↓
 

Louise Cornelis

Tekst & Communicatie

  • Home |
  • Lezergericht schrijven |
  • Over Louise Cornelis |
  • Contact |
  • Weblog Tekst & Communicatie

Categorie archieven: schrijftips

Bericht navigatie

← Oudere berichten
Nieuwere berichten →

All the way

Louise Cornelis Geplaatst op 17 december 2012 door LHcornelis17 december 2012  

Recentelijk zag ik bij twee opdrachtgevers die bezig zijn met het gaan schrijven volgens het piramideprincipe hetzelfde verschijnsel: je moet het écht doen, helemaal, en niet halverwege blijven steken. Ik bedoel: schrijf ofwel piramidaal, ofwel methodologisch, maar niet iets vaags ertussenin. Een compromis lijkt misschien makkelijk, maar is het niet.

Bijvoorbeeld: je schrijft een tekst methodologisch, aan het eind eind haal je de conclusies en aanbevelingen naar voren en je bouwt daar een piramidale inleiding omheen. Zo staat je hoofdboodschap (of iets wat daarop lijkt) voorop. Mooi toch?

Nou… je hebt dan twee problemen:

  • De structuur van de inleiding sluit niet aan bij die van de rest van het document. Je kunt aan het eind van de inleiding alleen maar aankondigen ‘hierna zullen we laten zien hoe we het onderzoek gedaan hebben.’ En laat dat nou net zijn waar lezers veel minder interesse in hebben dan jij denkt! Bovendien leiden de stappen van het onderzoek helemaal niet altijd zo logisch naar die ‘conclusie en aanbevelingen’: de inhoudelijke logica van het rapport is dan net zo wankel en weinig inzichtelijk als in een traditioneel rapport.
  • Je kunt geen boodschaptitels verzinnen voor de hoofdstukken. Een hoofdstuk als ‘meetmethode’ – ‘we gebruikten meetmethoden X en Y’ voegt niet zo veel toe. Sterker nog, zulke koppen kunnen weerstand opwekken. Een hoofdstuk als ‘resultaten’ krijgt immers vaak een kop als ‘Er gaat een heleboel mis’ of iets anders negatiefs. Dat willen lezers al niet zwart-op-wit, laat staan in dikke letters. ‘Het lijkt de Telegraaf wel’ hoor ik dan wel eens terug – maar dat hoor ik nooit als het rapport echt goed geschreven is.

Dus: doe het piramideprincipe ‘all the way’. Je kunt dan veel makkelijker boodschaptitels bedenken, want die zijn actiegericht (maatregelen) of argumentatief. Constructief dus, in plaats van nietszeggend of negatief. Bovendien wordt de structuur er hechter van, en dat is zowel fijn qua lezen (eenduidige opbouw) als qua logica (transparanter en hechter).

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Je denkt het wel, maar het staat er niet

Louise Cornelis Geplaatst op 13 december 2012 door LHcornelis13 december 2012

Voor in de trein terug uit Groningen had ik van de week een GDL gekocht. Ik trof daarin kort na elkaar (op p. 99 en 113) zinnen aan waarbij ik dacht: ik snap wat de schrijver bedoelt, hij/zij heeft ongetwijfeld ook goed in het hoofd gehad, maar het stáát er niet:

Onthoud: zaken gaan pas prettig als we er minstens evenveel aandacht, tijd, liefde en geld aan besteden als we doen aan de zaken die wel lekker lopen in ons leven.

Een plant in het stikdonker overleeft dus niet, maar heeft evengoed behoefte aan duisternis.

In de eerste zin moet je kennelijk een contrast bedenken tussen ‘zaken die wel lekker lopen in ons leven’ en ‘zaken die niet lekker lopen in ons leven’, waaraan we dan minstens evenveel aandacht enzovoort moeten besteden. Maar dat ‘die niet lekker lopen’ stáát er niet. Er staat alleen maar zaken, in het algemeen dus, en dan klopt de zin dus niet.

