↓
 

Louise Cornelis

Tekst & Communicatie

  • Home |
  • Lezergericht schrijven |
  • Over Louise Cornelis |
  • Contact |
  • Weblog Tekst & Communicatie

Maandelijkse archieven: april 2009

Aankondiging presentatie over ubuntu

Louise Cornelis Geplaatst op 27 april 2009 door LHcornelis27 april 2009 1

Op 2juni houd ik ’s avonds voor mijn netwerk van de Vrouwelijk Ondernemers Overschie een presentatie over ubuntu, vergelijkbaar met het verhaal dat ik een tijdje terug bij Océ hield. Geïnteresseerde vrouwelijke lezers van dit weblog kunnen zich bij mij melden: ik mag introducées meenemen. Hieronder de tekst van het persbericht voor de Overschiese Krant.

 

Louise Cornelis, ondernemer uit Overschie, is vorig jaar vier maanden in Afrika geweest. Na haar terugkomst heeft zij de gewone draad weer opgepakt. Of toch niet helemaal? Ze merkt dat haar manier van werken is veranderd: ze is aan ubuntu gaan doen.

Ubuntu is in de Afrikaanse cultuur een belangrijk begrip. Je kunt het zien als de tegenhanger van ons westerse individualisme. ‘Het beoefenen van medemenselijkheid in de praktijk’ is wel een aardige vertaling ervan, of ‘ik ben omdat wij zijn’. Op dinsdagavond 2 juni neemt Louise de vrouwelijke ondernemers mee naar Afrika om hen met ubuntu kennis te laten maken. Ze zal eerst ubuntu uitleggen aan de hand van haar eigen ervaringen in Afrika. Daarna gaan de ondernemers aan de slag: wat zou ubuntu voor hun werk kunnen betekenen?

De bijeenkomst start om 19.30 uur in Museum Oud Overschie en wordt rond de klok van 22.00 uur afgesloten met een borrel.

Meer informatie over het VOO is te vinden op de website  www.vooverschie.come2me.nl

Geplaatst in Gezocht | 1 reactie

Schrijven is goed voor je gezondheid

Louise Cornelis Geplaatst op 23 april 2009 door LHcornelis23 april 2009 3

In vier keer twintig minuten je trauma zo verwerken dat je daarna aantoonbaar gezonder bent – het klinkt te mooi om waar te zijn. Toch is het volgens James Pennebaker mogelijk – en in die twintig minuten moet je dan schrijven over dat trauma.

Aan schrijven worden wel vaker heilzame effecten toegeschreven. Zelf schrijf ik nu al jarenlang morning pages, een methode uit The Artist’s Way. Ik weet zeker dat mijn leven er zonder dat dagelijkse schrijven nu anders uit had gezien, maar bewijs voor de effectiviteit van die methode is er bij mijn weten niet.

Bij de aanpak van Pennebaker is dat anders. Hij is hoogleraar psychologie aan de University of Texas en doet al al jaren onderzoek naar het effect van schrijven. Zijn methode is: vier dagen achter elkaar twintig minuten lang vrij schrijven over je trauma of emotional upheaval en daarna kort op dat schrijven reflecteren. Dat, zo blijkt uit zijn onderzoek, is voldoende. Het meest zichtbare resultaat is de afname van doktersbezoek van de schrijvers: in vergelijking met een controlegroep gaan zij in de periode na die vier dagen minder vaak naar de dokter. Ze rapporteren ook meer welbevinden, al gaat daar tijd overheen. Direct na het schrijven zijn ze vaak verdrietig en bij een aantal stond het leven eerst op zijn kop, als gevolg van nieuwe inzichten of daadkracht.

Echt schadelijke gevolgen zijn er volgens Pennebaker niet, mits de schrijvers hun eigen grenzen bewaken en niet schrijven over iets wat ze menen niet aan te kunnen. In een enkel geval was aanvullende hulp nodig.

