En nog zo’n verheugend onderzoeksberichtje dan: schrijven is goed voor je hersens. Mits je het met de hand doet. Dit berichtje is alweer ietsje ouder, maar het lijkt erop dat de relatie tussen schrijven en gezondheid ‘hot’ is!
Maandelijkse archieven: januari 2011
Stil?
Het is alweer even een beetje stilletjes rond het piramideprincipe-onderzoekscollege op dit weblog. Dat klopt. Het is niet zo dat er niets te melden is. De studenten zijn bezig met hun laatste loodjes: de twee slotopdrachten. De vroege inleveraars gaven zo hier en daar alweer aanleiding tot blogpost-input, maar de deadline is pas volgende week en de meeste studenten moeten de opdrachten nog inleveren. Dus houd ik mijn digitale mond maar even… Maar wordt dus echt nog vervolgd!
Schrijven & gezondheid
De laatste tijd waren er een paar berichtjes over de relatie tussen schrijven en (geestelijke) gezondheid die mij goed deden:
- Nieuw onderzoek van de University of Chicago over dat vooraf schrijven examen-angst kan reduceren en tot betere resultaten kan leiden.
- Een overzicht van al bestaand onderzoek naar de werking (gunstig!) van schrijven, op een rijtje gezet door Mark Mieras van de Kunstfactor. Conclusie: schrijven is een hulpmiddel om vitaal te blijven.
Komma’s in de hemel
Eindelijk ben ik eens De ontdekking van de hemel aan het lezen van Harry Mulisch, een tijdje geleden verkozen tot beste boek uit de Nederlandse literatuur. Het was er nooit zo van gekomen, en ik had ook sterk de indruk dat het nogal een pretentieus werk was, met z’n 900 pagina’s en alle erin verwerkte kennis en intertekstualiteit. Laatst las ik in het alumniblaadje van Nederlands aan de VU bijvoorbeeld dat daar gewerkt wordt aan een annotatie ervan, dus uitleg van al die kennis en verwijzingen, en de verwachting is dat dat boek op zich ook weer de 900 pagina’s gaat halen. Daar ben ik niet zo dol op, dat je wel heel geleerd en belezen moet zijn om een boek op waarde te schatten.
Maar goed, me er toch maar aan gewaagd, en het verhaal boeit me wel (ben op p. 140). De vele hints naar allerlei geleerdheid, daar ga ik een beetje overheen, moet ik bekennen, dat zal wel.
Wat me verder het meest opvalt is dat Mulisch eigenzinnige komma’s zet. Anders geformuleerd: met mijn kennis van de taalnormen, staan er een heleboel foute komma’s in, bijvoorbeeld voor gedachtestreepjes, voor ‘dat’ en voor bijvoeglijke bijzinnen die volgens mij beperkend bedoeld zijn. Ik kan me niet voorstellen dat zo’n boek slecht geredigeerd is, dus het zal wel opzet zijn, de stijl en de wens van de schrijver. Ik moet bekennen: mij stoort het. Elke komma is een pauzetje, en zo veel pauzetjes die niet hoeven, vind ik haperen.
ja, dit is kommaneuken. En het is nogal wat om van een (inmiddels overleden) schrijfgrootheid te zeggen dat ik z’n komma’s niet vind deugen. En toch is dat wat ik met deze post wil zeggen.
1312
Deze blogpost beginnen met vier zo onschuldig ogende cijfers is wellicht een subversieve daad: eerder deze maand werden mensen beboet omdat ze het getal ‘1312’ op een t-shirt hadden staan. Ik had geen flauw idee, maar politie-agenten die dat wél hebben, voelen zich erdoor beledigd. Weer wat geleerd.
Wat mij als taalkundige eraan opvalt, is hoe zeer beledigen een kwestie is van interpretatie. Er is natuurlijk op zich helemaal niets beledigends aan twee enen, een drie en een twee. Alleen als je die combinatie van cijfers op de juiste manier weet te interpreteren, neem je er aanstoot aan. Dat zit dus niet in de betekenis, maar in de interpretatie (die in dit geval ook nog eens niet algemeen bekend is). Het gat tussen wat er eigenlijk staat en wat dat doet, is in zo’n geval heel groot. En het menselijk interpretatievermogen is helemaal reusachtig.
Nuancing the pyramid principle
Throughout the pyramid principle research class, I was in touch on LinkedIn with my former McKinsey communications specialist colleagues – we have a group with sometimes vivid discussions. I just wrote a summary of the findings of the class for that group, and I thought I might as well put it here, for the sake of other English language readers interested in the effectiveness of the pyramid principle – which is what we researched in a Master class at Groningen University.
The students carried out 7 small research projects: 5 experiments aimed at readers, one round of interviews with writers (learners of the pyramid principle) and one literature study. I’ll give you a summary of the results.