In de tweede zin staat eigenlijk dat een plant in het stikdonker evengoed behoefte heeft aan duisternis. En dat kan niet kloppen. Ik denk dat de zin alleen maar kloppend kan worden door hem te verlengen: ‘een gewone plant kan in het stikdonker niet overleven, maar heeft wel behoefte aan duisternis’ ofzoiets.

Dit type schrijfproblemen is erg moeilijk op te sporen door de schrijver zelf: de logica zit in diens hoofd, dus om het te zien, moet je je eigen denken dan uitzetten. De fouten zijn ook niet heel ernstig, want lezers kunnen de correctie of aanvulling wel maken. In deze gevallen wel, maar niet altijd. Daarom: belangrijke teksten altijd zorgvuldig laten proeflezen!

Geplaatst in schrijftips

Lezersvragen met ‘ik’ erin (rare brief #3)

Louise Cornelis Geplaatst op 7 december 2012 door LHcornelis7 december 2012

De derde en laatste van de rare brieven die ik in november ontving.

Een belangrijk basisprincipe van goed zakelijk schrijven is dat de tekst lezersvragen beantwoordt: de centrale vraag en per structuur-eenheid (hoofdstuk, paragraaf, alinea) een deelvraag. Wat is een lezersvraag? Daarvoor moet je als schrijver goed inleven in die lezer. Ik was de beoogde lezer van de brief hieronder, maar die beantwoordde beslist niet mijn vragen:

Het gaat om een ‘woekerpolis‘, dat wordt duidelijk uit de brief, en inderdaad heb ik zoiets lopen bij het bedrijf onder de zwarte balkjes. Dat woord wordt natuurlijk niet genoemd, want dat zou een soort toegeven zijn: het bedrijf gaat niet van zichzelf zeggen dat het heeft gewoekerd natuurlijk. Dat begrijp ik.

De tegemoetkoming speelt al jaren, en als ik daar als lezer een vraag over heb, was het eerst natuurlijk: ‘gaat dit bedrijf er iets aan doen?’ – dat is ‘ja’, en dat wist ik al. Dan heb ik eigenlijk nog maar één vraag, en dat is: ‘wat betekent het voor mij?’, of iets concreter en plastischer: ‘hoeveel krijg ik terug?’ En nou juist die vraag wordt in de brief niet beantwoord. De strekking aan het eind is zoiets als: ‘u moet nog even wachten voordat u weet wat u terugkrijgt’. Dat is, wat mij betreft, een overbodige mededeling.

Ook in de deelvragen gaat het mis. Oppervlakkig gezien doet de brief dat heel goed: ‘In deze brief leest u waarom wij dit doen en op welke manier‘. Keurige structuuraankondiging aan het begin van de alinea. Maar dat zijn niet mijn vragen. Het waarom wist ik al, en op welke manier, dat interesseert me niet, of althans veel minder dan de vraag hoeveel ik krijg.

Wat me opvalt, is dat in de vragen in de brief geen u staat, maar alleen wij,  wij van het bedrijf.  Dat is al een veeg teken dat ze wel iets kwijt willen maar dat ze niet goed weten wat ze mij willen vertellen, of wat mijn belang erbij is. Wat mij betreft had deze hele brief dus vervangen kunnen worden door een voetnoot bij dat kosten- en waardeoverzicht dat ik volgens de laatste alinea in de eerste helft van 2013 ga ontvangen.

Het fout hanteren van een juist principe, dat is precies wat ik veel zie bij adviseurs die worstelen met lezergericht schrijven. Ze formuleren een hoofdboodschap, en als ik dan vraag welke vraag de lezer daarover zou kunnen stellen, antwoorden ze met ‘hoe ben je daaraan gekomen?’ Dat leidt dan tot een rapport waarin de schrijver verslag doet van de stappen die in het onderzoek gezet zijn.

Maar lezers willen meestal helemaal niet, en zeker niet in eerste instantie, weten wat jij als schrijver hebt gedaan, ze willen weten wat jouw advies betekent, voor hen. Ze vragen dus ‘hoe moet ik dat doen?’ of ‘waarom moet ik dat doen?’ In elk geval een vraag met ik erin. Want, ik zeg het wel vaker, lezers zijn uit op hun eigen belang – ik ook, als ik lees, en jij, als je eerlijk bent, ook. ‘What’s in it for me?’ is altijd leidend.