Writing to heal. A guided journal for recovering from trauma & emotional upheaval is een werkboek: er staan gelinieerde maar verder blanco pagina’s in, zodat je meteen aan de slag kunt. Daarnaast enige theorie over en onderbouwing van de aanpak en specialistische vervolgopdrachten. De uitwerkingen zou ik liever in een schrift of op los papier doen dan in dit boek. Dat ligt voor iedereen anders en Pennebaker zegt dan ook terecht: kies de vorm en middelen die bij je passen. Als je maar schrijft!

Geplaatst in Leestips | 3 reacties

Verschenen: laatste 3 Afrika-mini-columns

Louise Cornelis Geplaatst op 22 april 2009 door LHcornelis22 april 2009  

Net verschenen, in jaargang 1 nummer 5: de laatste drie mini-columns over mijn Afrika-reis, die steeds een jaar na dato verschenen in Oase Magazine.

Geplaatst in verschenen | Geef een reactie

E-mail kan zakenbrief vervangen

Louise Cornelis Geplaatst op 21 april 2009 door LHcornelis21 april 2009  

In Tijdschrift voor Taalbeheersing van december 2008 staat een artikel over de mate waarin e-mail zakenbrieven vervangt. Van een groot aantal mogelijke situaties is onderzocht of ontvangers voorkeur hebben voor een papieren brief boven een e-mailbericht. De conclusie is dat in de overgrote meerderheid de ontvangers de brief liever via de mail ontvangen. Als er verschil is in de waardering en het begrip van en de tevredenheid over de correspondentie, dan is die in het voordeel van de mail, behalve in nogal persoonlijke situaties, zoals condoleances.

De onderzoekers, Frank Jansen en Daniël Janssen van de Universiteit Utrecht, concluderen dat in het zakelijke verkeer e-mail de brief al bijna heeft verdrongen en nog verder kan verdringen. Alleen in geval van zeer persoonlijke berichten is een brief geschikter, of nog beter; een gesprek of telefoontje. E-mail is net zo effectief als papieren post, en dat betekent dat bedrijven zonder angst meer per mail kunnen gaan doen – en dat kan een fikse bezuiniging zijn.

Voor papieren brieven blijven in de toekomst wel niches bestaan: persoonlijke berichten (die condoleances weer, maar ook uitnodigingen van hoogwaardigheidsbekleders e.d.) en brieven met juridische consequenties. E-mail krijgt er een concurrent bij: de uitgebreidere functies van SMS gaan ermee concurreren. Wie weet gaat over een tijdje zakelijke correspondentie vooral via de telefoon.

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

De onderbuik van de prooi

Louise Cornelis Geplaatst op 16 april 2009 door LHcornelis16 april 2009 2

Vorige week De prooi gelezen, het boek over de teloorgang van ABN Amro. Ik vond het zeer de moeite waard. Ik was er als een verplicht nummer aan begonnen, omdat ik voor de financiële sector werk en er daar over gepraat wordt. Sterker nog, al twee keer heeft in een training een deelnemer tegen me gezegd dat ik het maar eens moest lezen, omdat het óók iets zegt over communicatie in organisaties, vooral over de irrationele kant ervan. Daar was ik wel benieuwd naar.

Maar toch, een paar honderd pagina’s over gehannes bij een bank, dat leek me een zware dobber. Dat viel alles mee, dankzij de kwaliteit van schrijver Jeroen Smit om er bijna een thriller van te maken. Het boek is spannend vanaf de eerste pagina. Het enige waardoor ik het toch lang vond duren, is dat Smit steeds dezelfde manier van hoofdstukken en alinea’s opbouwen gebruikt, waardoor de schrijfstijl saai wordt. Smit is onderzoeksjournalist, en zijn stijl past beter bij een artikel dan bij een heel boek.

Inhoudelijk verveelt het boek echter geen moment. Ik heb er bovendien veel van geleerd, vooral over dingen die ik zijdelings ken uit de krant en uit verhalen bij opdrachtgevers. Meest ontnuchterende vond ik de tactiek van de agressieve hedgefunds. Die zijn echt alleen maar uit op meer geld voor hun aandelen, het belang van het bedrijf interesseert ze niets. Dat wist ik wel, maar hoe rücksichtslos dat gaat, bleek me pas uit De prooi.

