Gisteren was het tentamen van het vak over debatteren dat ik in Leiden heb gegeven. Ik ben net klaar met nakijken en er zat een onverwacht rood draadje in de uitwerkingen van de studenten dat ik niet bewust in het tentamen had gestopt, maar dat ik wel leuk vond. Dat draadje was het nut van het leren debatteren voor het kritisch naar debatten kunnen luisteren.
Het wordt in de theorie veel geroepen: dat je je kritische vermogens kunt aanscherpen door zelf goed te leren argumenteren en debatteren. En dat het daardoor in het gunstigste geval zo is dat je minder een prooi wordt voor bijvoorbeeld op onderbuikgevoelens spelende populistische politici. Maar is dat nou ook echt zo? MIj bleek uit de antwoorden op maar liefst drie verschillende vragen dat het inderdaad zo werkt.
De eerste vraag waarop sommige studenten antwoorden hebben gegeven in de richting van ‘als je zelf goed leert debatteren, word je een kritischere luisteraar’ was bij een tentamenvraag waarbij ze een voorstel moesten doen voor het opheffen van de discrepantie tussen de debat-idealen uit de literatuur en de praktijk. Eén zo’n discrepantie is dat er in de praktijk helemaal niet zo netjes, redelijk en logisch wordt gedebatteerd als de leerboeken het graag zouden willen hebben. Er worden drogredenen gebruikt, er wordt vooral veel op de man gespeeld, er wordt een appel gedaan op onderbuikgevoelens, er worden cabaret-acts opgevoerd die de handen op elkaar krijgen (en we denken dan allemaal aan Wilders, maar hij is echt niet de enige). Met redelijke overtuiging en besluitvorming heeft dat weinig te maken.
Een voorstel om ideaal dichter bij de praktijk te krijgen luidde dan: geef meer debatonderwijs. We hebben tijdens het college gepeild hoe het daarmee zit. Mij stelde dat teleur: van de eigen groep had de helft op school iets aan debatteren gedaan. Ik dacht dat dat inmiddels standaard was, maar nee dus.
In een andere vraag moesten de studenten stelling nemen over of Nederland al dan niet een ‘debatcultuur’ heeft, en die stelling vervolgens goed beargumenteren. Eén van de argumenten die ik tegenkwam, was dat Nederlanders wel heel gevoelig zijn voor populistische politici, dus dat zo iemand als Wilders hier wel heel makkelijk aanhang wint, en dat dat zou kunnen komen doordat Nederlanders niet zo goed zijn in het doorzien van debattrucs. Nederlanders trappen makkelijk in retorische trucjes en/of ze zijn niet heel gevoelig voor écht goede argumentatie. En dus, zo kan de conclusie dan luiden, heeft Nederland geen debatcultuur. Daarover kun je overigens van mening verschillen, maar ik vind dit wel een goed argument. De debatcultuur zou verbeterd kunnen worden door, alweer, onderwijs en bewustwording.
En de derde plek waarop ik dit thema tegenkwam was bij de reflectievraag. Bij één onderdeel van het tentamen stonden de persoonlijke vaardigheden van de studenten centraal: wat heb je nou over jezelf geleerd? Meerdere studenten merkten op dat ze door het vak beter in staat zijn te luisteren naar de inhoud van een debat: de debatten op college, maar ook die op tv van bijvoorbeeld bekende politici. Waar ze zich eerst meer lieten afleiden door de vorm, denken ze nu eerder: “Jaja, leuk en aardig allemaal, maar wat jij voorstelt is helemaal niet uitvoerbaar.” Ofzoiets.
Op drie plekken in de antwoorden dus één thema: het nut van debatonderwijs voor het doorzien van de zwakke plekken in de debatbijdragen van anderen, ook al brengen die het nog zo leuk. Ik hoop dat deze studenten ambassadeurs worden voor die visie. Want wat zou het fijn zijn als er in Nederland wat meer gehamerd werd op de inhoudelijke kwaliteit van de beleidsvoorstellen en de debatbijdragen.
Trouwens, het was nooit één student die drie keer hetzelfde had geantwoord; deze antwoorden stonden bij verschillende studenten op verschillende plekken. Ze hebben ook ándere dingen geleerd, andere voorstellen gedaan voor het opheffen van andere discrepanties tussen idealen en praktijk, andere argumenten aangedragen voor of tegen het hebben van een debatcultuur, andere reflectiepunten naar voren gebracht. Meer in het algemeen: ze hebben het tentamen goed gemaakt, wat ook een afspiegeling is van hoe ze voor het vak hebben gewerkt. Ik vind het wel een beetje jammer dat het erop zit…