↓
 

Louise Cornelis

Tekst & Communicatie

  • Home |
  • Lezergericht schrijven |
  • Over Louise Cornelis |
  • Contact |
  • Weblog Tekst & Communicatie

Maandelijkse archieven: december 2009

Bericht navigatie

Nieuwere berichten →

Veel herschrijven is geen probleem

Louise Cornelis Geplaatst op 8 december 2009 door LHcornelis8 december 2009  

Afgelopen zaterdag stond er in de Wetenschapsbijlage van de NRC een stukje, ‘Geestschrijven‘, van Piet Borst. Borst doet eerst zijn beklag over het slechte schrijven van zijn mede-wetenschappers. Daarna vertelt hij dat hij zijn eigen medewerkers ‘Politics and the English language’ gaf, een essay waarin George Orwell enkele regels geeft voor beter Engels. Hij gaf eens, zo gaat hij verder, een goed schrijvende student het advies om wetenschapsjournalist te worden Deze student verwierp dat eerst: het hoogste goed was onderzoek doen – maar later werd deze Felix Eijgenraam NRC-redacteur.

Daarna komt Borst to-the-point: hij vind geestschrijven, ghostwriting, in de wetenschap niet zo’n probleem, mits de onderzoeker zelf verantwoordelijk blijft voor de inhoud. Een goede schrijver kan die inhoud veel toegankelijker maken. Borst verwijst nog naar de discussie die in oktober in de NRC werd gevoerd over de stijl van wetenschappelijke teksten, ik schreef daar op dit weblog ook al over. Hij kiest, net als ik, partij voor Marita Mathijsen die stelt dat wetenschappelijk proza niet dor en stroef hoeft te zijn.

Een leuk stukje met een aantal rake uitspraken over schrijven. In het gedeelte over Orwell schrijft hij echter iets wat verraadt dat hij misschien wel veel eigen praktijkervaring heeft met schrijven en schrijvers, maar niet in de theorie zit. Hij schrijft namelijk:

Orwell had overigens ook problemen met schrijven, al zou je dat niet zeggen als je zijn boeken leest. Een promovendus, die gesticht was door het Orwell-opstel, gaf mij na zijn promotie een facsimile-uitgave cadeau van Orwells beroemdste boek 1984. In deze enorme foliant is te zien dat Orwell eindeloos herschreef. Praktisch geen zin uit de oorspronkelijke tekst is onveranderd in de gedrukte roman terechtgekomen. Schrijven is werken, zelfs voor Orwell.

Schrijven is werken, ja, helemaal mee eens. Maar veel herschrijven, eindeloos misschien zelfs, is geen ‘probleem met schrijven’ hebben, maar juist een kenmerk van goed schrijversschap.

Het is één van de vele misvattingen over schrijven dat goede schrijvers dat in één keer goed doen. Die misvatting heeft op sommige minder goede schrijvers een verlammende uitwerking: in één keer perfect lukt niet, dus laat dan verder maar. Een goede aanpak is juist om snel tot een niet-perfecte eerste versie te komen waarin de inhoud op de goede plek staat, en vervolgens te gaan schaven en slijpen. Net zo lang todat het er precies zo staat als jij wil en als wat goed is voor de lezer.

Alleen als ‘eindeloos’ betekent dat je in het herschrijven blijft steken en daardoor de deadline niet haalt, dan is het zaak om eens te kijken naar de effectiviteit van je schrijfaanpak. Voor de meeste schrijvende professionals is te veel en te lang herschrijven echter niet het probleem. Herschrijven houdt meestal niet veel meer in dan: de typfouten verbeteren.

Ik kom veel vaker tegen dat er geen tijd voor herschrijven is ingeruimd. Dat betekent dat de schrijver toch probeert het in een keer goed te doen, of een halffabricaat: die snelle eerste versie. Zo’n halffabricaat is meestal weinig lezergericht; teksten die onder druk van ‘in één keer goed’ tot stand zijn gekomen stroef: de moeizaamheid van het proces wordt in de tekst weerspiegeld.   