Hier en daar gaat het in het boek over de rol van memo’s en presentaties. Meest opmerkelijke is de slechte beurt van Rijkman Groenink. Hij spreekt op een gevoelig moment zijn medewerkers toe en dat komt over alsof hij de sheets zelf voor het eerst ziet. Dat klopt: hij had niet geoefend.

Verder geeft het boek inderdaad een inkijkje in de irrationaliteit van besluitvormingsprocessen. Op data gebaseerde analyses speelden amper een rol in de strategische beslissingen over de toekomst van ABN Amro. Er waren amper goede data, want het managementinformtiesysteem faalde. En veel belangrijker dan data waren de persoonlijke verhoudingen. Als Pietje linksaf wilde, wilde Jantje dús rechtsaf, en omgekeerd. En Pietje (lees: Rijkman Groenink) had niet het lef Jantje te ontslaan, vanwege diens verdiensten én achterban. Daarnaast was de bank verzand in tradities: de buitenwereld veranderde veel harder dan dat oude gewoontes konden bijhouden.

In de voorbereiding van de presentaties loont het dus niet om al je energie te stoppen in het ‘numbers crunching’. Natuurlijk, je analyses moeten goed zijn, maar een deel van je energie besteed je beter aan de ‘onderbuik’ van gevoelens, emoties, intuïties, machtsspelletjes, traditie, cultuur, onzekerheid… Laat die ook maar een rol spelen in je powerpointslides. Powerpoint is er ook nog eens erg goed in om die kant te bewerken.

Enne… wel oefenen, hè (-;

Geplaatst in Leestips, Presentatietips | 2 reacties

Passief imago

Louise Cornelis Geplaatst op 15 april 2009 door LHcornelis15 april 2009 2

Het lijkt soms wel mijn vorige leven: ruim 12 jaar geleden promoveerde ik op onderzoek naar het effect in teksten van het passief, de lijdende vorm. Ik ben er niet veel meer mee bezig. Af en toe zeg ik nog wel eens wat ter verdediging ervan, want in talloze adviesboeken en trainingen wordt schrijvers afgeraden de lijdende vorm te gebruiken (sic).

Functies
In mijn onderzoek heb ik laten zien dat de constructie juist heel goed te gebruiken is als het in een tekst niet mogelijk of niet gewenst is dat de lezer zich identificeert met de verantwoordelijke handelende persoon. Dat betekent dat de lijdende vorm bijvoorbeeld geschikt is als:

  • De handeling automatisch verricht wordt: ‘als u op F7 drukt, wordt het document afgedrukt’
  • De actie door een niet-levend iets veroorzaakt wordt: ‘hij werd door de bliksem getroffen’.
  • De actie door een onbekende veroorzaker in gang gezet wordt: ‘hé, er wordt gebeld’.
  • Iedereen zich een beetje aangesproken moet voelen, maar niemand in het bijzonder, de ‘wie-de-schoen-past-trekke-hem-aan-passieven: ‘racisme moet met kracht bestreden worden’
  • De handeling bedreigend is voor de lezer: ‘het geld kan niet worden teruggestort’.

Scriptie
Het is leuk om te merken dat mijn onderzoek na al die jaren een medestander gekregen heeft. Want aan mijn eigen alma mater, de VU, is een paar maanden terug Remco Verhezen afgestudeerd op de functie van de lijdende vorm. Het onderwerp sluit aan bij het laatste voorbeeld van net hierboven: het passief gebruiken voor negatieve handelingen. Het theoretische kader van zijn scriptie wordt voor het deel over het passief gevormd door mijn proefschrift, vandaar dat Remco contact met me heeft gezocht en me een exemplaar van zijn scriptie heeft toegestuurd. De scriptie heet Dat wordt nog onderzocht. De invloed van passieve formuleringen in het Nederlands op het imago van de afzender.