Dus, moraal van dit verhaal: in de lezersvragen die je als schrijver beantwoordt, zit altijd ik. Zo richt je je tekst op de belangen van de lezer.

Geplaatst in schrijftips

Ik papier, jij papiert, wij papieren

Louise Cornelis Geplaatst op 5 december 2012 door LHcornelis5 december 2012

Nog een gekke brief van afgelopen maand: van de gemeente Rotterdam dit keer. Het gaat over een wijziging in de GBA van ons adres.

Gek eraan is al dat hij alleen aan mijn man gericht is, en erin staat dat hij zelf de niet-overheidsinstanties van de wijziging op de hoogte moet stellen. Val ik daar ook onder? Maar goed, zoiets komt door automatisering, en ik heb begrepen dat dit soort instanties hun correspondentie standaard aan de oudste op het adres sturen. Dat dat in de meeste gevallen de man is, daar zal ik maar feministische het zwijgen over doen (zucht).

Maar nog gekker vind ik wat er voorgedrukt op het brief papier staat, in het hoofd, naast het log: ‘Leven, reizen en papieren’.

Dat geeft even kortsluiting in mijn hoofd. Ik lees leven en reizen namelijk als werkwoorden, en dat gaat mis bij papieren. Is het dan ‘het leven, de reizen en de papieren’? Maar dat lijkt me wat pretentieus, dat de gemeente over het leven gaat.

Tot slot: het is ook niet echt een fraaie opsomming, in de zin van dat het geen zuivere lijstrelatie is tussen de drie elementen, bijvoorbeeld omdat het gaat om papieren die je nodig hebt om te reizen: ‘om te’, niet alleen maar ‘en’.

Google leert me dat meer gemeentes van deze trits gebruikt maken. Ik vind het maar raar. Wat is er mis met het oude, vertrouwde burgerzaken?

Geplaatst in schrijftips

Geef je lezer een goed gevoel

Louise Cornelis Geplaatst op 30 november 2012 door LHcornelis30 november 2012

Vandaag kreeg ik een brief van mijn verzekerings-tussenpersoon, over mijn arbeidsongeschiktheidsverzekering. In september was ik gebeld om die verzekering weer eens door te nemen, en dat gesprek had ik afgewimpeld. Er is niets veranderd voor mij, dat houd ik wel in de gaten. Ik word bovendien altijd wat wantrouwig van dat soort telefoontjes, want het is in hun belang om mij iets te verkopen. Nee, dank u.

Vandaar kreeg ik deze brief (klik erop om ‘m goed te kunnen lezen):

Noumoe. Allereerst is de timing een beetje vreemd – dat telefoongesprek is 2,5 maand geleden! In de tweede plaats krijg ik niet helder wat de boodschap precies is, onder andere door de vage verwijzing deze in ‘Met deze brief bevestigen wij u deze keuze.’ Welke keuze? En wat is nou precies de bedoeling?

Bij gebrek aan duidelijkheid daaraan ontstaat het derde probleem: ik vind de toon van deze brief onprettig. Als boodschap interpreteer ik dat zij me willen laten weten dat ik Ontzettend Dom Bezig ben door dat aardige en mij zo welgezinde aanbod voor een gesprek af te wijzen, en zo enorme risico’s te lopen die met dat gesprek te omzeilen waren geweest.

Dat kan toch niet de bedoeling zijn. Als je, volgens mij, één ding níet moet willen in de zakelijke dienstverlening, is dat je klant zich dom voelt, of anderszins slecht. En dat kan tekst dus doen.

Dat heet, in vakjargon, een probleem op het gebied van het relationele aspect van de boodschap. Bij schriftelijke communicatie denk je vaak alleen maar aan het inhoudelijke aspect, maar elke communicatie heeft óók dat relationele (beeld van de relatie tussen schrijver en lezer), plus een expressief (beeld dat de schrijver van zichzelf geeft) en appellerend (wat de lezer moet gaan doen) aspect.