Herschrijven is geen probleem, herschrijven is hartstikke nuttig. Ga maar na: zelfs George Orwell deed het…

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Terugblikken

Louise Cornelis Geplaatst op 7 december 2009 door LHcornelis7 december 2009  

Afgelopen woensdag blikten we tijdens het college terug op de drie weken ervoor. Die waren ‘anders’ geweest: de studenten hebben erin geproefdebatteerd en gewerkt aan een uitvoerige opdracht waarin de analyse van een debat in de Tweede Kamer centraal stond (daarover later meer), en er was een gastspreker.

Afgelopen woensdag zetten we in een debat (nouja, discussie/gesprek) op een rijtje welke conclusies de studenten daaruit hadden getrokken, uit de activiteiten van die drie weken op zichzelf en in relatie tot de eerdere collegeweken (in die eerdere weken was de aanpak meer geweest: theorie uit het boek en enige toepassing).

Dit zijn enkele van de conclusies:

  • Onderwijs in debatteren is nuttig, want: debatteren is te leren. In de eerste plaats door het (veel) te doen, dus in de praktijk. Vooral om het ad-rem karakter van debatteren, het snelle op elkaar reageren, onder de knie te krijgen is veel oefening nodig. In de tweede plaats helpt de theorie ook, maar dan vooral (of zelfs alleen) de theorie over de stock issues.
  • Ook al oefen je heel veel, debatteren houdt altijd iets grilligs en onvoorspelbaars. Een goede voorbereiding is belangrijk en een noodzakelijke voorwaarde, maar dan nog kun je later ontevreden zijn over hoe het debat verliep en over je eigen aandeel erin – ook na talloze keren oefenen. Je hebt het verloop van het debat nou eenmaal niet in de hand (debatteren is ‘messy’). Perfect verloopt het nooit, ook na oefenen niet – ook al zou oefenen natuurlijk wel helpen bij het ontwikkelen van debatvaardigheden.
  • Die grilligheid en onvoorspelbaarheid hangt niet af of wordt niet bepaald door de debatvorm en precieze debatspelregels: het kan wel lijken dat je bij een vrij debat (bv. Lagerhuisvorm, met interrupties) meer mogelijkheid hebt om je punt te maken, maar niet voor niets zei Roderik van Grieken dat hij ervoor zou zijn om in de Tweede Kamer dezelfde spreektijd toe te kennen aan voor- en tegenstanders, zodat ze allebei in rust hun case uiteen kunnen zetten, zonder meteen geïnterrumpeerd te worden. Met andere woorden: de oncontroleerbaarheid is intrinsiek aan debatteren, álle debatteren, en wordt niet bepaald door een bepaald aspect van de vorm of de spelregels.
  • Er is een verschil tussen de debat-idealen in de literatuur en in de praktijk: je kunt het nog zo ideaal doen, maar toch verliezen. En je kan drogredenen gebruiken en toch winnen.
  • De stock issues helpen ook bij het luisteren naar/analyseren van andere debatten, en versterken dan je kritische scherpte (voorbeeld: Wilders lijkt op het eerste gezicht goed te debatteren, maar met de stock-issues-bril op is er heel wat op aan te merken). De stock issues helpen dus bij compositie en analyse.
  • De stock issues worden weinig expliciet gemaakt. Je hoort nou nooit eens iemand zeggen: “ik zal achtereenvolgens ingaan op de aard en ernst van het probleem, de inherentie ervan aan de status quo, en daarna op de oplosbaarheid ervan.” Daardoor is het soms moeilijk er de vinger op te leggen en verbreden debatten zich ook wel eens. Maar al te expliciet maken is kinderachtig en saai.
  • Theoretische kennis over bv. argumentatietheorie is nodig om uit het moeras van welles-nietes te blijven.
Geplaatst in Gesprek & debat | Geef een reactie