Remco onderzocht in hoeverre het imago van een bedrijf beïnvloed kan worden door strategische gebruik te maken van lijdende vormen in slecht-nieuwsbrieven. Hij manipuleerde daartoe fictieve maar in mijn ogen zeer realistische brieven van energiebedrijven en zorgverzekeraars over vervelende zaken als afwijzing van een verzoek of klacht en administratieve fouten in het nadeel van de klant. In de ene variant gebruikte het bedrijf actieve zinnen, in de andere passieve. ‘We verhogen de prijzen voor energie vanwege de hogere inkoopprijzen’ werd ‘De prijzen voor energie worden verhoogd vanwege de hogere inkoopprijzen’ en ‘De vordering dragen we vervolgens over aan de gerechtsdeurwaarder’ werd ‘De vordering wordt vervolgens overgedragen aan de gerechtsdeurwaarder’.

Inderdaad invloed op imago
Remco’s hypothese was dat de passieve varianten gunstig zouden uitpakken voor het imago. Immers: het bedrijf komt niet als handelende persoon en daarmee verantwoordelijke voor de ellende naar voren in de tekst. Deze hypothese werd bevestigd, zij het krapjes. Maar dit soort onderzoek naar stilistische verschillen leidt nooit tot grote effecten; een klein maar significant effect is al heel wat en meer dan ik zou hebben durven voorspellen.

En wat scheelt dat?
Gister zaten we in een training over een memo gebogen en de formuleringen onder de loep te nemen en toen vroeg een deelnemer: maar maakt dat nou echt uit, de details van zo’n formulering? Het ging ook om een passief: een memo begon met ‘Door de directie is besloten dat…’ en dan voel je als lezer afstand, net alsof de schrijver wil zeggen ‘maar daar ben ik het niet mee eens’. Dat blijft dan impliciet en daardoor wat slapjes. Ik zei: ik durf erom te wedden dat dit enig effect heeft op het imago van de schrijver.

Andere naam
Het passief heeft zijn naam niet mee, met ook nog eens lijden erin. Het imago van de constructie zelf is uiterst negatief. Een overdaad aan passieven is inderdaad een kenmerk van bepaalde slecht geschreven teksten, maar het passief is daarin symptoom, geen oorzaak of schuldige. Het is een symptoom van bijvoorbeeld geen ik durven te zeggen (‘hieronder wordt ingegaan op…’) of het vermijden van het neerleggen van de verantwoordelijkheid waar zij thuishoort (‘er moet iets worden gedaan’).

Goed gebruikt is het passief juist één van de vele subtiele instrumenten die de taal ons biedt: het passief kan een tekst effectiever maken. De constructie zou daarom eigenlijk iets als ‘identificatievermijder’ moeten heten. Maar dat krijgen Remco en ik er vast niet in…

 

(Meer weten? Ik praat nog steeds graag over het passief. Aarzel dus niet om contact op te nemen.)

Geplaatst in Opvallend, schrijftips | 2 reacties

Ze kunnen niet meer schrijven tegenwoordig….

Louise Cornelis Geplaatst op 15 april 2009 door LHcornelis15 april 2009 1

In de NRC van gisteren weer eens zo’n alarmerend berichtje dat met de regelmaat van de klok verschijnt: ‘ze’ kunnen niet meer schrijven tegenwoordig. De kop luidt ‘”Het staat er toch”, zeggen taalslordige studenten’; het staat op p. 3, helaas niet online. Radio 1 heeft er vanochtend ook aandacht aan besteed, hoorde ik.

Aanleiding dit keer is dat de resultaten van de taaltoetsen die enkele universiteiten sinds een paar jaar afnemen bij hun eerstejaars studenten, hard verslechteren. Een paar voorbeelden:

  • 59 % van de eerstejaars VU-studenten denkt dat onmiddellijk met één l geschreven wordt
  • Gehate wordt door 32 % van hen als gehaatte geschreven
  • Van ambigu weet slechts 47 % de betekenis.

Alarm! De VU gaat zelfs scholen waarvan de studenten slecht scoren aanschrijven. Want het ligt aan de scholen natuurlijk: minder uren voor Nederlands waardoor regeltjes er minder inslijpen, amper aandacht voor spelling op het VWO.