Zo’n brief als dit kan beter, in de eerste plaats door hem beter te timen (meteen na het telefoongesprek, of met uitleg over het tijdstip). In de tweede plaats, als je als tussenpersoon echt je rol als adviseur serieus wil nemen, moet het persoonlijker en helpender. Dat zou bijvoorbeeld kunnen door een aantal vragen te stellen die beginnen met ‘is er iets veranderd in uw….?’, en dan ‘Als u op één of meer van bovenstaande vragen ‘ja’ antwoordt, kan het zijn dat uw AOV niet meer passend is. Wilt u dat precies nagaan, neem dan contact op met…’ ofzoiets.

Verder zou deze brief in veel beter aarde kunnen landen als hij in het telefoongesprek was aangekondigd. Dat geldt zeker als het doel van het schrijven niets anders is dan het voldoen aan een wettelijke verplichting. Dat is immers ook reëel: eigenlijk is de brief dan niet echt voor mij als lezer. Zoiets kun je dan vertellen in het gesprek, zo van: u krijgt binnenkort een brief ter bevestiging, daar hoeft u verder niets mee, maar dat moet nou eenmaal. Ik zou het dan ook zo formuleren in de brief. En dan nog kan-ie vriendelijker. Een zin als ‘Eventuele gevolgen hiervan zijn uiteraard voor uw rekening’ hoeft echt niet, lijkt me.

Dit is de eerste blogpost in minstens een drieluik over zakelijke brieven die ik de afgelopen maand kreeg. Ik bedoel: er liggen hier nog twee waar ik me over heb verbaasd. Enerzijds is dat treurig: drie slechte brieven in één maand. Anderzijds is het fijn om over te kunnen schrijven – ze illustreren allemaal vaker voorkomende problemen in het zakelijke schrijven.

En tot slot: het betekent dat er voor mij en mijn vakgenoten nog steeds veel werk aan de winkel is. Op naar een betere tekstkwaliteit! Want als je dat met die relationele boodschap goed doet, kan een brief juist ook een prettig gevoel geven: deze adviseur helpt mij echt. En dat wil je wél. Ja toch?

Geplaatst in schrijftips

Taalnormen: angstaanjagend of ondersteunend?

Louise Cornelis Geplaatst op 23 november 2012 door LHcornelis23 november 2012  

Via @tekstblad werd ik geattendeerd op een discussie in De Standaard over het nut van taaladviseurs en hun regels. Sowieso leuk om te lezen. Marc van Oostendorp vindt dat taalregels mensen maar bang maken, maar Ruud Hendrickx vindt dat overdreven en vindt advies over taalnormen behulpzaam. Je kunt ze toch naast je neerleggen?

Voor allebei de standpunten is wel wat te zeggen: normen geven houvast, maar kunnen ook belemmeren. Dat laatste noem ik wel schrijfangst door de moetens en magniets die iemand in de loop van een (school-)loopbaan oppikt, zo van: iemand die ‘groter als’ zegt, is superdom,  en wee je gebeente als je ‘ik’ schrijft in een zakelijke tekst, of een lijdende vorm. Om er maar een paar te noemen. Als je hoofd daarmee vol zit, krijg je geen letter meer op papier.

Toch is ook het andere standpunt waar: ik ben ook blij dat ik ergens op kan zoeken ‘hoe het hoort’. In die zin helpen normen me.

Zou het verschil in standpunt eraan kunnen liggen wie de ‘mensen’ zijn waar Van Oostendorp en Hendrickx over schrijven? Dat is een nogal algemene en vage groep. Ik denk dat het mogelijk is om te onderscheiden voor wie schrijfadvies helpt, en bij wie het belemmert. Niet voor niets had ik het net hiervoor eerst over ‘je’ en daarna over ‘ik’. Mij, als taalprofessional, helpen taalnormen, maar ik zie veel deelnemers aan mijn trainingen worstelen met de moetens en magniets.

