Daarnet rapporteerde ik over het piramideprincipe-onderzoek resultaten waaruit bleek dat de piramidale versie van een adviesbrief niet tot hoger tekstbegrip leidde dan de traditionele. Er was echter dit jaar ook positiever resultaat voor het piramideprincipe: uit onderzoek van Denise, Lisa, Esma en Lennart bleek dat van een piramidale tekst wél meer bleef hangen!
Deze studenten legden twee groepen van tien respondenten een versie van een samenvatting van een adviesrapport voor: methodologisch opgebouwd of piramidaal. Ze kregen maximaal vier minuten leestijd, en daarna moest de tekst weg en kregen ze negen kennisvragen voorgelegd: open vragen, in een paar woorden te beantwoorden. De antwoorden zijn gescoord, door er punten aan toe te kennen. De maximale score was 190.
De respondenten die de piramidale versie lazen, scoorden gemiddeld 117 punten; de anderen 74. Dat is overigens geen statistisch significant verschil: het kan op toeval berusten.
Interessant aan het onderzoek is dat de respondenten de tekst lastig vonden. Ik kan me dat voorstellen: hij ging over een specifiek type milieurvriendelijke LED-verlichting voor in de haven. Slechts één van de respondenten had enige voorkennis over dat onderwerp, en dat scheelt altijd een stuk. Bij het eerdere onderzoek waarover ik deze weken rapporteer stonden steeds juist ‘dichtbije’ onderwerpen centraal: studenten lazen brieven die van de universiteit zouden kunnen komen, zakelijke lezers e-mails van hun eigen organisatie, en ook kwam bijvoorbeeld de griepprik voorbij, een onderwerp dat iedereen wel kent. Dat was in dit onderzoek andere koek. Een lezer van een adviesrapport heeft altijd op z’n minst enige affiniteit met het onderwerp.
Alles bij elkaar roept ook dit onderzoek vragen op. Wat gebeurt er met een makkelijkere tekst? Hoezo bleef de piramidale beter hangen, was dat omdat de tekst ‘beter’ was, of omdat de respondenten juist meer moeite moesten doen – en door die extra inspanning ging er ook meer het geheugen in? Welke rol speelde de volgorde van de vragen – sloot die misschien meer aan bij de piramidale tekst, en maakte dat het makkelijker? En natuurlijk: is het verschil er nou wel of niet – is het toeval of niet? Het zou op zijn minst onder een grotere groep herhaald moeten worden. En wat als je een heel rapport gebruikt in plaats van alleen een samenvatting?
Toch stemt dit onderzoek me voorzichtig hoopvol: dat er iets van een rapport blijft hangen, dat wil je toch als schrijver. Als het inderdaad zo is dat dat met een piramidaal rapport beter lukt, dan pleit dat voor het piramideprincipe! Want tot nu toe is de rode draad door het onderzoek dat het piramideprincipe het ‘slechter’ doet dan verwacht. En nog steeds ben ik ervan overtuigd dat dat komt dat we de ‘echte’ werking ervan nog niet hebben weten te meten. Al is het maar omdat de situatie in een ‘laboratorium’ ver af staat van hoe adviesrapporten in de praktijk worden gelezen en gebruikt.