015
  • april 2015
  • maart 2015
  • februari 2015
  • januari 2015
  • december 2014
  • november 2014
  • oktober 2014
  • september 2014
  • augustus 2014
  • juli 2014
  • juni 2014
  • mei 2014
  • april 2014
  • maart 2014
  • februari 2014
  • januari 2014
  • december 2013
  • november 2013
  • oktober 2013
  • september 2013
  • augustus 2013
  • juli 2013
  • juni 2013
  • mei 2013
  • april 2013
  • maart 2013
  • februari 2013
  • januari 2013
  • december 2012
  • november 2012
  • oktober 2012
  • september 2012
  • augustus 2012
  • juli 2012
  • juni 2012
  • mei 2012
  • april 2012
  • maart 2012
  • februari 2012
  • januari 2012
  • december 2011
  • november 2011
  • oktober 2011
  • september 2011
  • augustus 2011
  • juli 2011
  • juni 2011
  • mei 2011
  • april 2011
  • maart 2011
  • februari 2011
  • januari 2011
  • december 2010
  • november 2010
  • oktober 2010
  • september 2010
  • augustus 2010
  • juli 2010
  • juni 2010
  • mei 2010
  • april 2010
  • maart 2010
  • februari 2010
  • januari 2010
  • december 2009
  • november 2009
  • oktober 2009
  • september 2009
  • augustus 2009
  • juli 2009
  • juni 2009
  • mei 2009
  • april 2009
  • maart 2009
  • februari 2009
  • januari 2009
  • december 2008
  • november 2008
  • oktober 2008
  • september 2008
  • augustus 2008
  • juli 2008

©2025 - Louise Cornelis
↑