In true pyramid fashion, I synthesized the findings. The main conclusion is that there is room for nuancing of the pyramid principe, or perhaps even a need. Here is the support:
1. In some situations, it is good to be cautious with the pyramid principle. As you all know, it is a direct and forceful way to communicate, and many users are hesitant to use it in its full force when communication a message with negative consequences. This seems to be justified. In an experiment in which we compared two versions of an advisory letter about changing the opening hours of the university restaurant, one with good news (longer hours) and one with ‘bad’ news (shorter), we found that the ‘bad news’ version was evaluated by readers in terms like ‘forced’, ‘compulsory’, and ‘imposed’. Moreover, many readers of this version were unable to point out the main message.
2. There is much variation among readers in their appreciation of the pyramid principle. What some readers like about a pyramidal text (direct, personal, short, to-the-point), others don’t appreciate and see as too direct and too self-confident. Interestingly, some readers see the directness as less professional, probably because they are used to the more indirect and fluffy style of most professional writing.
For me, this means that in practice I am going to stress even more the importance of knowing who your reader is, including his or her report and style preferences.
3. Main message upfront is not confusing: hardly any reader starts reading a report from the end. However, the table of contents in a standard pyramidal report is confusing, because readers miss the familiar words like ‘conclusion’ and ‘recommendations’. Most readers do not recognize that it is all there right in front of them, by means of message titles. In other words: readers do not read the captions of a report as if it is a newspaper, and they need more grip in order to find their way around a non-traditional report.
I actually think this is an important weakness of the principle. A structure should be self-explanatory; message titles in reports do not seem to work that way.
4. It is unclear whether applying the whole pyramid principle is worth the effort. Writers consider it quite difficult to apply the principle, even though they recognize the value. What readers value, however, are the general characteristics of a well-written text, not necessarily the pyramid principle in its full consequences. Readers appreciate a clear structure and concise style – but more roads lead to that. It also seems to be that the main gain for writers is the preparation: they are forced to think before they start writing. That, too, is not pyramid-exclusive.
On the one hand, this lack of distinction stems from the limitations of our work: our experiments could not distinguish between ‘good writing in general’ and ‘pyramid’. On the other hand, I think this finding shows that there are good reasons for teaching writers in less demanding environments (than McKinsey) a ‘light’ version of the principle.
5. There is room to further develop the pyramid principle, on the basis of more modern insights in to human communication and cognition, that state the importance of creativity, metaphor, association, narrative… which makes the pyramid principle look at least one-sided, with its emphasis on rational logic.
The small scale of all the experiments makes it important to be cautious with generalizing. Yet I still think the findings are quite interesting – don’t you?
Hoofd en hart: Piramideprincipe 2.0?
De afgelopen weken ben ik hier bezig geweest met het rapporteren van de resultaten van het piramideprincipe-onderzoekscollege. Er loopt nog een vervolgonderzoek en er komen misschien wel weer nieuwe dingen boven als ik verder ga met het artikel, daar commentaar op ga vragen enzo. Maar verder was ik er aardig doorheen, zo’n beetje, op één ding na: de theoretische basis van het piramideprincipe. Ook daar hebben studenten naar gekeken namelijk.
Al met één blik achterin het boek kun je vaststellen dat Minto geen gebruik maakt van recente wetenschappelijke inzichten: het nieuwste werk in de literatuurlijst van The Pyramid Principle is uit 1980. Is dat erg, als het verder een goed principe is? Ik vind van wel, of tenminste, ik heb er moeite mee dat Minto doet alsof het piramideprincipe zo goed is omdat het aansluit bij de manier waarop onze hersenen werken, zoals blijkt uit wetenschappelijk onderzoek. Misschien zegt ze dat nergens met zo veel woorden; ze wekt in elk geval wel de pretentie, vooral op de eerste pagina’s van het boek.
Volgens Minto sorteert onze geest (mind) informatie in een piramide-achtige structuur, een patroon van bijvoorbeeld reeksen met gelijke kenmerken. Alsof onze hersenen computers zijn. Natuurlijk, we sorteren informatie. Maar in een piramide? Recenter cognitie- en hersenonderzoek heeft laten zien dat sorteren best wel grillig gaat, en gebruik maakt van netwerken, verbeelding, associatie, metaforen, prototypes en creativiteit (in de zin van: verbindingen leggen tussen niet-gekoppelde kennis). Categorising is geen ‘ja/nee’ kwestie, maar bijvoorbeeld een kwestie van associatie.
Minto beweert dat ideeën makkelijker te begrijpen zijn als ze ‘voorgesorteerd’ staan in een piramide. Ze bedoelt daarmee dat een waslijst van, zeg, negen items niet te overzien is, maar geordend naar drie groepen van drie wel. Voor teksten wordt het belang van dit punt echter sterk genuanceerd: er zijn op zijn minst andere manieren om een tekst of structuur overzichtelijk te maken. Denk maar aan een encyclopedie: duizenden lemma’s, hartstikke overzichtelijk.