Woordjes leren

Louise Cornelis Geplaatst op 7 december 2009 door LHcornelis7 december 2009  

Afgelopen zaterdag vertelde ik over de hoge verwachtingen die mensen hebben van de Sinterklaasdichtkunst van Neerlandici. Nou denkt waarschijnlijk niemand serieus dat je bij de studie Sinterklaasgedichten leert schrijven, maar het past toch wel in het rijtje ‘gekke dingen die je hoort als student/afgestudeerde Nederlands’. Hier zijn er twee uit mijn studententijd:

  • “Studeer je Nederlands? Maar dat spreek je toch al?”
  • “Hoezo Nederlands – je kon toch zo goed leren?” Met als variant: “Hoezo Nederlands – daar word je toch alleen maar werkloos mee?” Deze hoorde ik vooral in de TU-kringen waar ik door het vriendje tijdens mijn studietijd veel in verkeerde.
    Nou, jongens, goed leren kan ik nog altijd, ik ben nog geen dag werkloos geweest, en ik ben blij dat ik me niet onder invloed van bijvoorbeeld de Kies-Exact-campagne naar de TU heb laten drijven. Mijn vak moet gaan over mensen. Dat vriendje studeerde af op krimp- en kruipgedrag van betonnen bruggen, en dat was op zich best wel interessant, maar niet voor de hele dag en de rest van mijn leven.

Op diezelfde zaterdag kwam ik in een boek dat ik las (en die dag bijna in één adem heb uitgelezen) nog een schitterende tegen. Dat was in Boven is het stil van Gerbrand Bakker. De hoofdpersoon, Helmer, is een boerenzoon uit West-Friesland die in Amsterdam Nederlands gaat studeren. Zijn broer Henk neemt de boerderij over en is daarmee pa’s lievelingetje. De manier waarop die vader Helmers studie beschrijft schetst Helmers benauwdheid in en afwijking van het ouderlijk milieu. Volgens pa gaat Helmer namelijk naar Amsterdam om daar ‘woordjes te leren’. En als zijn broer overlijdt, moet Helmer daar dus maar gauw mee ophouden.

Meestal zijn mijn boekentips vakboeken, maar dit keer raad ik een roman aan – gewoon omdat Boven is het stil zo mooi is.

Geplaatst in Leestips | Geef een reactie

Jaarlijkse faalangst

Louise Cornelis Geplaatst op 5 december 2009 door LHcornelis5 december 2009  

Een blogpost op zaterdag, dat doe ik niet zo vaak. Maar dit is niet zomaar een zaterdag, dit is Sinterklaas. Jaarlijks goed voor enige faalangst. Want al zo lang als ik weet, wordt er van ‘de Neerlandicus’ verwacht met een briljant Sinterklaasgedicht op de proppen te komen.

Dat begon op de middelbare school, toen onze leraar Nederlands onze klassenleraar was. Hij deed mee met lootjes trekken en het was altijd overduidelijk voor welk gedicht en dus ook kado hij verantwoordelijk was. Zo dichten, dat kon verder echt niemand, logisch, want hij had Nederlands gestudeerd. Alsof dat een vak in de studie is – het derdejaarsvak ‘Sinterklaasgedichten schrijven’.

Sinds ikzelf eerst Nederlands studeerde en daarna Neerlandicus werd, heb ik het al talloze malen gehoord: ‘Zo’n gedicht, dat schud jij natuurlijk zó uit je mouw’. Of iets van die strekking. Van de week hoorde ik nog een nieuwe variant: ‘Ik moet wel meer aandacht besteden aan het kado, want jij komt met een geweldig gedicht en daar kan ik toch niet tegenop’. De paar keer dat ik met vakgenoten Sinterklaas vierde, ontstond er ook een competitief sfeertje: wie kwam met het meest geweldige woordspel?