Ik denk dat je eerst stevig in je schrijfschoenen moet staan voordat je je eigen keuzes kunt maken.

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Drie losse dingen over zakelijk schrijven

Louise Cornelis Geplaatst op 22 november 2012 door LHcornelis22 november 2012  

Ik was net een samenvatting aan het schrijven van een training die ik onlangs gaf. Er waren tijdens die middag drie dingen een paar keer aan de orde geweest die ik hier ook vermeldenswaard vind. Het zijn een beetje losse flodders, zonder rode draad, maar wel alle drie relevant:

1. Tactische overwegingen kunnen ertoe leiden de hoofdboodschap niet aan het begin te zetten, maar aan het einde, of op een andere manier in het verhaal verpakt. Maar wees niet te bang om duidelijk te zijn!

2. Schrijven is eigenlijk maar een zwak middel, bijvoorbeeld om tot gedragsverandering te komen. Persoonlijk contact werkt dan beter. Ga maar na: als papier écht iets kon bereiken, zou de overheid een prachtige brief maken om ons allemaal aan te zetten tot, zeg, beter eten, meer bewegen en braaf gedrag in het verkeer, en dan zouden we dat daarna dan allemaal doen. Ja, dûh! Zo zie je maar: tekst kan dat helemaal niet voor elkaar krijgen. Dus als jouw doel is om een groep mensen iets te gaan laten doen waar ze geen zin in hebben. stop dan niet te veel energie in de tekst, maar ga praten.

3. De principes voor goed schrijven zijn genre-afhankelijk. Ik heb het hier meestal over adviserend schrijven. Niet alles is één op één van toepassing op andere genres in de zakelijke communicatie, bijvoorbeeld een artikel voor een breed publiek. Drie dingen gelden wel algemeen:

  • dat je helder voor ogen moet hebben wat je wil zeggen (kern, boodschap)
  • dat het je kan helpen om de kunst af te kijken van goede voorbeelden (bewust lezen dus)
  • dat het helpt om de concept-tekst aan een ander voor te leggen (laten proeflezen).
Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

De hamsterschrijver

Louise Cornelis Geplaatst op 19 november 2012 door LHcornelis19 november 2012  

Ik las vorige week al over de vergelijking tussen een schrijver en een hamster op het ProTaal-blog, en toen dacht ik: hmm, weer hamstergedrag als negatief voorbeeld, jammer. Ze worden ook nog wel eens aangehaald om hun tredmolen-gedrag, zo van: wees geen doordravende hamster. Maar zowel radje-lopen als hamsteren is natuurlijk hamstergedrag, en daar is niets mee.

Sterker nog: ik ben namelijk dol op hamsters, ook op hun excentrieke neiginkjes, zoals voedsel verzamelen en radje-lopen. Ik heb ze al jaren als huisdier. Dit is onze huidige schoonheid, Bertje:

Vrijdag gaf ik een training, en één van de deelnemers vertelde over zijn neiging om eerst heel veel informatie te willen verzamelen en daar dan als het ware in te verzuipen bij het schrijven. ‘Aha,’ kwam er spontaan uit mijn mond, ‘Je bent dus net een hamster.’

Hmm, de blogpost was kennelijk bij me blijven hangen. Hij sloeg dan ook toch wel heel erg de spijker op z’n kop – hamsteren van informatie is iets waar veel schrijvers mee worstelen. Wat goed is voor een hamster, is dat niet per se voor een schrijver.

En wat eraan te doen? Aan wat er al in die blogpost staat, zou ik willen toevoegen: lezergerichtheid. Houd bij het verzamelen en ordenen de hele tijd de lezer voor ogen, en vraag je af wat die moet weten. Hamster dus niet om het hamsteren, maar hamster opdat de lezer er wat aan heeft.

Geplaatst in schrijftips | Geef een reactie

Uitje Zaadje ter Petroleum?

