Leuke website voor taalliefhebbers: http://belegenwoorden.nl/, van het Nederlandsch Genootschap ter bevordering van het Belegen Woord. Doel: alom vergeten en verstofte woorden aan de vergetelheid te ontrukken. Ik heb er vorige week één voorgedragen, opdat, en die is nu inderdaad opgenomen, met als status ‘jong belegen’. Ik kreeg een in prachtige archaïsche termen gestelde bedank-e-mail.
Maarre… ik houd toch helemaal niet van stoffige, oude taal? Nee, vooral niet van de stijve jaren-vijftig-schrijftaalclichés als ‘Naar aanleiding van uw schrijven deel ik u mede dat’ en ‘hopende u hiermede van dienst te zijn geweest’. Van derhalve maak ik dus, van tevens ook en van welke die. Omdat dat uitstekende equivalenten zijn, en omdat de oude woorden daar clichématig zijn. Goed gebruikte archaïsche woorden zijn juist origineel, denk maar aan het werk van Gerard Reve en de Bommel-boeken.
Bovendien kunnen ze een beeld van een schrijver oproepen. Die schrijftaalclichés roepen vooral een stijf, houterig beeld op; mooie archaïsmen hebben iets erudiets en sjieks. Mits correct gebruikt natuurlijk – ik zie ook bij die jaren-vijftig-woorden wel fouten gemaakt: te allen tijde gespeld met de n precies waar hij niet moet staan (ten alle tijden) of welke als betrekkelijk voornaamwoord verwijzend naar een het-woord (‘het paard welke in de wei stond’). Dat is alleen maar onbeholpen – want dat is zo’n mooi en simpel alternatief.
Het mooie aan een woord als opdat is dat er geen alternatief voor is. Als dat uitsterft, verliezen we een klein stukje uitdrukkingsmogelijkheid. Geen ramp, wel jammer.