En het ligt ook aan de jongeren. Bij monde van een woordvoerder van de vereniging Levende Talen: ‘in de jongerencultuur nemen taalbeschouwing en schriftelijke taalvaardigheid een weinig centrale plaats in. Taal is vooral een communicatiemiddel dat ze aanpassen aan hun eigen behoeften.’ En dat ligt ook nog eens aan ons allemaal: ‘in de hele maatschappij heeft een algemeen geaccepteerde taalslordigheid postgevat’.

Op één punt ben ik het hier zeer mee eens: er is iets mis met ons schrijfonderwijs. De nadruk ligt al te jong op de grote of hogere vaardigheden en de kleine deelvaardigheden komen daardoor onvoldoende aan bod. Concreet: leerlingen van tien jaar moeten tegenwoordig zelfstandig al hele werkstukken schrijven, maar goed spellen leren ze niet meer. De kleine vaardigheden als spelling, interpunctie en hoofdletters plaatsen moet eerst geautomatiseerd zijn voordat een schrijver toe kan komen aan de moeilijkere dingen als structureren, plannen en zich op de lezer richten.

Daarnaast neemt het hoger onderwijs zelf onvoldoende z’n verantwoordelijkheid. Een generatie 18-jarigen geleden kon ook niet schrijven. Ze konden beter spellen misschien, maar schrijven moet je leren. Een 18-jarige kan dat misschien nog maar net een beetje. Om dat uit te bouwen, is ook in het hoger onderwijs continu aandacht ervoor nodig.

Dan de nuanceringen. Ik houd namelijk helemaal niet van dit soort ‘de-jeugd-van-tegenwoordig-berichten’. Ze zijn eenzijdig. Hier wat kanttekeningen:

  • Schriftelijke taalvaardigheid een weinig centrale plaats? Hallo! Wakker worden! Ga eens kijken hoe jongeren tegenwoordig hun tijd doorbrengen. Ze schrijven zich te pletter. Veel meer dan een generatie terug. Ze SMS’en, twitteren, forummen, chatten, MSN’en bij het leven – en een heel aantal blogt zelfs ook. Ze zijn daarin ook nog eens uitermate creatief. Dat is iets anders dan onze schrijftaalcultuur van z’n nette, verzorgde, in ABN en volzinnen uitgeschreven teksten. Maar ‘een weinig centrale plaats’ – nee.
  • De hele maatschappij taalslordig? Nou, dat kan, behalve de universiteiten dan kennelijk. Het kan best zo zijn dat de hele maatschappij het tegenwoordig prima vindt om onmiddelijk te schrijven. Als dat dan op de universiteit alleen nog fout is, kun je je afvragen wat je moet aanpassen: de regel of de schrijfvaardigheid van de studenten. Anders geformuleerd: hoe erg is het om onmiddelijk en gehaatte te schrijven? Is dat niet ongeveer net zo erg als piercings, naveltruitjes, petjes, afgezakte broeken, tattoos en altijd een MP3-speler op je kop? Met andere woorden: proberen we studenten geen ouwe-lullen-normen bij te brengen in een snel veranderende wereld?
  • Zelfs als er een probleem is, is toetsen en regeltjes stampen niet de oplossing. Het probleem is niet dat studenten de regeltjes niet kennen, het probleem is dat ze op internet veel onverzorgd taalgebruik lezen én schrijven. Ze leren daardoor niet meer de automatismen die wij wel leerden (hoofdletters plaatsen) en ze wennen aan foutieve woordbeelden. Dat is geen probleem zo lang ze zich alleen maar schriftelijk bewegen tussen gelijkgestemden. Wat ze moeten leren, is dat niet iedereen even makkelijk hun taaltje leest. Ze moeten bijvoorbeeld leren dat regels voor spelling en interpunctie er niet zijn om hun bij Nederlands het leven zuur te maken, maar dat die er zijn omdat je zo je tekst toegankelijk maakt voor buitenstaanders. Zo’n toets maakt het leven alleen maar nog zuurder. Onmiddellijk fout? Boeiuh! En daar hebben ze nog gelijk in ook. Regelneuken is gewoon hartstikke vervelend.
    Maar laat leerlingen/studenten maar eens ervaren hoe veel moeite het scheelt als een tekst voorzien is van hoofdletters, punten, komma’s, witregels enzovoort. Dáárom zijn die regeltjes er. En dat staat of valt dus niet met die ene extra l, maar met een houding: de houding van serviceverlening aan je lezer. Aan een veel afstandelijker lezersgroep dan die waarmee je forumt of chat. Dus dat ‘aanpassen aan de eigen behoeften’ van de taal, hartstikke okee, alleen moeten ze leren dat hun lezers wel eens andere behoeften kunnen hebben.
  • Een generatie geleden schreven we ook niet zo geweldig, hoor. Ik heb amper fatsoenlijk schrijfonderwjis gehad. We konden misschien beter spellen, maar dat is maar één aspect ervan. En ik ben benieuwd hoe veel van mijn studiegenoten op hun 18e ambigu kenden.
  • Kennis van de betekenis van losse woorden is nogal willekeurig. Studenten moeten vooral leren dat ze moeilijke woorden opzoeken.
  • En tenslotte: taaltoetsen werken discriminerend: zo’n toets is moeilijker als Nederlands je moedertaal niet is.