Louise Cornelis Geplaatst op 13 november 2012 door LHcornelis13 november 2012  

Eén van de leuke dingen aan verre reizen is het kennismaken met het plaatselijke eten. Dat was in Nepal, waar ik in oktober was, weer erg genieten. Vandaar dat we thuis op zoek gingen naar enkele ingrediënten en smaakmakers die ons goed bevallen waren, zoals Nepalese pickles (iets heel anders dan de Engelse) – het is een soort hete chutney. We vonden die van het merk Ahmed Foods, erg lekker, maar wat zit er nou precies in, in die pickles?

Gelukkig stond er informatie in het Nederlands op het potje. Nouja, Nederlands…. Ik citeer:

Plantaardig Ter Petroleum
Voortbrengsel van Pakistan
INGREDIENT:
Tuingroente (…), Soya Petroleum, (…) Uitje Zaadje.

Zelden zo’n klunzerige vertaling gezien, zeg! Gelukkig stond het er in het Engels iets beter, en was het zo al gauw duidelijk dat met ‘petroleum’ ‘olie’ bedoeld was (pfoe, dat scheelt!) en met ‘Uitje Zaadje’ ‘onion seed’. Maar voor ‘Plantaardig’ hielp ‘Mixed pickles’ ook niet echt, het Duits wel: ‘Eingelegte Gemuese in Oel’.

Nouja, liever Oel dan petroleum op m’n bord!

Geplaatst in Opvallend, schrijftips | Geef een reactie

Schokkende column

Louise Cornelis Geplaatst op 9 november 2012 door LHcornelis9 november 2012  

Als columnist en liefhebber van het genre volg ik de gebeurtenissen rond de column van gister in Metro natuurlijk met grote interesse. Dat columns tot doodsbedreigingen leiden, vind ik schokkend. De columnist is daar echter niet schuldig aan natuurlijk.

Ik heb de column van Luuk Koelman pas gelezen toen ik al op de hoogte was van de commotie, dus ik heb moeite hem los daarvan te beoordelen. Mij valt op dat niet alle lezers in de gaten gehad hebben dat dit niet echt een brief van Mariska de Haas was. Dat perspectief was kennelijk te impliciet. Dat is een inschattingsfout geweest van de schrijver. Een column vormgeven als ingezonden brief is ongebruikelijk. Dat is sowieso riskant in zo’n gevoelige situatie, en dat lijkt me Koelmans grootste inschattingsfout.

En ja, de column is hard. Maar ik vind hem vooral bikkelhard voor De Haas, niet zozeer voor de familie van Tim. Dan moet je hem wel naar de strekking lezen, en niet naar de letterlijke inhoud (in de zin van: Koelman beweert eigenlijk het omgekeerde van wat hier letterlijk staat). Dat is in zo’n beladen situatie duidelijk te veel gevraagd van lezers. Ben je daar als schrijver verantwoordelijk voor? Had Koelman of Metro dat moeten zien aankomen? Dat vind ik veel lastiger in te schatten.

In hoeverre ben je als schrijver überhaupt verantwoordelijk voor het slechte lezen van je lezers? In zakelijk schrijven ben ik daar streng in, zo van: ‘de lezer heeft altijd gelijk’ (als een lezer niet goed leest, heb jij als schrijver iets niet goed gedaan). Bij dit genre vind ik dat een stuk genuanceerder liggen.

Geplaatst in Opvallend, schrijftips | Geef een reactie

Bericht navigatie

← Oudere berichten
Nieuwere berichten →

Recente berichten

  • ‘Vermijd contact’ – waarschuwing of gebruiksaanwijzing?
  • Hoe schrijf je een goede songtitel?
  • Uit de Microsoft-cloud
  • Druk met schrijven met AI
  • Welweg?

