Vlot distantie
Twee weken geleden had ik het hier over het ‘linker- en rechterrijtje’: de (schijn-)tegenstelling tussen academisch schrijven en ‘de praktijk’. In de NRC van afgelopen zaterdag zag ik die tegenstelling geïllustreerd. Het gaat om het stuk van Tommy Wieringa op p. 4 van Opinie en Debat: de eerste van een serie ‘Brieven voor de Koning’. Wieringa beschrijft daarin hoe hij geschiedenis ging studeren, en toen van een docent bij een werkstuk de reactie kreeg:
Je dreigt soms vlot te gaan schrijven, en verliest dan onmiddellijk de distantie tot de materie.
Voor die docent bestaat er dus een links-rechts-tegenstelling die er zo uitziet:
Distantie tot de materie -Vlot
Dat lijkt me zo niet kunnen kloppen, ik denk dat het zo zit:
Distantie tot de materie – Betrokkenheid
Stijf? – Vlot
Oftewel: de wetenschap vraagt distantie tot de materie en dus een stijve stijl (als tegengesteld aan vlot); ‘elders’ mag je vlot schrijven en betrokken zijn.
Die tegenstelling is te bevragen natuurlijk: móet je die distantie hebben, en past een vlotte stijl daar echt niet bij? Wat is eigenlijk het tegenovergestelde van ‘vlot’ schrijven, en is dat per se nodig?
Wieringa dacht en denkt er het zijne van:
Ik heb deze langdurige onderschatting meestal als een stimulerende belediging opgevat.
Reacties
Vlot distantie — Geen reacties
HTML tags allowed in your comment: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>