Tot nu toe is een belangrijke bevinding van het piramideprincipe-onderzoek dat niet-ingewijde lezers de structuur ervan niet altijd doorzien. Vorig jaar is een voorzichtig begin gemaakt met kijken of er simpele manieren zijn om die lezers te helpen, bijvoorbeeld door het geven van een korte leesinstructie. Het effect ervan toen was nihiel: ze snapten het nog steeds niet (ik beschreef dat hier). Dit jaar zijn meerdere onderzoeksgroepjes op zoek gegaan naar andere vormen van instructie. Met wisselend resultaat.
Eén groep (Stanko, Jeroen en Marlies) vond dat het simpele soort structuuraanduiders dat vorig jaar niet werkte, het wél deed. In plaats van ‘Advies’ en ‘Argument + nummer’ noemden zij de hoofdboodschap ‘Conclusie’ en de onderbouwing ‘advies’ – want het was een praktisch gericht rapport (beantwoord onder de hoofdboodschap de hoe-vraag en niet de waarom-vraag). Hun lezers hadden geen moeite met dat rapport: ze vonden de hoofdboodschap en gaven geen blijk van verwarring. Wel was het nog steeds zo dat ze niet echt door hadden dat alles eigenlijk al in de inhoudsopgave stond.
Jeroen, Stanko en Marlies gingen nog een stap verder en voegden een soort krantenbericht met uitleg toe, maar dat had geen meerwaarde. Ook een ander groepje (Jacqueline, Marjolein en Charlotte) werkte met een krantenbericht. Dat ligt namelijk nogal voor de hand, omdat het idee van boodschaptitels en met het belangrijkste beginnen van dat genre is afgekeken. Dit drietal verwerkte niet de leesinstructie in een krantenbericht, maar maakten er een inhoudelijk bericht van, met nieuws gerelateerd aan het adviesrapport. Dat bleek lezers niet te helpen: ze legden niet de structurele link tussen krantenbericht en adviesrapport. Overigens hadden deze respondenten niet veel moeite met de piramidale tekst, die snapten ze sowieso wel. Het was dan ook een korte en overzichtelijke tekst.
Dan was er nog een groep (Alieke, Paul, Jacob en Nadine) die de inhoudsopgave visualiseerde, om te zien of dat zou helpen bij het doorzien van de piramidale opbouw. Met behulp van beeld is immers de hiërarchie van de structuur zichtbaar te maken. Maar nee, zo’n visuele inhoudsopgave maakte niet uit. De respondenten in dit onderzoek gingen maar weer eens op zoek naar de ‘conclusie’ en de ‘samenvatting’ en zeiden het maar een ongebruikelijke structuur te vinden. Ook zo’n visuele inhoudsopgave wijkt af van wat ze kennen, en ze herkenden het schema daarom soms niet eens als inhoudsopgave.
Ook Kiki en Erik vonden dat ze zelfs met een nogal royaal gedoseerde leesinstructie de verwachtingen niet konden bijsturen: ook hun respondenten bleven zoeken naar ‘conclusie’ en ‘samenvatting’. Het enige zo’n beetje wat zij níet in hun leesinstructie hadden gezet, was letterlijk dat die kopjes er niet in zouden staan. Verder waren ze behoorlijk expliciet geweest in hun uitleg van hoe het rapport in elkaar zat. Ze hebben geëxperimenteerd met de dosering daarvan – maar het effect daarvan was niet positief.
Wat kunnen we hier nou uit concluderen? Ik weet het nog niet precies. Twee voorzichtige conclusies:
- Voor de praktijk: Het heeft waarschijnlijk niet zo veel zin om aan te raden voor een breed publiek ‘gekke’ dingen toe te voegen om een piramidaal rapport toegankelijk te maken: het nut van leesinstructies is beperkt.
- Voor vervolgonderzoek: Het lijkt erop dat een kort, actiegericht rapport makkelijker te begrijpen is dan een lang en argumentatief rapport. Tenminste, dat is nu mijn beeld, maar daar was het onderzoek nu nog niet op gericht. Mooie volgende stap!
En voor alle duidelijkheid nog één keer, voor de zekerheid: in de praktijk van adviseurs die schrijven voor een opdrachtgever is dit allemaal amper een probleem, omdat hun lezer het piramideprincipe vaak wél kent, en zo niet – dan leg je het toch even uit? Dan wil die opdrachtgever al gauw niets anders meer!