Het piramideprincipe-college van deze week viel in twee delen uiteen. Eerst hebben we gezamenlijk een definitie van adviseren gegeven. Dit is ‘m, opgedeeld in bouwstenen en met de minder essentiële onderdelen tussen haakjes:
– (Gevraagd of ongevraagd)
– Welgemeend
– Een bepaald vraagstuk of probleem van de geadviseerde oplossen
– De oplossing te beargumenteren/onderbouwen op basis van (vak-)kennis
– Met de bedoeling de geadviseerde vooruit te helpen/te sturen (waarbij de adviseur kennis die de geadviseerde ontbeert aanvult)
– Zonder dat de adviseur de geadviseerde kan dwingen.
Een goed begrip van adviseren is nodig om te kunnen begrijpen en omschrijven waarom het piramideprincipe er zo goed bij aansluit. Dat zit hem vooral in drie elementen:
- het vooruit helpen/sturen van de geadviseerde (dat doe je óók door lezergericht te schrijven)
- het beargumenteren/onderbouwen op basis van kennis (zo bouw je de piramide immers op, en dat is dus niet voor niets)
- het gericht zijn op oplossingen (de ideale piramide bevat actiegerichte boodschappen).
Voor het tweede gedeelte van het college had ik een stapel van 16 boeken meegenomen, voor elke student één. Het waren allemaal handboeken die gaan over zakelijk schrijven in het algemeen of het schrijven van adviesrapporten in het bijzonder. Een overzicht staat hieronder. Samen geven deze boeken geen volledig, maar wel een representatief beeld van hoe er zoal in Nederland over adviesrapporten geschreven wordt.
De vraag was: raden deze boeken ook het piramideprincipe aan? De studenten hebben snel elk van hun eigen boek gekeken welk advies erin gegeven wordt voor de structuur van adviesrapporten. Dat was niet eens altijd even makkelijk te vinden, wat frappant is, want ook voor een handboek (net zoals voor een adviesrapport) zou volgens mij moeten gelden dat een lezer gauw antwoord moet kunnen krijgen op een redelijke vraag. De vraag ‘hoe structureer ik een adviesrapport?’ is volgens mij voor elk van de 16 boeken een redelijke en relevante.
Voor slechts twee van de 16 boeken kon de vraag ‘komt het advies overeen met het piramideprincipe?’ met ‘ja’ beantwoord worden. Die twee boeken, Stukken beter schrijven en Rapporteren, zijn geschreven door mensen die ik persoonlijk ken en met wie ik samengewerkt heb (De Geus en Braas); de twee boeken verwijzen dan ook naar mijn boek Adviseren met perspectief en dat is geen toeval. Dus zou je de indruk kunnen krijgen dat ik de enige pleitbezorger ben van piramidaal schrijven in Nederland. Dat is niet helemaal zo, want er zijn veel meer partijen die trainingen piramideschrijven en aanverwanten aanbieden.
Eén zo’n partij is trainingsbureau Vergouwen Overduin. Enkele medewerkers daarvan hebben ook handboeken geschreven die schatplichtig zijn aan het piramideprincipe en bij onze inventarisatie in de categorie ‘deels overeenkomstig met het piramideprincipe’ vielen. VO is echter veel minder eenduidig dan ik in het promoten van het piramideprincipe. In een recensie van Adviseren met perspectief (in 2002 in Tekstblad verschenen) vonden VO’s Elsbeth Teeling en Michiel Boswinkel mij dan ook te stellig in mijn enthousiasme over bijvoorbeeld het voorop zetten van de hoofdboodschap. Nog los van het gegeven dat ik inderdaad sta voor wat ik promoot en er veel argumenten voor kan aandragen, is stelligheid volgens mij wat schrijvende professionals willen van hun schrijfadviseurs: ze hebben graag eenduidige adviezen. Ik kom hier waarschijnlijk volgende week op terug, want dan bespreken we op het college deze recensie – dan staat wat kritischere literatuur centraal namelijk.
Hoe dan ook, ik verkondig wel een minderheidsstandpunt in de schrijfadviesliteratuur. Dat komt denk ik vooral door de kracht van de traditie van de traditionele, methodologische structuur, die je vrijwel overal ziet: in rapporten, maar dus ook in handboeken. Bovendien heb ik bij veel van de handboeken de indruk dat ze te globaal en algemeen zijn, en dus onvoldoende aansluiten bij de specifieke praktijk van adviseren. Ik vraag me dan wel eens af, zeker als het handboek uit de hoek van het onderwijs of wetenschap komt: hebben die mensen ooit wel eens gezien hoe bijvoorbeeld een manager een adviesrapport leest? Weten ze wat diens belangen zijn? Weten ze eigenlijk wel wat een adviseur doet – wat adviseren is, en hoe anders dat is dan schrijven in wetenschap of onderwijs?
En zo sloten de twee delen van het college toch op elkaar aan. Ik denk dat je, om iemand echt vooruit te helpen en echt te kunnen sturen, in diens huid moet kruipen. Dat geldt voor alle adviseurs, altijd en overal. En dus ook voor schrijfadviseurs.
De boeken (auteur – titel)
Berg, van den – Leesbaar en doeltreffend schrijven
Boswinkel & Jaspers – Overtuigen op één A4
Braas & Van Couwelaar – Rapporteren
Grubben & Vriends – Professioneel schrijven
Hogeweg – Een goed rapport
Horst, ter – Rapporteren in de hulp- en dienstverlening
Houët & Teeling – Overtuigende advies- en beleidsrapporten
Jansen (e.a.) – Professioneel communiceren
Janssen (red.) (e.a.) – Zakelijke Communicatie deel 1.
Jaspers & Van Weeren Braaksma – Professionals & Schrijfwerk
Loomans & De Geus – Stukken beter schrijven
Overduin – Rapporteren
Ruck – Overtuigen op papier
Spek, van der – Schrijven met perspectief
Steehouder (e.a.) – Leren communiceren
Westen, van der – Goed geschreven