Van harte aanbevolen (zie ook mijn eigen ervaring met StoryVentures) : http://storyventures.wordpress.com/2013/09/03/masterclass-storytelling-voor-zakelijk-schrijvers/
Maandelijkse archieven: september 2013
* en vet maar niet gratis
Nog een vakantie-observatie, maar dit keer eentje die echt over tekst gaat. We hadden namelijk een flinke tekst bij ons: de 328 pagina’s tellende ACSI Campinggids Benelux. Op onze voor het fietsen geweldige knooppunten-kaarten stond namelijk van alles, maar helaas geen campings (die knooppunten zijn kennelijk voor een ander type fietsers). In die gids staan ze niet allemaal, maar het gaf een begin.
De gids staat tjokvol informatie. Op elke pagina is plek voor 16 campings, al wordt een deel van de ruimte benut voor advertenties van de op die pagina beschreven campings. Zo’n plekje ziet er bijvoorbeeld zo uit, van onze eerste camping in België, die in Lanaken, die met de Triple Willy’s (zie mijn vorige vakantie-post):
Die letters bij de getallen 1 t/m 10 in het rechterbovenvak betreffen de voorzieningen van de camping: of een kampeerauto is toegestaan, wat voor bodem de camping heeft, of er een zwembad is, of er op de receptie Nederlands gesproken wordt, en noem maar op. Dat wordt toegelicht op de flap aan de cover.
Die toelichting begint met een kader waarin dit te lezen is:
Voorzieningen met een *, die bij de campings vet worden afgedrukt, zijn niet bij de overnachtingsprijs inbegrepen.
Voorzieningen zonder * worden nooit vet gedrukt, maar dit wil niet zeggen dat ze gratis zijn.
Wat? Ik heb geen idee wat * betekent, Lanaken heeft er geen, maar zijn de voorzieningen, vet of niet, daar nou gratis c.q. bij de overnachtingsprijs inbegrepen, of niet? Ik snap er niks van! Ik begrijp dat het een hele kunst is om zoveel informatie op zo’n klein stukje papier te proppen, maar dit schiet toch echt z’n doel voorbij.
Wat dan wel? Die eerste komma moet er niet staan, er kunnen wat ontkenningen uit, een voorbeeld had geholpen, en verder denk ik: lang leve internet, waar de ruimte-beperkingen niet zo dwingend zijn.
Overigens maakte het voor ons helemaal niks uit. Er zijn in België niet zo heel veel campings, dus veel te kiezen hadden we als rondtrekkende fietsers niet. Met plaats en adres waren we al blij, en soms hielp de route-informatie (onderaan) ons. Wat de gekleurde tentjes ernaast betekenen, ontdekte ik pas op één van de laatste dagen: dat is een typering van de camping. Het blauw-blauw van Lanaken betekent een camping in de volgende ‘belevingswereld’ (p. 22-25):
In de blauwe belevingswereld treffen we kampeerders die op zoek zijn naar een comfortabele camping die als uitvalsbasis kan dienen voor een actieve en sportieve vakantie (…) Voor deze groep is het belangrijk dat de camping wat (luxe) extra’s heeft, zoals comfortplaatsen, een sauna, een beautycenter of een zonnebank.
Het zijn mooie woorden, en zo worden wel negen ‘belevingswerelden’ onderscheiden, maar ik zal me de camping van Lanaken herinneren als een prima camping, echter wel met een soort bankpasje dat je nodig had om de deur van de sanitairruimte te openen, en waar een warm-water-tegoed op stond dat je per twee eurocent zag wegtikken als je onder de douche stond!
Verschenen: mini-columns Oase
Verschenen tijdens mijn vakantie: Oase Magazine nr. 1 van jaargang 6, met daarin vier mini-columns over sport van mij, onder andere over Ruud van Nistelrooys enorme drive om zichzelf altijd te verbeteren.
Terug, en dus wat vakantie-observaties
Sinds mijn vorige blogpost heb ik eerst een week Buitenkunst gedaan (daarover later meer), en daarna heb ik drie weken gefietst, een soort rondje België langs Trappistenkloosters en -brouwerijen (geïnspireerd door Grinta!, maar wij hebben ‘m andersom gefietst en kamperend, dus met bagage op de fiets). Een paar taalobservaties van onze tocht.
Nooit eerder was me in Wallonië opgevallen hoe slecht de Nederlandse vertalingen daar vaak zijn. Veel spelfouten en kromme zinnen, sommige pas begrijpelijk als je terugvertaalt. Op een bordje in een natuurgebied staat dat kauwen graag op hooggelegen stippen zitten (pointe); in een folder liggen natuurgebieden tussen bos en plein (plaîne). Maar lachte ik daar nog om bordjes dat men niet verantwoordelijk was voor gebeurlijke ongevallen, later zag ik in Vlaanderen regelmatig dezelfde formulering. Toch lijkt het me voor Vlamingen tenenkrommend, al dat slechte Nederlands waar zo duidelijk van afstraalt dat die tweede taal er alleen maar staat omdat het moet. Zou het Frans in Vlaanderen net zo slecht zijn? Mijn Frans is niet goed genoeg om dat te kunnen beoordelen, maar ik denk het niet.
Gelachen heb ik om de wc-papierhouders op de camping in Lanaken die Triple Willy heten, maar ook om de veredelde parkeerplaats in Nunspeet die Veluwetransferium heet, of om de pot pindakaas van de Lidl waarop sprake is van een voedingsnavigator. Die eerste is gewoon grappig, maar bij de laatste twee denk ik: wat een opgeblazen gedoe.
En tot slot dan nog één van de talige hoogtepunten van de vakantie: het stukje over de Franse grens, in oorspronkelijk Nederlandstalig gebied. Vanuit Ieper (indrukwekkende stad!) maakte we een rondje naar o.a. Mont des Cats. Net als de vorige keer dat ik (even) in Frans-Vlaanderen was, heb ik er geen Vlaams horen spreken. Maar wat een fraaie plaatsnamen. Frankrijk, hè, is dit: