Gek is dat toch eigenlijk, denk ik vier keer per jaar, dat we wel een woord hebben voor maandelijks en jaarlijks, maar niet voor kwartalijks (of kwartaallijks). Ik doe kwartalijks mijn BTW-aangifte, en elke keer verbaas ik me daarover. En ik ben niet de enige die het zich afvraagt (zie hier). Raar ding toch, taal…
Maandelijkse archieven: juni 2012
Vanzelfsprekend
Nog één observatie in het ‘lijntje’ van de afgelopen weken op dit weblog over de relatie tussen schrijven en denken en de moeite die dat kost (zie o.a. deze post). Een tijdje terug vertelde een opdrachtgever me dat hij een erg fraai compliment had gekregen van zijn cliënt. Die had namelijk gezegd dat het adviesrapport ‘self-explanatory’ was: vanzelfsprekend, voordehandliggend.
Mijn opdrachtgever zei erbij dat dat alleen maar kon op twee voorwaarden:
- Hij had zelf inderdaad een heleboel denkwerk verricht, om de analyse ’tot in de puntjes’ uit te denken, gericht op de vraag en het belang van de cliënt. Dat was een grote moeite geweest, maar dat levert dus die transparantie op voor de cliënt. Dáárom lever je die inspanning.
- De analyse moet inhoudelijk goed zijn. Als je geen goede data hebt, kun je nooit tot een goed verhaal komen. Inderdaad.
Dan werk je knetterhard, en dan zegt je cliënt: ‘maar dat ligt toch voor de hand?’ Dat kan ondankbaar lijken, maar is het dus juist niet. Het is toch echt veel beter dan dat je cliënt zegt (of stiekem denkt): ‘ik snap er niks van, maar het zal wel’. En dat kan gebeuren bij slechte of slecht geschreven adviezen!
Schrijven kost (te) veel tijd
Gister kwamen we in twee supervisiegroepjes van een training erover te spreken dat schrijven zo veel tijd kost. Of liever gezegd: de klacht van de deelnemers was dat schrijven te veel tijd kost. Ik heb hen aangemoedigd dat in hun hoofd te veranderen naar dat schrijven veel tijd kost. De ’te’ eruit dus.
Schrijven kost inderdaad veel tijd, tenminste, als je het goed wilt doen. Vorige week ging het op dit blog over de relatie met denken, en dat denkwerk kost tijd. En dan moet het ook nog lezergericht op papier. Een hele inspanning!
Als het goed is, levert die inspanning wel wat op. Lukraak wat informatie op papier zetten is makkelijk. De extra inspanning van het doordenken van je boodschap en het lezergericht maken van de tekst is service-verlening aan de lezer: inhoud en toegankelijkheid van je verhaal verbeteren erdoor. Dus die tijd die schrijven kost, kun je zien als investering daarin. Als dat enigszins in balans is, dus als je moeite voldoende oplevert, gebruik je je tijd doelmatig.
Je kunt ook zelfs plezier gaan beleven aan die inspanning. Aan het moment dat eindelijk de puzzelstukjes in elkaar vallen en je een kraakheldere structuur en hoofdboodschap voor je ziet. Aan het moment dat die zinnen eindelijk gaan doe wat je wilt. Aan het moment dus dat de inspanning zichtbaar loont.
Schrijven kost dus tijd, veel tijd, mag veel tijd kosten, moet misschien ook wel tijd kosten. Waar komt toch het idee vandaan dat dat ‘eigenlijk’ niet zo zou moeten zijn? Natuurlijk, het zou prettig zijn als het makkelijk was en vlot ging, want er moet nog zo veel meer in een werkdag. En natuurlijk is het lastig om voldoende tijd voor schrijven vrij te maken. Maar, om maar iets te noemen, het analyseren van data kost toch ook veel tijd? Toch is dat voor veel professionals beter te accepteren. Misschien omdat ze vinden dat schrijven niet het ‘echte’ werk is?
Als schrijven te veel tijd kost, dat is jammer. Enerzijds kun je dan werken aan het verbeteren van je schrijfproces en het onder de knie krijgen van schrijftechnieken (zoals het piramideprincipe). Daar is beslist winst mee te boeken, al gaat dat ook niet van de ene dag op de andere, want het leren van een nieuwe methode kost in het begin alleen maar meer tijd.
Anderzijds is het beslist ook een kwestie van het schrappen van de ’te’ uit je gedachten. Want die ’te’ komt heel vaak voor uit de gedachte dat schrijven eigenlijk géén tijd zou mogen kosten, en dat is een irrationele gedachte. En typisch zo eentje waar je niks aan hebt, jezelf alleen maar mee in de weg zit. Want het schrijven kost je dus al veel tijd, en dan krijg je er nog de frustratie overheen dat het eigenlijk anders zou moeten zijn – en dat je misschien dus wel wat verkeerd doet.
Maar nee, als schrijven je veel tijd kost, doe je het misschien juist wel heel goed. In elk geval: gun je schrijven tijd. Je lezer zal je er dankbaar voor zijn.
Twee one-liners
Gister rolden er tijdens een training spontaan twee one-liners uit mijn mond die ik vaker ga gebruiken, allebei rond het thema proef- of tegenlezen en feedback geven op teksten:
- De lezer heeft altijd gelijk. Ik doelde daarmee op de situatie van proeflezen. Lezer zegt: ‘ik begrijp dit niet’; schrijver zegt ‘maar dat is echt wel duidelijk’. Als de proeflezer ook maar enigszins representatief is voor de beoogde lezer (en dat zou eigenlijk sowieso moeten), heeft de lezer in dit soort gevallen gelijk.
- Een goede tekst maak je niet alleen. Oftewel: elke belangrijke tekst moet proefgelezen worden. Elke schrijver, al ben je nog zo goed en ervaren, heeft de oogkleppen op van de eigen logica. Alleen een ander kan je daarop attenderen. Het is niet voor niets dat zelfs de beste schrijvers bij hun uitgeverij een redacteur hebben die alles kritisch naloopt!
Verschenen: Tekstbladcolumn
Net verschenen: Tekstblad nr. 3 met daarin een column van mij waarin ik twee vertekeningen belicht in de discussie rond het thema ‘schrijfvaardigheid van de jeugd van tegenwoordig’ waar tekstschrijvers volgens mij extra gevoelig voor zijn, namelijk dat we zelf vroeger beter schreven en dat schrijven = het produceren van echte (traditionele) tekst (alsof een tweet of een SMS-berichtje geen schrijven is). Dat alles natuurlijk mede ter gelegenheid van het verschijnen van de bundel Ze kunnen niet meer schrijven tegenwoordig.
(Helaas zijn trouwens de opsommingtekens in mijn column weggevallen, dat is niet zo overzichtelijk. Tsja.)
Workshop voor Tekstnet
Binnenkort geef ik een workshop voor Tekstnet, de beroepsvereniging voor tekstschrijvers: http://www.tekstnet.nl/workshop-efficienter-schrijven Ik heb er zin in, een ander publiek dan gebruikelijk voor mij, en ik hoop dus ook op andere en slimme vragen. De bedoeling is om enerzijds te kijken naar de relatie tussen lezergerichtheid en structuur, en anderzijds ook naar de logica van de structuur, als manier to push your thinking.
Eindelijk de nieuwe Minto binnen
Ik werk altijd met het originele boek over het piramideprincipe van Barbara Minto, dat voor het eerst verscheen in 1987, met een nieuwe editie in 2009, en dat The pyramide principle. Logic in writing and thinking heet. Dat boek is algemeen verkrijgbaar. Ik wist dat er al een tijdje een nieuwe editie was, met een iets andere titel: The Minto pyramide principle. Logic in writing, thinking and problem solving. Ik had die ook al eens proberen te kopen, maar dat was niet gelukt: bij een online boekwinkel kreeg ik de editie die ik al had, en bij de website van Minto’s bedrijf kon je alleen met Paypal betalen, en dat werkte niet met mijn credit card.
Kort geleden probeerde ik het nog een keer, en zowaar: Paypal is ietsje veranderd en accepteerde mijn credit card nu wel. Inmiddels heb ik dus de ‘nieuwe Minto’ in huis. Hoe nieuw hij is, is me niet duidelijk meer: ik dacht dat deze versie ook alweer een flinke tijd op de markt was (1996), maar er staat 2010 in.
Zo op het eerste gezicht is er niet zo heel veel veranderd, behalve dan dat het ‘problem solving’ gedeelte is uitgebreid en duidelijker is vastgeknoopt aan de situatie-complicatie-vraag uit de inleiding. Ik ken dat al van horen zeggen; een aantal opdrachtgevers maakt zo slim gebruik van het principe, en ook in het boek De consultancy methode staat het zo. Dat vind ik interessant en daar ga ik me nog eens verder in verdiepen.
Verder wat nieuwe kleine dingetjes: grouping en argument heten nu inductive en deductive reasoning (geen vooruitgang, vind ik, die termen vind ik erg verwarrend als het gaat om argumentatie), er staan meer voorbeelden en vaste patronen in (handig) en de vraag uit de inleiding is geformuleerd vanuit het perspectief van de klant (wat gek is, want situatie-complicatie zijn dat niet, dus je krijgt dat de you in de zinnen ineens de ander is).
Een aantal zwakke dingen in het boek zijn ook niet veranderd: de structuur is nog steeds warrig, de lay-out verouderd en gebrekkig, en nog steeds is de recentste verwijzing in de literatuurlijst uit 1980. Dat vind ik genant, moet ik zeggen.
Ook onveranderd is natuurlijk dat de methode op zich subliem en onovertroffen is. En dus eigenlijk een beter boek zou verdienen. En waarom moet het zo duur zijn? Bij Minto zelf betaal je $ 135 en daar komt dan maar liefst $ 20 verzendkosten bij (daarvoor was het er dan weer wel heel snel). Daarmee is het één van de duurste boeken die ik ooit gekocht heb. Maarja, ik moet hem wel hebben, vind ik, en ik ben er ook blij mee. Ik zag net dat het ook bij Amazon te koop is, voor $ 175. Hallo zeg! Tweedehands is het daar goedkoper, maar ik ben bang dat er een groot risico is dat het dan weer de andere, breder verkrijgbare editie is.
Wordt vervolgd als ik er wat beter naar heb kunnen kijken!
Enkele lees-, kijk- en luistertips
Nog wat links naar interessante dingen elders op het internet:
- Op Schrijven Online vijf tips voor een ijzersterke speech. De tips zijn zelf nogal open deuren, vind ik, al zijn ze op zich wel okee, maar wel heel leuk zijn de links naar vijf van de beste speeches ooit, onderop. Toch altijd inspirerend, Kennedy, Martin Luther King, Obama enzo!
- Op Tekstblog een betoog om de schrijfstijl van een organisatie in lijn te brengen met de kernwaarden. Helemaal mee eens – het doet me denken aan hoe ik ooit bij een organisatie binnen ben gekomen. Ik kende daar enkele adviseurs, en vond dat allemaal vlotte, toegankelijke, aardige mensen. Maar in hun brieven stonden stijve, archaïsche clichés als ‘hopende u hiermede geïnformeerd te hebben, verblijf ik’ en die maken een totaal andere indruk. Iets klopte dus niet… en toen heb ik daar een project gedaan ter verbetering van de schriftelijke communicatie!
- Tot slot: het weblog van Louter Promoveren is gericht op het schrijven van een proefschrift, maar de meeste schrijftips zijn net zo relevant voor andere zakelijke teksten. De moeite waard om te volgen! De huidige post (van 6 juni) bevat bijvoorbeeld nuttige tips voor het reviseren van tekst.
Verschenen: over ‘geslaagt’ op DeJaap.nl
Gister kregen de VMBO-leerlingen hun eindexamenuitslag en was geslaagt dus, net als vorig jaar, trending topic op Twitter. Mooie aanleiding voor een opinie-stuk op DeJaap.nl, met veel dank aan Kim van uitgeverij Ons Woord.
De piramide denken
Gister had ik het erover dat het juist het denkwerk is dat schrijven zo lastig maakt, en beloofde ik iets te zeggen over de rol van het piramideprincipe bij al dat gedenk. Welnu, de kracht van het principe zit hem erin dat het een instrument is om je denken in goede banen te leiden. Het doet dat zowel op het gebied van de logica als van de lezergerichtheid: je zet niet alleen maar de feiten logisch op een rijtje, maar je vertaalt ze ook naar het perspectief (belang) van de lezer/cliënt.
Het piramideprincipe is daarin enig in zijn soort. Ik ken allerlei andere methoden om een tekst te structureren, maar er is er geen een die een instrument is waarmee je op die beide gebieden tegelijk resultaat boekt. In het Engels wordt dit effect wel uitgedrukt als ‘it pushes your thinking’ – onvertaalbaar, en het drukt precies uit wat het piramideprincipe doet.
Dát je bij schrijven veel moet denken, dat is logisch, maar dankzij het piramideprincipe weet je ook hóe. En dat helpt, zo is de ervaring van schrijvende professionals die graag goed voor de dag willen komen met hun communicatie. Altijd maar wat rondgerommeld of het op een onbevredigende manier aangepakt, maar nu zit er richting in dat denken – en in het schrijven!
Ik ervaar die kracht nog steeds ook zelf. In nog een keer slecht vertaalbaar Engels: ‘it’s still growing on me’. Ik werk al 15 jaar met het principe en nog steeds ben ik ervan onder de indruk wat je ermee kunt bereiken. Als denk-duwer, dus, hè, niet zozeer als tekstschrijfmiddel – want nogmaals, er zijn meer, en misschien zelfs betere, manieren om een tekst te structureren.
Maar dat denken-duwen heeft wel ook een nadeel. Want, zoals ik in mijn vorige post al schreef, denken is ‘often a disturbing and uncomfortable thing to do’ en het is niet makkelijk, zeker niet als je liever lui dan moe bent. Daar verandert het piramideprincipe niks aan. Je moet dat zien als investering: als je dat denkwerk goed doet, verbetert zowel de inhoud van je werk als de toegankelijkheid ervan voor je lezer (opdrachtgever/cliënt/baas).
Die investering moet wel lonen. Een keer moet je uitgedacht zijn, durven zijn. En dat moet je zelf bepalen, want de piramide geeft niet zelf aan wanneer hij ‘goed’ is. Voor een beetje perfectionistische denkers en schrijvers kan het frustrerend zijn dat de perfecte piramide niet bestaat, dat je nooit iets maakt bijvoorbeeld dat aan alle regels van de logica voldoet. De kunst is om het principe zo te gebruiken dat het vóór je werkt, niet tegen je. Dus dat het je uitdaagt om je gedachten op lezergerichte wijze te ordenen, maar je niet frustreert met al zijn hoge eisen.
Motto: een goede structuur is goed genoeg; perfect hoeft niet.