Trouwe volgers van dit weblog weten dat ik niet alleen geïnteresseerd ben in schrijven om tekst te maken (adviesrapporten, journalistieke teksten, columns, boeken e.d.), maar ook in schrijven als middel om jezelf verder te ontwikkelen, bijvoorbeeld schrijven ter bevordering van de creativiteit (zoals bij de Artist’s Way) en als therapeutisch middel. Een dik jaar geleden las ik in een aantal tijdschriften tegelijk over een kennelijk ineens heel populaire aanpak die ook in die hoek zit: creatief dagboekschrijven, volgens een methode ontwikkeld door Christine de Vries. Ik werd nieuwsgierig, zowel naar de aanpak als naar het succesrecept. En van creativiteit kan ik altijd meer gebruiken natuurlijk.
Het duurde even, maar de afgelopen dagen was het dan zo ver: ik heb de cursus ‘Luisteren naar je pen’ gedaan, van Shodo. Ik ben er wel tevreden over, en zou dus geneigd zijn te typen: ik kan het iedereen die iets met schrijven heeft aanraden. Maar dat zou toch niet kloppen. Want aan mijn cursus deden alleen vrouwen mee, en het is een aanpak waar volgens mij maar weinig mannen zich comfortabel bij zouden voelen. Eén van de andere deelneemsters noemde het de Happinezz-spiritualiteit, van wierook, kaarsjes, intuïtie, kruidenthee, engelenkaartjes en steeds meer in contact met je ware zelf, om maar een paar trefwoorden uit het jargon te noemen. Dat trekt een bepaalde groep die vooral uit vrouwen bestaat – waarbij mij dan ook nog altijd opvalt dat er veel vrouwen bij zijn met chronische ziektes, en weinig die met verantwoordelijk werk in ‘gewone’ organisaties het brood op de plank moeten verdienen. Ze werken bijvoorbeeld een paar uurtjes per week in een eigen praktijk die ook gericht is op zelfontplooiing. Die groep is kennelijk heel groot. (Vergelijk: mijn Artist’s Way groep bestond toentertijd ook alleen maar uit vrouwen; ik was de enige die niet arbeidsongeschikt was.)
Ik ben blij dat die stroming er is in de maatschappij, maar ik vind het jammer dat die zo op zichzelf is, dat het wel twee gescheiden werelden lijken: die van de ‘harde’ economie en deze als ‘zachte’ tegenbeweging. En in die drie dagen cursus miste ik de mannelijke inbreng; ik miste een zekere ‘stoerigheid’. Ik kan net zozeer (of eigenlijk zelfs meer) bezig zijn met persoonlijke groei en spiritualiteit als ik tegen een berg of door de woestijn fiets (hoofdstuk 2 van Afzien voor Beginners gaat daarover). Mij lijkt het leuk ooit eens iets te ontwikkelen wat mannen en harde werkers ook aanspreekt – maar dat terzijde.
Terug naar ‘Luisteren naar je pen’. Wat neem ik ervan mee? Nouja, het inzicht van hierboven dat mij ook wel iets zegt over de succesformule. Een aantal dingen voor mezelf, want dat levert het zeker ook op, al was het zeker niet de hele tijd heel heftig; soms was het ook gewoon lekker schrijven. Het programma was ook niet heel intensief, op de woensdagavond na. Ik heb er toen om 11 uur een punt achter gezet; de laatsten waren pas om half 1 klaar!
Wat heb ik geleerd wat ik in mijn eigen werk kan toepassen:
- De meerwaarde van hardop voorlezen van je eigen tekst (liefst natuurlijk aan anderen, maar eventueel voor jezelf) is groot. In één geval had ik zelf toen ik aan het schrijven was helemaal niet in de gaten hoe grappig mijn tekst aan het worden was. Pas bij het voorlezen ging ik erom lachen!
- Strenge eisen aan de vorm kunnen voor verdieping zorgen. Sowieso moet je bij ‘vrij’ schrijven de tijd of het volume tekst vastleggen, anders wordt het oeverloos en vaak ook in je hoofd te groot. Bij de morning pages van de Artist’s Way-methode gaat het om drie bladzijden tekst; Christine benadrukte dat bij weinig tijd of heftige emoties vijf of zelfs maar drie minuten schrijven ook al een stap is.
Maar het gaat verder dan dat. Van de Artist’s Way heb ik vooral het ‘freewriting‘ overgehouden: je schrijft snel zonder je om iets anders te bekommeren dan het doorschrijven. In ‘Luisteren naar je pen’ kregen we echter ook schrijfopdrachten met een dwingende vorm: maak een lijstje (bijvoorbeeld: ‘Tien bijzondere momenten uit je leven’), schrijf een elfje (gedicht van vijf regels met één, twee, drie, vier en één woord per regel), maak een woordgedicht met de beginletters van je naam (dus in mijn geval zes regels, beginnend met L, O, U, I, S, E).
De elfjes en de lijstjes (hoera! bullet-opsommingen!) bevielen mij erg goed. Zo’n vorm kan je ertoe verleiden tot de essentie te komen. Het deed me natuurlijk denken aan de strenge structuur van het piramideprincipe, waarvan ik zo vaak zeg dat het een manier is om scherp te denken, een ‘gedachte-uitdager’. Dat doet structuur kennelijk. Soms kan het een te grote beperking worden, en dan werkt het tegen je. De kunst is om daar een balans in te vinden.
- Collages maken is een leuke en sterke werkvorm, waarvan ik dacht: dat ga ik eens met een groep doen als het gaat om creativiteitsontwikkeling voor het maken van presentaties. Tot nu toe heb ik dat alleen maar tekenend gedaan, of iets als: ‘kies een ansichtkaart’. Een stapel ansichtkaarten heb ik daartoe wel liggen hier, ik ga ook een stapel tijdschriften aanleggen!
En tot slot was het weer een opfrissing van een aantal belangrijke zaken die ik ook de Artist’s Way ken, zoals: lever geen commentaar op elkaars werk (geen kritiek, maar ook geen complimenten), censureer jezelf niet (trek je niets aan van de ‘moetens’ en ‘mag-niets’ in je eigen hoofd), schrijf concreet, beeldend en snel en laat het echt schrijvend komen, dus ga niet van tevoren helemaal bedenken wat je met een oefening gaat doen. Dat vind ik altijd een hele toer: de snelle denker in mijn hoofd heeft het plannetje al klaar in de tijd dat ik m’n pen oppak. Om dan toch te luisteren naar die pen en niet klakkeloos uit te voeren wat de denker al bedacht heeft, dat is de kunst – en daar komen wel degelijk verrassende inzichten uit voort. Dat is natuurlijk de kracht van het ‘luisteren naar mijn pen’. De moeite waard!
Meer weten? http://shodo.nl/ en het boek Dagboek als spiegel.