Categorieën

  • Geen rubriek (10)
  • Gesprek & debat (30)
  • Gezocht (9)
  • Leestips (316)
  • Opvallend (544)
  • Piramideprincipe-onderzoek (98)
  • Presentatietips (153)
  • schrijftips (888)
  • Uncategorized (45)
  • Veranderen (38)
  • verschenen (202)
  • Zomercolumns fietsvrouw (6)

Archieven

  • juni 2025
  • mei 2025
  • april 2025
  • maart 2025
  • februari 2025
  • januari 2025
  • december 2024
  • november 2024
  • oktober 2024
  • september 2024
  • augustus 2024
  • juli 2024
  • juni 2024
  • mei 2024
  • april 2024
  • maart 2024
  • februari 2024
  • januari 2024
  • december 2023
  • november 2023
  • oktober 2023
  • september 2023
  • augustus 2023
  • juli 2023
  • juni 2023
  • mei 2023
  • april 2023
  • maart 2023
  • februari 2023
  • januari 2023
  • december 2022
  • november 2022
  • oktober 2022
  • september 2022
  • augustus 2022
  • juli 2022
  • juni 2022
  • mei 2022
  • april 2022
  • maart 2022
  • februari 2022
  • januari 2022
  • december 2021
  • november 2021
  • oktober 2021
  • september 2021
  • augustus 2021
  • juli 2021
  • juni 2021
  • mei 2021
  • april 2021
  • maart 2021
  • februari 2021
  • januari 2021
  • december 2020
  • november 2020
  • oktober 2020
  • september 2020
  • augustus 2020
  • juli 2020
  • juni 2020
  • mei 2020
  • april 2020
  • maart 2020
  • februari 2020
  • januari 2020
  • december 2019
  • november 2019
  • oktober 2019
  • september 2019
  • augustus 2019
  • juli 2019
  • juni 2019
  • mei 2019
  • april 2019
  • maart 2019
  • februari 2019
  • januari 2019
  • december 2018
  • november 2018
  • oktober 2018
  • september 2018
  • augustus 2018
  • juli 2018
  • juni 2018
  • mei 2018
  • april 2018
  • maart 2018
  • januari 2018
  • december 2017
  • november 2017
  • oktober 2017
  • september 2017
  • augustus 2017
  • juli 2017
  • juni 2017
  • mei 2017
  • april 2017
  • maart 2017
  • februari 2017
  • januari 2017
  • december 2016
  • november 2016
  • oktober 2016
  • september 2016
  • augustus 2016
  • juli 2016
  • juni 2016
  • mei 2016
  • april 2016
  • maart 2016
  • februari 2016
  • januari 2016
  • december 2015
  • november 2015
  • oktober 2015
  • september 2015
  • augustus 2015
  • juli 2015
  • juni 2015
  • mei 2015
  • april 2015
  • maart 2015
  • februari 2015
  • januari 2015
  • december 2014
  • november 2014
  • oktober 2014
  • september 2014
  • augustus 2014
  • juli 2014
  • juni 2014
  • mei 2014
  • april 2014
  • maart 2014
  • februari 2014
  • januari 2014
  • december 2013
  • november 2013
  • oktober 2013
  • september 2013
  • augustus 2013
  • juli 2013
  • juni 2013
  • mei 2013
  • april 2013
  • maart 2013
  • februari 2013
  • januari 2013
  • december 2012
  • november 2012
  • oktober 2012
  • september 2012
  • augustus 2012
  • juli 2012
  • juni 2012
  • mei 2012
  • april 2012
  • maart 2012
  • februari 2012
  • januari 2012
  • december 2011
  • november 2011
  • oktober 2011
  • september 2011
  • augustus 2011
  • juli 2011
  • juni 2011
  • mei 2011
  • april 2011
  • maart 2011
  • februari 2011
  • januari 2011
  • december 2010
  • november 2010
  • oktober 2010
  • september 2010
  • augustus 2010
  • juli 2010
  • juni 2010
  • mei 2010
  • april 2010
  • maart 2010
  • februari 2010
  • januari 2010
  • december 2009
  • november 2009
  • oktober 2009
  • september 2009
  • augustus 2009
  • juli 2009
  • juni 2009
  • mei 2009
  • april 2009
  • maart 2009
  • februari 2009
  • januari 2009
  • december 2008
  • november 2008
  • oktober 2008
  • september 2008
  • augustus 2008
  • juli 2008

©2025 - Louise Cornelis
↑