Mijn omgeving heeft dus altijd torenhoge verwachtingen. Gevolg voor mij: faalangst, weerzin, nooit tevreden met wat ik uiteindelijk produceer. Ik niet. De kado-ontvangers heb ik gelukkig nog nooit horen klagen.

 

PS Het in elkaar knutselen van een gekke surprise vind ik dan weer wél leuk!

Geplaatst in Opvallend | Geef een reactie

Verschenen: Fietsvrouwcolumn # 53

Louise Cornelis Geplaatst op 4 december 2009 door LHcornelis4 december 2009  

Vandaag verschenen: Fiets van december, met daarin mijn column over zumba. Over zumba? In een fietsblad?? Ja, echt!

Geplaatst in verschenen | Geef een reactie

Wedstrijden

Louise Cornelis Geplaatst op 4 december 2009 door LHcornelis4 december 2009  

Laat ik eens even twee wedstrijden aankondigen:

  • De Siegenbeek Essaywedstrijd voor neerlandici (met niemand minder dan ikzelf in de jury!)
  • De eerste internationale nederlandstalige schrijfwedstrijd. Deadline is al snel!
Geplaatst in Opvallend | Geef een reactie

Wat is een debat?

Louise Cornelis Geplaatst op 3 december 2009 door LHcornelis3 december 2009  

Gister presenteerden twee studenten op het debatcollege het resultaat van het interviewen van enkele ‘leken’ over debatteren. Het opvallendste resultaat was dat de vier geïnterviewden moeilijk konden aangeven wat een debat is, en hoe het zich onderscheidt van een discussie. Eén wel grappige reactie was geweest: ‘bij een debat hebben de deelnemers kennis van zaken, bij een discussie hoeft dat niet’.

Maar wat is dan wél het verschil, precies? Dat is nog niet eens zo heel makkelijk. Ik heb daarnet definities van debat opgezocht, en daaruit blijkt een grote verscheidenheid. Het is balanceren tussen een te ruime en een te beperkte omschrijving. 

In de meeste omschrijvingen wordt het debat gezien als een specifiek soort discussie, namelijk: aan regels gebonden. Maar niet elke aan regels gebonden discussie is een debat, dus moeten de regels nader gespecificeerd worden: tussen twee partijen over een stelling, met afspraken over het ‘spreekregime’ (spreektijd, volgorde, al dan niet interrumperen e.d.), gericht op het door middel van argumentatie verdedigen dan wel weerleggen van die stelling, en met een derde partij die oordeelt.

Volgens mij is dat het wel zo’n beetje: dit zijn de noodzakelijke ingrediënten van een debat, en alles wat je er nog aan toe zou kunnen voegen, beperkt het tot een bepaalde debatvorm en maakt de omschrijving dus te smal. In Wikipedia bijvoorbeeld wordt de derde partij ‘jury’ genoemd, maar dat hoeft niet: parlementaire debatten hebben geen echte jury, maar wel alle burgers als potentieel publiek – dat een oordeel velt, tenminste, dat dat kan en mag.  

In de boeken die wij op het college gebruiken staan ook niet de meest gelukkige definities – wat wel aangeeft hoe lastig het is. In Argumentation and Debate: ’the process of inquiry and advocacy; the seeking of a reasoned judgment on a proposition’ (p. 2). Te breed, te abstract, te idealistisch (geen oog voor de retorische component), te weinig aandacht voor de regels en de drie partijen (voor, tegen en publiek), etc. In Effectief debatteren: ‘debatteren = argumenteren + presenteren’ (p. 11). Leuk en elegant, maar niet alle ‘argumenteren + presenteren’ is debatteren.

