↓
 

Louise Cornelis

Tekst & Communicatie

  • Home |
  • Lezergericht schrijven |
  • Over Louise Cornelis |
  • Contact |
  • Weblog Tekst & Communicatie

Maandelijkse archieven: september 2012

Bericht navigatie

Nieuwere berichten →

Anti-schrijftips-tip

Louise Cornelis Geplaatst op 13 september 2012 door LHcornelis13 september 2012

Tip: op Tekstblog is een serie bezig met ‘anti-schrijftips’, vanuit de gedachte dat er te veel (slechte) tekst geschreven wordt. Nuttig! De tweede is net verschenen, en daaronder staan verwijzingen naar de eerste en een voorafgaande post.

Overigens is dat concept van de ‘ijkpersoon’ niet zo relevant voor adviesrapporten en aanverwanten. Als het goed is, weet je immers voor wie je schrijft. Wél is het belangrijk om heel helder voor ogen te hebben wat diens vragen, zorgen, belangen en wensen zijn. Maar daar kun je naar vragen. Dat maakt het schrijven wel zo makkelijk. Belangrijk onderdeel van dat aan schrijven voorafgaand denkwerk is het nadenken over de op die lezer afgestemde hoofdboodschap en de onderbouwing daarvan, oftewel: lezergericht structureren.

Geplaatst in Leestips, schrijftips

Schrijven om niet gelezen te worden

Louise Cornelis Geplaatst op 12 september 2012 door LHcornelis12 september 2012  

Een aanname in al mijn werk, dus ook in mijn blogposts, is dat je schrijft voor een lezer. Je tekst moet leesbaar zijn, of liever ‘afgestemd zijn op de lezer’. ‘Leesbaar’ lijkt net iets te veel te impliceren dat een lezer je verhaal van A tot Z moet kunnen en willen lezen, en dat is in het geval van adviesrapporten zeker niet zo. Een adviesrapport schrijf je opdat de lezer er iets mee kan dóen: het advies opvolgen of uitvoeren, of een goede beslissing nemen op basis ervan bijvoorbeeld. Het lezen en de tekst zijn daaraan ondergeschikt, maar wel is het zo dat zo’n tekst lezergericht is.

Nou weet ik ook wel dat er talloze teksten geschreven worden waarbij die lezergerichtheid helemaal niet zo’n rol speelt. Gister hoorde ik weer eens zo’n verhaal: een rapport is bedoeld voor een klant, maar het moet ook naar een controlerende instantie. Als die controlerende instantie in de gaten krijgt hoe de zaken écht liggen, dreigt er voor de klant onheil in de vorm van bijvoorbeeld boetes of claims. Dus moet wat er aan de hand is zo opgeschreven worden, dat de klant het snapt maar die controleur niet.

Hoe dikker, wolliger en warriger je het rapport maakt, des te groter is de kans dat de controleur de boodschap er níet uithaalt. Zo’n rapport is dus juist gericht op onleesbaarheid. Al zou je natuurlijk wel kunnen stellen dat de adviseur er de belangen van de klant mee dient, en in dat opzicht is het wel lezergericht (ervan uitgaande dat het integer adviesgedrag is. Ergens zit daar natuurlijk ook een morele of ethische grens.)

Een ander voorbeeld van ‘onleesbaarheid’ als doelstelling trof ik vorige week aan op het weblog van Marc van Oostendorp, iemand over wie ik het hier al vaker heb gehad. Van Oostendorp betoogt daar dat taalkundigen in het bijzonder en wetenschappers in het algemeen helemaal niet ‘mooi’ hoeven kunnen schrijven, omdat toch niemand hun stukken leest. Ik citeer:

Niemand leest eigenlijk ooit proefschriften en dat moet ook niet. Zelfs voor een wetenschappelijk artikel heeft afgezien van een enkele masterstudent nooit iemand tijd.

Enerzijds is dat een gegeven: wanneer heb ik ooit nog een proefschrift of wetenschappelijk artikel gelezen? Uhm…. Nou, langer geleden dan ik me kan herinneren in elk geval, al ben ik voor mijn eigen piramideprincipe-onderzoek nog wel ver gekomen in enkele artikelen. De meest relevante en interessante heb ik toch zeker wel voor 80 % gelezen.

Anderzijds wil ik er wel een paar kanttekeningen bij maken (zie ook een eerder post over de stijl van wetenschappelijke artikelen):

  • Bij die artikelen die ik voor mijn eigen onderzoek heb gelezen, speelt de leesbaarheid wel degelijk een rol: die maakt uit voor hoe veel ik lees. Als ik het slecht leesbaar vind, ben ik eerder geneigd te scannen. Ik wil gewoon niet gaan zitten ploeteren. Ook als lezer van wetenschappelijke teksten ben ik een gewoon mens immers, en vind ik het fijn als ik zonder al te grote inspanning mijn doel bereik.
  • De ‘enkele masterstudent’ uit het citaat van Van Oostendorp vind ik een belangrijke reden om wél toegankelijk te schrijven. In elk geval zo dat studenten het kunnen volgen en misschien ook wel leuk vinden. Dat is reclame voor het vak.
  • Ik vind ‘het hoeft niet goed geschreven te zijn’ een gevaarlijke vrijbrief voor onzorgvuldig schrijven en daarmee voor onzorgvuldig denken. Ik kom wel teksten tegen met lange en met jargon en abstracties gevulde zinnen waarvan ik vrijwel zeker weet dat niet alleen ik niet begrijp wat er staat, maar dat de schrijver ook eigenlijk niet precies weet wat hij daar wil zeggen De relatie tussen taal en denken is immers heel nauw. (En als iets écht helder is opgeschreven, is het ook al gauw prettig om te lezen.)
  • Als de output van je werk bestaat uit teksten, is het goed afleveren daarvan ook gewoon een onderdeel van je werk. In zo’n ’tekstfabriek’ is schrijven gewoon een kwestie van goed vakmanschap.

En tot slot: ik vind al die voorbeelden van schrijven dat niet gericht is op een lezer, ook simpelweg treurig. Want er gaat namelijk veel tijd en moeite in zitten aan de kant van de schrijver. Wat doen we elkaar zo eigenlijk aan?

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Net uit: Fietsvrouwcolumn met tekening

Louise Cornelis Geplaatst op 7 september 2012 door LHcornelis7 september 2012  

Net uit: Fiets van september, met daarin mijn 81e Fietsvrouwcolumn, over ‘roltrapangst’ van stoere kerels. M’n 80e ben ik hier vergeten te melden, die stond in het juli-nummer. Er stond altijd een foto van me bij die columns, maar in de nieuwe opmaak is dat een tekening geworden:

Geplaatst in verschenen | Geef een reactie

Je gaat het pas zien als je voorkennis hebt

Louise Cornelis Geplaatst op 5 september 2012 door LHcornelis5 september 2012  

Vorige week was ook Fleur Snelder bij mij klaar met haar Masterscriptie CIW, net als die van Albert een voortvloeisel uit het piramideprincipe-onderzoekscollege (waarvan ik overigens afgelopen maandag de derde editie heb afgetrapt, met maar liefst 40 studenten – daar volgt natuurlijk te zijner tijd meer over op dit weblog).

Fleur heeft in haar onderzoek geprobeerd meer licht te werpen op het verschijnsel dat weliswaar een boel niet-ingewijden in het piramideprincipe de structuur niet doorzien (door mij het ‘je gaat het pas zien als je het doorhebt’-verschijnsel genoemd), maar dat er toch een aantal zijn die het piramidale rapport wél snappen. Vanwaar dat verschil?

Uit eerder onderzoek, onder andere in dat van Fleur en Jan tijdens het college, hadden we wel wat vermoedens over het verschil tussen de begrijpers en de niet-begrijpers. Het leek erop dat lezers met inhoudelijke kennis van het onderwerp beter uit de voeten konden met het piramidale rapport, en wellicht kunnen ook jongere, schoolse lezers er beter mee uit de voeten dan oudere, zakelijke lezers. Immers, jongere lezers hebben nog minder vaak traditioneel opgebouwde rapporten gelezen en dus nog minder ‘vastgeroeste’ genre-verwachtingen, en bovendien zijn schoolse lezers eerder geneigd om een tekst ‘braaf’ van A tot Z te lezen, waar zakelijke lezers hun eigen strategie hebben en soms recht-toe-recht-aan naar het hoofdstuk ‘aanbevelingen’ doorbladeren – maar zo’n hoofdstuk is er niet in een piramidaal rapport.

Dus heeft Fleur die twee variabelen, inhoudelijke voorkennis en leeftijd/lees-aard met elkaar vergeleken – tenminste, een verkenning gedaan op dat gebied, het was geen dusdanig grootschalig onderzoek dat ze ‘harde’ conclusies kon trekken, maar haar onderzoek leverde wel inzichten op.

Fleur legde een rapport over griepvaccinaties voor aan studenten en zakelijke lezers met een medische opleiding (zoals HBO-V) of werkzaamheden aan de ene kant, en andere studenten en zakelijke lezers aan de andere.  Ze vroeg hen de hoofdlijn uit het rapport te halen en ze stelde enkele interviewvragen naar hun begrip en leeservaring.

Uit de resultaten blijkt niet dat de genre-verwachtingen uitmaken bij deze groep, maar wel de inhoudelijke voorkennis. Net als we al vermoedden, hadden de lezers met voorkennis het rapport beter door dan de lezers zonder die kennis. Waarschijnlijk komt dat simpelweg doordat ze bekend zijn met de inhoud en de gebruikte termen. Ook uit de literatuur is het belang van achtergrondkennis tijdens het lezen bekend, zowel voor schoolse als voor zakelijke lezers.

De lezers zonder voorkennis vonden het maar ‘moeilijk’ en onbekend terrein. Maar dat was voor een deel koudwatervrees, want vaak rapporteerden lezers een geringer begrip van het rapport dan wat ze lieten zien: hun samenvatting van de hoofdlijn was best wel goed, en toch zeiden ze dan het maar een moeilijk rapport te vinden (‘best wel lastig’). De deelnemers aan het onderzoeken leken een beetje onzekere lezers te zijn – en die onzekerheid was onnodig.

Tussen schoolse en zakelijke lezers was dus weinig verschil. Hooguit gaven de zakelijke lezers aan dat het rapport ‘anders’ was dan ze gewend waren. Maar ze konden er redelijk tot goed mee uit de voeten.

Dat viel ook op: waar in eerdere experimenten wel eens geen enkele respondent het rapport snapte, viel dat hier wel mee. Hoe kan dat nou? Nou, dat is mooi voor vervolgonderzoek. Wat we namelijk vermoeden, is dat onder studenten de leeftijd uitmaakt: jongerejaars zijn waarschijnlijk nog minder ‘geïndoctrineerd’ met de traditionele, methodologische opbouw, en snappen een piramidaal rapport eerder, waar ouderejaars al sterkere genre-verwachtingen hebben.  In Fleurs onderzoek waren de schoolse lezers vooral jongerejaars, en al eerder vond Jan in zijn scriptie iets soortgelijks. Het wordt tijd om daar eens wat systematischer naar te kijken!

Bron: Snelder, Fleur (2012) Het piramideprincipe: Is de piramide zonder de nodige bagage een zware beproeving? een exploratief onderzoek naar de rol van voorkennis en genreverwachtingen bij verschil in doorzien van piramidale rapporten tussen zakelijke en schoolse lezers. Masterscriptie RuG.

Geplaatst in Piramideprincipe-onderzoek | Geef een reactie

Zeven jaar freewriting

Louise Cornelis Geplaatst op 5 september 2012 door LHcornelis5 september 2012  

Er staat weer een column uit Tekstblad van mij op hun site, over vijf jaar freewriting. Inmiddels is dat al zeven jaar!

Geplaatst in schrijftips, verschenen | Geef een reactie

Over het nut van de hoofdboodschap

Louise Cornelis Geplaatst op 5 september 2012 door LHcornelis5 september 2012  

Gisteren in supervisies bij een opdrachtgever enkele teksten gezien die goed gestructureerd waren, maar waaraan de hoofdboodschap ontbrak. Dat gebeurt typisch in het geval dat de adviesvraag was geweest ‘hoe lossen we dit probleem op?’, en dat het antwoord eigenlijk is: ‘door maatregelen te nemen’. Dat staat er dan niet, en de tekst gaat rechtstreeks door over de maatregelen. Stel dat dat er drie zijn, dan ziet de bijbehorende piramide er zo uit:

Op de plaats van het vraagteken lijkt in eerste instantie ook niet zo veel te hoeven of kunnen staan: ‘voer maatregelen uit’ is voor een adviesrapport nogal een open deur, en zeker geen hoofdboodschap waarmee je de lezer op het puntje van de stoel krijgt.

Toch biedt die hoofdboodschap een fraaie kans, en daarom hoort hij er tóch te staan. Met die hoofdboodschap kun je namelijk de maatregelen in een bepaald perspectief plaatsen. Meestal is dat het perspectief van een bepaalde mate van urgentie. Het is het verschil tussen de volgende mogelijke uitbreidingen van ‘voer maatregelen uit’:

  • Mocht er een keer gelegenheid toe zijn, dan zouden de volgende wijzigingen tot de gewenste kleine verbetering leiden.
  • Alleen met een spoedige en grondige aanpak is te voorkomen dat de schade in de toekomst sterk gaat oplopen.
  • Enzovoort.

Dat maakt nogal uit, en met zo’n hoofdboodschap ‘kleur’ je dus het hele rapport. En daarom hoort ook in een rapport waarin de interessante inhoud op het niveau eronder zit, een hoofdboodschap te staan.

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Bericht navigatie

Nieuwere berichten →

Recente berichten

  • Blij met een leerzaam schrijfproces
  • Pluk in de canon
  • “Beter leren schrijven is eigenlijk organisatieverandering”
  • Intern sijpelt door naar extern
  • Zeeuws publicatietje

Categorieën

  • Geen rubriek (10)
  • Gesprek & debat (30)
  • Gezocht (9)
  • Leestips (316)
  • Opvallend (545)
  • Piramideprincipe-onderzoek (98)
  • Presentatietips (153)
  • schrijftips (892)
  • Uncategorized (45)
  • Veranderen (39)
  • verschenen (205)
  • Zomercolumns fietsvrouw (6)

Archieven

  • juli 2025
  • juni 2025
  • mei 2025
  • april 2025
  • maart 2025
  • februari 2025
  • januari 2025
  • december 2024
  • november 2024
  • oktober 2024
  • september 2024
  • augustus 2024
  • juli 2024
  • juni 2024
  • mei 2024
  • april 2024
  • maart 2024
  • februari 2024
  • januari 2024
  • december 2023
  • november 2023
  • oktober 2023
  • september 2023
  • augustus 2023
  • juli 2023
  • juni 2023
  • mei 2023
  • april 2023
  • maart 2023
  • februari 2023
  • januari 2023
  • december 2022
  • november 2022
  • oktober 2022
  • september 2022
  • augustus 2022
  • juli 2022
  • juni 2022
  • mei 2022
  • april 2022
  • maart 2022
  • februari 2022
  • januari 2022
  • december 2021
  • november 2021
  • oktober 2021
  • september 2021
  • augustus 2021
  • juli 2021
  • juni 2021
  • mei 2021
  • april 2021
  • maart 2021
  • februari 2021
  • januari 2021
  • december 2020
  • november 2020
  • oktober 2020
  • september 2020
  • augustus 2020
  • juli 2020
  • juni 2020
  • mei 2020
  • april 2020
  • maart 2020
  • februari 2020
  • januari 2020
  • december 2019
  • november 2019
  • oktober 2019
  • september 2019
  • augustus 2019
  • juli 2019
  • juni 2019
  • mei 2019
  • april 2019
  • maart 2019
  • februari 2019
  • januari 2019
  • december 2018
  • november 2018
  • oktober 2018
  • september 2018
  • augustus 2018
  • juli 2018
  • juni 2018
  • mei 2018
  • april 2018
  • maart 2018
  • januari 2018
  • december 2017
  • november 2017
  • oktober 2017
  • september 2017
  • augustus 2017
  • juli 2017
  • juni 2017
  • mei 2017
  • april 2017
  • maart 2017
  • februari 2017
  • januari 2017
  • december 2016
  • november 2016
  • oktober 2016
  • september 2016
  • augustus 2016
  • juli 2016
  • juni 2016
  • mei 2016
  • april 2016
  • maart 2016
  • februari 2016
  • januari 2016
  • december 2015
  • november 2015
  • oktober 2015
  • september 2015
  • augustus 2015
  • juli 2015
  • juni 2015
  • mei 2015
  • april 2015
  • maart 2015
  • februari 2015
  • januari 2015
  • december 2014
  • november 2014
  • oktober 2014
  • september 2014
  • augustus 2014
  • juli 2014
  • juni 2014
  • mei 2014
  • april 2014
  • maart 2014
  • februari 2014
  • januari 2014
  • december 2013
  • november 2013
  • oktober 2013
  • september 2013
  • augustus 2013
  • juli 2013
  • juni 2013
  • mei 2013
  • april 2013
  • maart 2013
  • februari 2013
  • januari 2013
  • december 2012
  • november 2012
  • oktober 2012
  • september 2012
  • augustus 2012
  • juli 2012
  • juni 2012
  • mei 2012
  • april 2012
  • maart 2012
  • februari 2012
  • januari 2012
  • december 2011
  • november 2011
  • oktober 2011
  • september 2011
  • augustus 2011
  • juli 2011
  • juni 2011
  • mei 2011
  • april 2011
  • maart 2011
  • februari 2011
  • januari 2011
  • december 2010
  • november 2010
  • oktober 2010
  • september 2010
  • augustus 2010
  • juli 2010
  • juni 2010
  • mei 2010
  • april 2010
  • maart 2010
  • februari 2010
  • januari 2010
  • december 2009
  • november 2009
  • oktober 2009
  • september 2009
  • augustus 2009
  • juli 2009
  • juni 2009
  • mei 2009
  • april 2009
  • maart 2009
  • februari 2009
  • januari 2009
  • december 2008
  • november 2008
  • oktober 2008
  • september 2008
  • augustus 2008
  • juli 2008

©2025 - Louise Cornelis
↑