Valt het dan allemaal wel mee? Nee, dat niet: er is, zoals ik hierboven betoogde, echt wat mis met het schrijfonderwijs. Maar zo’n toets is niet de oplossing, en ach-en-wee-roepen ook niet.

Geplaatst in Opvallend | 1 reactie

Albanezen en hun vrouwen

Louise Cornelis Geplaatst op 6 april 2009 door LHcornelis6 april 2009  

Eindelijk vond ik donderdag in Metro een stukje tekst met daarin een verschijnsel dat ik vaak hoor, op de radio bijvoorbeeld. Dat is lastig citeren, en zo kon ik dit verschijnsel nog niet eerder op dit weblog aansnijden. De Metro is meeneembaar, dus hier komt het verschijnsel. Lees het fragment eerst eens, en kijk dan of je wat opvalt. Het komt uit een column, van Luuk Koelman, over de grote economische groei van Albanië.

In 1997 deden bijna alle inwoners van Albanië mee aan een reusachtig piramidespel. Aanvankelijk leek er geen vuiltje aan de lucht. Albanezen die al vroeg hun spaargeld in de piramide hadden gestopt, maakten enorme rendementen. <knip> Alles ging goed, totdat op een dag het spaargeld van álle Albanezen in de piramide zat. Toen stokte de toevoer van geld. <knip> Het westen keek meewarig toe. Wie trapt er nu in een piramidespel? Die rare Albanezen ook met hun vierkante Slavische koppen, trainingspakken uit 1962 en echtgenotes met snor.

En? Iets opgevallen?

Het gaat mij om die laatste paar woorden en hun effect op de voorafgaande tekst. Uit het feit dat het gaat om Albanezen die ‘echtgenotes met snor’ hebben, kun je niet anders dan afleiden dat die ‘rare Albanezen’ alleen de mánnen zijn. De tekst ervoor, die het had over ‘alle inwoners van Albanië’, ‘Albanezen’ en ‘álle Albanezen’ ging toch slechts over de helft van de bevolking van dat land.

Impliciet sexisme, heet dit. Er stáát nergens dat vrouwen niet meedoen, maar het wordt wel geïmpliceerd. In dit geval pakt dat eigenlijk niet slecht uit voor de vrouwen, want die waren kennelijk niet zo dom om al hun spaargeld in een piramidespel te stoppen. Maar toch…

Als het gaat om ‘Albanezen’, zijn dat mannen én vrouwen. ‘Nederlanders’ idem dito. En, ooit gehoord als voorbeeld hiervan, niet de ‘Batavieren en hun vrouwen’ zakten de Rijn af, nee, de Batavieren.

Sexe-neutraal taalgebruik is nastrevenswaardig maar niet altijd reëel of elegant. Ik houd ook niet van de hele tijd hij/zij of m/v in de tekst. Maar een paar simpele trucs zijn er wel, zoals meervoud gebruiken om hij/zij te voorkomen. Ernaar streven vind ik belangrijk, zonder dat het een molensteen om de nek wordt bij het schrijven. In trainingen behandel ik het niet expres, maar ik geef er wel feedback op als ik iets signaleer in een tekst.