Wat betekent dit nu? Een piramide kan wel helpen informatie toegankelijk te maken, maar het is zeker niet de enige of ultieme weg tot een overzichtelijke tekststructuur te komen, en het is ook zeker niet aangetoond dat een piramidale tekst optimaal aansluit bij onze hersenen. En dat betekent volgens mij dat er ruimte is om het piramideprincipe door te ontwikkelen.
In het ‘piramideprincipe 2.0’ zou ruimte zijn voor een aanpak die recht doet aan de modernere inzichten over de menselijke informatieverwerking. Creativiteit, associatie, metaforen, prototypie zijn mogelijke nieuwe invalshoeken voor de nieuwe versie van het piramideprincipe. Het zou daarmee een structuur kunnen worden die niet zo eenzijdig op logische overtuigingskracht gebaseerd is, eentje die naast tot het hoofd, ook tot het hart weet te spreken.
Ik pleit hiermee niet voor het weggooien van het kind met het badwater: de rationele basis van het piramideprincipe moet wat mij betreft behouden blijven. Maar er kan méér. Hoe dat ‘meer’ eruit moet zien, dat weet ik ook niet. Wie weet is er inspiratie te halen bij meer narratieve aanpakken, zoals (corporate) story telling?
Makkelijker maak ik het zo niet, natuurlijk, en dat terwijl een eerdere conclusie was de moeilijkheid van het piramideprincipe in de hand gehouden moet worden. De klacht dat het piramideprincipe te eenzijdig rationeel is, komt in de praktijk vooral van de kant van de zeer ervaren gebruikers ervan, zoals mijn oud-collega-communicatiespecialisten bij McKinsey (ik schreef daar eerder over). Veel schrijvende professionals moeten nog leren om überhaupt rekening te houden met een lezer. Doe dat eerst maar, en ga vervolgens op zoek naar een goede verhouding tussen hoofd en hart.
Beter
Viel dit weblog zomaar een week stil… ik was geveld door, tsja, een erge verkoudheid of een milde griep? Jammer dat virussen zich niet eerst voor komen stellen; ik was benieuwd of deze misschien Spaans sprak – want uit Mexico? Het vele hoesten schijnt een kenmerk zijn van die griep. Maar geen idee, en wat maakt het uit: inmiddels aan de beterende hand.
Mijn oog viel gister op iets aanverwants dat ook een stuk beter is geworden. Net als toen ik in oktober verkouden was, gebruik ik “Echinacea Extra Forte” druppels van het merk Bloem. Toen viel me op hoe slecht het tekstje op het flesje was; ik wijdde er een blogpost aan. Zouden ze die gelezen hebben? Want kijk nou, dit staat op mijn huidige flesje:
Echinacea Extra Forte is een weerstandsverhoger voor het hele gezin met een uitgebreide en krachtige invloed op het afweersysteem. Deze druppels kunnen door alle gezinsleden van klein tot groot gebruikt worden om de weerstand te verhogen. Het hoofdbestanddeel is Echinacea. Dit bekende plantenextract activeert het immuunsysteem van het lichaam. Verder bevatten de druppels de extracten van Cat’s Claw en Plantago die de invloed van Echinacea goed ondersteunen.
Volgens mij is het nog steeds wat te moeilijk (systeem, extract) en ontbreken er een paar komma’s (achter gezinsleden en groot, en achter Plantago) en kan het hier en daar nog steeds beter, maar het is wel een heel grote stap vooruit ten opzichte van de vorige versie. Mij spreekt de nadruk op gezin en ‘van klein tot groot’ niet zo aan, maar dat is een marketingkeuze natuurlijk.
Op mijn Sensodyne-tandpasta-tubes staat al jaren- nee, decennia-lang dezelfde manke opsomming. Goed om te merken dat er bedrijven zijn die hun teksten wél verbeteren.
Vorderingen
Even een updateje weer over de roman die ik aan het (her-)schrijven ben. Laatste nieuws hier was begin november, toen ik constateerde dat ik niet meer tevreden was over het eind. Het heeft even geduurd, mede door drukte met m’n ‘gewone’ werk, maar net vandaag heb ik het nieuwe einde afgemaakt – dankzij de rustige periode rond de feestdagen. Naast drukte speelde ook ertegenaanhikken een rol: het is best een heftig einde geworden, en ik vond dat niet makkelijk om te schrijven. Het is nu wel veel beter. Ik heb nu dus eigenlijk een nieuwe eerste versie: de inhoud staat nu wel op z’n plek. Ik ga de komende tijd een lichte redactieslag doen zodat het manuscript fatsoenlijk genoeg is voor de eerste proeflezer. Het zal wel weer niet zo heel hard gaan, gezien mijn overige werkzaamheden, maar ik meld met trots: het vordert!
65e Fietsvrouw-column
Net uit: Fiets van januari, met daarin m’n 65e Fietsvrouw-column en een recensie(-tje: 250 woorden maar!) van het boek Sport als levenskunst van Marc Van den Bossche.