Gisteren deden we in het eerste college-uur een poging tot een ‘onderzoekend debat’, maar dat werd algauw een discussie of zelfs ‘maar’ een groepsgesprek. Een informeel debat en een discussie lijken op elkaar en de grens is niet helemaal scherp te trekken. Volgende week is onze laatste mogelijkheid om nog te debatteren. Een aantal studenten wil dan, na reflectie op het verloop van het proefdebat, nog iets opnieuw proberen. Dat moet dus formeler dan gister, Hoe, dag mag ik bedenken.

Geplaatst in Gesprek & debat | Geef een reactie

De overheid communiceert aan ons

Louise Cornelis Geplaatst op 3 december 2009 door LHcornelis3 december 2009  

Volgens mij kun je alleen communiceren met iemand, niet aan, naar of tegen iemand. En je kunt volgens mij ook niet iets communiceren, alleen maar over iets. Anders gezegd: communiceren is tweerichtingsverkeer. En nee, dit wordt niet alwéér een post waarin ik een taalergernis ga spuien, ook al erger ik me regelmatig over een boodschap communiceren aan.

Nee, ik wil het hebben over het boek Nieuwe aanpak in overheidscommunicatie. Mythen, misverstanden en mogelijkheden, van Bert Pol en Christine Swankhuisen en Peter van Vendeloo (overheids communicatie staat er op de voorkant, maar ik zal verder niet zeuren). Vanuit mijn interpretatie van het woord communicatie verwachtte ik dus iets over de manier waarop de overheid met ons communiceert, en dat leek me wel interessant. Ik had onder andere verwachtingen over de manier waarop de overheid interactieve webtoepassingen inzet, dat leek me wel vernieuwend.

Het duurde niet heel lang voordat tot me doordrong dat mijn verwachtingen verkeerd waren, en dat ik geen boek over communicatie zat te lezen, maar over iets wat ik voorlichting zou noemen: eenrichtingsverkeer, waarin de overheid probeert het gedrag van burgers te beïnvloeden. Ergens rond pagina 18 ging het kwartje bij mij vallen, door een formulering als ‘communicatiecampagnes gericht op grote groepen’. Aha, het gaat over Postbus 51, zeg maar. Wat jammer. Nouja, kwestie van verwachtingen bijstellen en verder lezen. En is het woord voorlichting taboe?

Gaandeweg dat verder lezen ging ik denken: door geen helder onderscheid te maken voorlichting en communicatie ontstaan problemen. Dat versluiert namelijk, en beperkt het zien van oplossingsmogelijkheden. Want in de loop van het boek blijkt hoe ontzettend problematisch voorlichting/communicatie is als middel om burgers te beïnvloeden. Ik licht er één klein dingetje uit.

Aan het inleiding van het boek staat ‘Waardoor, wanneer, onder welke omstandigheden en met welke technieken is communicatie in staat tot beïnvloeding van gedrag, attitudes en kennis?’ Nou, zit ik dan te denken, daar is communicatie heel goed in. Dé manier om echt iets te veranderen, is met persoonlijke begeleiding. Afvallen doe je met behulp van een diëtiste, je leven of werken veranderen met een therapeut of coach, en sporten met een personal trainer. Persoonlijke communicatie is de sleutel tot veranderen. Maar daar gaat het dus niet over.

Wel gaat het in het boek over interactie: groepsbijeenkomsten en internettoepassingen. Dat zijn duidelijk ondergeschoven kindjes en alleen maar probleem-probleem-probleem. Dat is al te zien in de inhoudsopgave. Het betreft hoofdstuk 10 en 11, helemaal achteraan, en paragraaftitels zijn bijvoorbeeld ‘Persoonlijke communicatie met groepen: het middel is vaak erger dan de kwaal’, ‘schadelijke groepsdynamische effecten’, ‘Maakt internetgebruik mensen minder sociaal?’ en ‘Internet: geen wondermiddel’.