Dus deze columnist had ik graag op de vingers getikt. Alleen al echtgenotes vervangen door vrouwen had gescheeld, en met vervangen door een dubbele punt had het dan verder opgelost. Helemaal mooi wordt het met mannen erin: ‘Die rare Albanezen ook: vierkante Slavische koppen, mannen in trainingspakken uit 1962 en vrouwen met snor’. Dan is het nog steeds niet een heel fraai beeld van Albanese vrouwen, maar dat is wat anders…

Geplaatst in Opvallend, schrijftips | Geef een reactie

Verschenen: Fietsvrouwcolumn # 45

Louise Cornelis Geplaatst op 6 april 2009 door LHcornelis6 april 2009  

Verschenen in Fiets van april: mijn 45e Fietsvrouwcolumn, getiteld ‘Chillen’.

Geplaatst in verschenen | Geef een reactie

Tien stijlvalkuilen

Louise Cornelis Geplaatst op 1 april 2009 door LHcornelis1 april 2009  

1. Te lange zinnen:
a. Te complex (aanloopjes, tussenzinnen, tangconstructies, haakjes, veel bijzinnen)
b. Plakstijl: zinnen verbinden met een komma
Oplossing: zet vaker een punt

2. Abstract taalgebruik: ‘bekijk of de aspecten relevant zijn voor de ophanging van de processen’, gaat vaak samen met fletse werkwoorden (gebeuren, plaatsvinden)
Oplossing: schrijf concreet, beeldend

3. Onpersoonlijk taalgebruik, inclusief de lijdende vorm (‘er kan geconcludeerd worden dat…’)
Oplossing: gebruik rustig u, we, ik en wijs verantwoordelijken aan. Pas echter op met beschuldigend taalgebruik (‘u stelt dat…’)

4. Te korte zinnen, doorgeschoten Jip-en-Janneke-stijl.
Oplossing: breng meer verband aan door middel van signaalwoorden.
  
5. Vage en nietszeggende woorden: een zevental in plaats van zeven.
 Oplossing: houd het kort en krachtig
  
6. Vage verwijzingen: welke deze?
Oplossing: niet verwijzen, maar uitschrijven
  
7. Foutieve opsommingen, onterechte en te veel bullets
Oplossing: de elementen van een opsomming zijn van één orde. Welke orde, dat wordt aangekondigd (zoals hier: ‘valkuilen’)

8. In brieven: jaren-vijftig-schrijftaal:
a. Woorden met een prima modern equivalent: derhalve, heden, te allen tijde
b. Clichés, vooral in opening en slot: ‘Naar aanleiding van uw schrijven delen wij u mede dat’, ‘Hopende u hiermede voldoende te hebben geïnformeerd’
Oplossing: vervang door modernere variant (a) en laat weg of bedenk iets persoonlijkers (b)

9. In e-mail en powerpoint: te beknopt
Oplossing: schrijf altijd minstens mini-boodschappen (onderwerp + uitspraak erover)
  
10. In e-mail: te spreektalig (en daardoor bv. bot, onduidelijk, emotioneel, etc.)
Oplossing: tel tot tien en lees je mail dan nog eens voordat je op send drukt

(Deze valkuilen zijn gebaseerd op mijn subjectieve waarneming bij mijn opdrachtgevers in de zakelijke dienstverlening en aanverwanten, en ze gaan alléén over stijl – en dat is niet het belangrijkste probleem van zakelijke teksten.)