Als je vanuit ‘communicatie = voorlichting’ denkt, is dit begrijpelijk: internet en groepsbijeenkomsten zijn daar een afgeleide van. Maar als je het omdraait, en uitgaat van ‘communicatie = tweerichtingsverkeer, zeker als het gaat om gedragsbeïnvloeding’, dan zouden dit bij wijze van spreken hoofdstuk 1 en 2 moeten zijn. De centrale vraag zou dan zijn: op welke manier is het effect van persoonlijke communicatie te bereiken met de middelen die de overheid tot haar beschikking heeft?

Dan krijg je dus een heel ander verhaal, en volgens mij zou dat heel veel nieuwe inspiratie bieden. Dan zou je dus bijvoorbeeld gaan zien dat iemand van de afdeling communicatie, die is opgeleid om voor te lichten, niet de beste persoon is om een groepssessie te leiden. Een ambtenaar met verstand van het dossier ook niet. Een groep in goede banen leiden is een vak. En internet is misschien geen wondermiddel, maar wel een manier om door middel van een community een nieuw soort sociale verhouding te creëren waarin nieuwe vormen van beïnvloeding mogelijk zijn. Die ontstaan nu zonder dat de overheid er wat mee kan, met alle gevolgen van dien. Voor rond de recente vaccinatiecampagnes tegen griep en baarmoederhalskanker keek de overheid machteloos toe hoe er op internet werd getwijfeld aan het nut en de veiligheid van de vaccinaties.

Zo lang de overheid denkt dat zij ‘communicatie’ van bovenaf kan bepalen, blijft het modderen. Want dat wordt ook wel duidelijk in het boek: voorlichting is ontzettend lastig. Er staat eigenlijk maar één voorbeeld in van een echt succesvolle campagne, die over de Bob. Het boek bevat veel theorie over gedragsbeïnvloeding en ook daaruit blijkt dat het bijvoorbeeld heel lastig is om automatisch gedrag van mensen met weinig betrokkenheid bij het onderwerp te veranderen, zeker als ze laag opgeleid zijn. Het overzicht van die literatuur is heel nuttig.

De auteurs prikken vooral heel veel vastgeroeste ideeën over overheidsvoorlichting door, om zo ruimte te maken voor nieuwe benaderingen. Eén zo’n vastgeroest idee is bijvoorbeeld dat jip-en-janneketaal de oplossing is van het communicatieprobleem. Met instemming lees ik hoe de auteurs dat en andere gangbare opvattingen verwerpen. Maar hoe het er in de praktijk dan wel uit zou moeten zien, blijft schimmig: de inzichten uit de wetenschappelijke literatuur moeten nog naar de praktijk vertaald worden.

En wat mij betreft had dus één centraal idee ook nog doorgeprikt moeten worden: dat communicatie en voorlichting hetzelfde zijn, c.q. dat communicatie iets is wat de overheid eenzijdig bepaalt en vormt. Jammer dat dat niet gebeurd is.

Geplaatst in Leestips | Geef een reactie

Twitteratuur

Louise Cornelis Geplaatst op 3 december 2009 door LHcornelis3 december 2009  

Leuk: de wereldliteratuur op z’n twitters.

Geplaatst in Leestips, Opvallend | Geef een reactie

Bericht navigatie

Nieuwere berichten →

Recente berichten

  • Uit de Microsoft-cloud
  • Druk met schrijven met AI
  • Welweg?
  • Een beetje over literatuur
  • Het passief is niet neutraal

Categorieën

  • Geen rubriek (10)
  • Gesprek & debat (30)
  • Gezocht (9)
  • Leestips (315)
  • Opvallend (543)
  • Piramideprincipe-onderzoek (98)
  • Presentatietips (153)
  • schrijftips (887)
  • Uncategorized (45)
  • Veranderen (38)
  • verschenen (202)
  • Zomercolumns fietsvrouw (6)

Archieven

  • juni 2025
  • mei 2025
  • april 2025
  • maart 2025
  • februari 2025
  • januari 2025
  • december 2024
  • november 2024
  • oktober 2024
  • september 2024
  • augustus 2024
  • juli 2024
  • juni 2024
  • mei 2024
  • april 2024
  • maart 2024
  • februari 2024
  • januari 2024
  • december 2023
  • november 2023
  • oktober 2023
  • september 2023
  • augustus 2023
  • juli 2023
  • juni 2023
  • mei 2023
  • april 2023
  • maart 2023
  • februari 2023
  • januari 2023
  • december 2022
  • november 2022
  • oktober 2022
  • september 2022
  • augustus 2022
  • juli 2022
  • juni 2022
  • mei 2022
  • april 2022
  • maart 2022
  • februari 2022
  • januari 2022
  • december 2021
  • november 2021
  • oktober 2021
  • september 2021
  • augustus 2021
  • juli 2021
  • juni 2021
  • mei 2021
  • april 2021
  • maart 2021
  • februari 2021
  • januari 2021
  • december 2020
  • november 2020
  • oktober 2020
  • september 2020
  • augustus 2020
  • juli 2020
  • juni 2020
  • mei 2020
  • april 2020
  • maart 2020
  • februari 2020
  • januari 2020
  • december 2019
  • november 2019
  • oktober 2019
  • september 2019
  • augustus 2019
  • juli 2019
  • juni 2019
  • mei 2019
  • april 2019
  • maart 2019
  • februari 2019
  • januari 2019
  • december 2018
  • november 2018
  • oktober 2018
  • september 2018
  • augustus 2018
  • juli 2018
  • juni 2018
  • mei 2018
  • april 2018
  • maart 2018
  • januari 2018
  • december 2017
  • november 2017
  • oktober 2017
  • september 2017
  • augustus 2017
  • juli 2017
  • juni 2017
  • mei 2017
  • april 2017
  • maart 2017
  • februari 2017
  • januari 2017
  • december 2016
  • november 2016
  • oktober 2016
  • september 2016
  • augustus 2016
  • juli 2016
  • juni 2016
  • mei 2016
  • april 2016
  • maart 2016
  • februari 2016
  • januari 2016
  • december 2015
  • november 2015
  • oktober 2015
  • september 2015
  • augustus 2015
  • juli 2015
  • juni 2015
  • mei 2015
  • april 2015
  • maart 2015
  • februari 2015
  • januari 2015
  • december 2014
  • november 2014
  • oktober 2014
  • september 2014
  • augustus 2014
  • juli 2014
  • juni 2014
  • mei 2014
  • april 2014
  • maart 2014
  • februari 2014
  • januari 2014
  • december 2013
  • november 2013
  • oktober 2013
  • september 2013
  • augustus 2013
  • juli 2013
  • juni 2013
  • mei 2013
  • april 2013
  • maart 2013
  • februari 2013
  • januari 2013
  • december 2012
  • november 2012
  • oktober 2012
  • september 2012
  • augustus 2012
  • juli 2012
  • juni 2012
  • mei 2012
  • april 2012
  • maart 2012
  • februari 2012
  • januari 2012
  • december 2011
  • november 2011
  • oktober 2011
  • september 2011
  • augustus 2011
  • juli 2011
  • juni 2011
  • mei 2011
  • april 2011
  • maart 2011
  • februari 2011
  • januari 2011
  • december 2010
  • november 2010
  • oktober 2010
  • september 2010
  • augustus 2010
  • juli 2010
  • juni 2010
  • mei 2010
  • april 2010
  • maart 2010
  • februari 2010
  • januari 2010
  • december 2009
  • november 2009
  • oktober 2009
  • september 2009
  • augustus 2009
  • juli 2009
  • juni 2009
  • mei 2009
  • april 2009
  • maart 2009
  • februari 2009
  • januari 2009
  • december 2008
  • november 2008
  • oktober 2008
  • september 2008
  • augustus 2008
  • juli 2008

©2025 - Louise Cornelis
↑