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Recente berichten

  • Het passief is niet neutraal
  • Met genderneutraal verwijzen gaat een subtiel ander onderscheid verloren
  • Ik mag sturen
  • De richting van de vragen hoort bij lezergerichtheid
  • Doe toch echt maar het gewonere woord

Categorieën

  • Geen rubriek (10)
  • Gesprek & debat (30)
  • Gezocht (9)
  • Leestips (313)
  • Opvallend (541)
  • Piramideprincipe-onderzoek (98)
  • Presentatietips (153)
  • schrijftips (886)
  • Uncategorized (45)
  • Veranderen (38)
  • verschenen (202)
  • Zomercolumns fietsvrouw (6)

Archieven

  • mei 2025
  • april 2025
  • maart 2025
  • februari 2025
  • januari 2025
  • december 2024
  • november 2024
  • oktober 2024
  • september 2024
  • augustus 2024
  • juli 2024
  • juni 2024
  • mei 2024
  • april 2024
  • maart 2024
  • februari 2024
  • januari 2024
  • december 2023
  • november 2023
  • oktober 2023
  • september 2023
  • augustus 2023
  • juli 2023
  • juni 2023
  • mei 2023
  • april 2023
  • maart 2023
  • februari 2023
  • januari 2023
  • december 2022
  • november 2022
  • oktober 2022
  • september 2022
  • augustus 2022
  • juli 2022
  • juni 2022
  • mei 2022
  • april 2022
  • maart 2022
  • februari 2022
  • januari 2022
  • december 2021
  • november 2021
  • oktober 2021
  • september 2021
  • augustus 2021
  • juli 2021
  • juni 2021
  • mei 2021
  • april 2021
  • maart 2021
  • februari 2021
  • januari 2021
  • december 2020
  • november 2020
  • oktober 2020
  • september 2020
  • augustus 2020
  • juli 2020
  • juni 2020
  • mei 2020
  • april 2020
  • maart 2020
  • februari 2020
  • januari 2020
  • december 2019
  • november 2019
  • oktober 2019
  • september 2019
  • augustus 2019
  • juli 2019
  • juni 2019
  • mei 2019
  • april 2019
  • maart 2019
  • februari 2019
  • januari 2019
  • december 2018
  • november 2018
  • oktober 2018
  • september 2018
  • augustus 2018
  • juli 2018
  • juni 2018
  • mei 2018
  • april 2018
  • maart 2018
  • januari 2018
  • december 2017
  • november 2017
  • oktober 2017
  • september 2017
  • augustus 2017
  • juli 2017
  • juni 2017
  • mei 2017
  • april 2017
  • maart 2017
  • februari 2017
  • januari 2017
  • december 2016
  • november 2016
  • oktober 2016
  • september 2016
  • augustus 2016
  • juli 2016
  • juni 2016
  • mei 2016
  • april 2016
  • maart 2016
  • februari 2016
  • januari 2016
  • december 2015
  • november 2015
  • oktober 2015
  • september 2015
  • augustus 2015
  • juli 2015
  • juni 2015
  • mei 2015
  • april 2015
  • maart 2015
  • februari 2015
  • januari 2015
  • december 2014
  • november 2014
  • oktober 2014
  • september 2014
  • augustus 2014
  • juli 2014
  • juni 2014
  • mei 2014
  • april 2014
  • maart 2014
  • februari 2014
  • januari 2014
  • december 2013
  • november 2013
  • oktober 2013
  • september 2013
  • augustus 2013
  • juli 2013
  • juni 2013
  • mei 2013
  • april 2013
  • maart 2013
  • februari 2013
  • januari 2013
  • december 2012
  • november 2012
  • oktober 2012
  • september 2012
  • augustus 2012
  • juli 2012
  • juni 2012
  • mei 2012
  • april 2012
  • maart 2012
  • februari 2012
  • januari 2012
  • december 2011
  • november 2011
  • oktober 2011
  • september 2011
  • augustus 2011
  • juli 2011
  • juni 2011
  • mei 2011
  • april 2011
  • maart 2011
  • februari 2011
  • januari 2011
  • december 2010
  • november 2010
  • oktober 2010
  • september 2010
  • augustus 2010
  • juli 2010
  • juni 2010
  • mei 2010
  • april 2010
  • maart 2010
  • februari 2010
  • januari 2010
  • december 2009
  • november 2009
  • oktober 2009
  • september 2009
  • augustus 2009
  • juli 2009
  • juni 2009
  • mei 2009
  • april 2009
  • maart 2009
  • februari 2009
  • januari 2009
  • december 2008
  • november 2008
  • oktober 2008
  • september 2008
  • augustus 2008
  • juli 2008

©2025 - Louise Cornelis
↑